ECLI:NL:RBROT:2024:5883
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening intrekking toestemming beveiligingswerkzaamheden
Op 26 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. T.J.N. Hameleers, en de korpschef van politie, vertegenwoordigd door mr. V. Vermeulen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 9 april 2024, waarbij de korpschef zijn toestemming om als beveiliger te werken had ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker gedrag heeft vertoond dat niet in lijn is met de verwachtingen van een beveiliger. De korpschef had op basis van eerdere incidenten, waaronder de vondst van drugs en verzet bij aanhouding, gegronde redenen om de toestemming in te trekken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was om het verzoek inhoudelijk te behandelen, maar concludeerde dat het besluit van de korpschef naar verwachting stand zal houden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de intrekking van de toestemming niet definitief is en dat verzoeker in de toekomst opnieuw kan aanvragen om als beveiliger te werken. De uitspraak is gedaan in het openbaar en er is geen hoger beroep mogelijk tegen deze beslissing.