In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiser, woonachtig in Parijs, een kort geding aangespannen tegen InterBurgo Europe B.V., gevestigd in Rotterdam. De eiser, vertegenwoordigd door advocaten mrs. M. van Daal en L.M. Linskens, vordert in het kader van een bodemprocedure inzage in bepaalde documenten die door InterBurgo Europe worden vastgehouden. De bodemprocedure betreft een vordering van InterBurgo Europe tegen eiser, waarin wordt gesteld dat eiser als bestuurder van InterBurgo Europe zijn taken onbehoorlijk heeft vervuld, met een schadevergoeding van bijna 10 miljoen euro als gevolg. Eiser stelt dat hij voor zijn verdediging in de bodemprocedure kopieën van documenten nodig heeft, maar InterBurgo Europe weigert deze te verstrekken.
De voorzieningenrechter heeft op 17 juni 2024 uitspraak gedaan. De rechter heeft geoordeeld dat eiser recht heeft op een beperkt aantal documenten, specifiek die waarin de trefwoorden "K-Mart" en "Ocean Bleu" voorkomen, en heeft InterBurgo Europe veroordeeld om deze documenten binnen drie weken te verstrekken. Voor de overige gevorderde documenten is de vordering afgewezen, omdat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat deze documenten bestaan. De rechter heeft een dwangsom van € 10.000 per dag opgelegd voor het geval InterBurgo Europe niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 500.000. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat eiser snel over de benodigde documenten kan beschikken voor zijn verdediging in de bodemprocedure.