ECLI:NL:RBROT:2024:5788

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2024
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
10833013 CV EXPL 23-32774
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door onrechtmatige daad in geval van hennepkwekerij en onbemeten elektriciteitsafname

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Stedin eist betaling van € 25.000,- van de gedaagde, die eigenaar was van een woning waar een hennepkwekerij is aangetroffen die onbemeten van elektriciteit werd voorzien. De gedaagde ontkent enige betrokkenheid bij de hennepkwekerij en de illegale elektriciteitsafname. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde als eigenaar van de woning een zorgplicht had om toezicht te houden op de woning en de elektriciteitsmeter. De rechter oordeelt dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door deze zorgplicht te schenden, wat leidt tot aansprakelijkheid voor de schade die Stedin heeft geleden. De eis van Stedin wordt toegewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Stedin het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10833013 CV EXPL 23-32774
datum uitspraak: 21 juni 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stedin Netbeheer B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. A. Ester,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Stedin’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 november 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek, met bijlagen;
  • de rolbeslissing van de kantonrechter van 3 mei 2024;
  • de akte uitlating producties van Stedin.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] is eigenaar geweest van de woning aan [adres 1]. In deze woning is op 20 september 2023 een hennepkwekerij aangetroffen die onbemeten van elektriciteit werd voorzien. Stedin eist in deze zaak betaling van de schade die zij als gevolg daarvan heeft geleden, waarbij zij haar eis beperkt tot € 25.000,- en afziet van het meerdere. [gedaagde] is het niet eens met de eis. Hij meent niets met de hennepkwekerij en een illegale afname van elektriciteit te maken te hebben. Op de verdere stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
De eis van Stedin wordt toegewezen. Hierna wordt toegelicht waarom.
[gedaagde] heeft onrechtmatig gehandeld en moet daarom de hoofdsom betalen
2.3.
Het staat niet ter discussie dat er onbemeten elektriciteit is gebruikt ten behoeve van de hennepkwekerij. Dat is gebeurd in de tijd dat [gedaagde] eigenaar van de woning was. De hennepkwekerij is pas gevonden nadat de woning was overgedragen aan een nieuwe eigenaar, maar Stedin heeft onbetwist gesteld dat de hennepkwekerij gelet op de staat waarin deze is aangetroffen al is aangevangen voordat de woning werd verkocht en overgedragen en niet is komen vast te staan dat de nieuwe eigenaar de woning voorafgaand aan de vondst heeft bezichtigd.
2.4.
Als eigenaar van de woning moest [gedaagde] voldoende toezicht op de woning houden, in die zin dat hij ervoor moest zorgen dat de elektriciteitsmeter in goede en correct functionerende staat was, dat er geen ongeoorloofde aanpassingen aan de elektriciteitsmeter werden gedaan en dat er geen fraude mee zou worden gepleegd. [gedaagde] was immers de enige die toegang had tot het pand (en daarmee tot de elektriciteitsmeter) of die derden toegang tot het pand kon verlenen. Dat betekent dat hij jegens Stedin op grond van een aan hem toerekenbare schending van de zorgplicht in beginsel aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade [1] . De feiten en omstandigheden die [gedaagde] naar voren heeft gebracht zijn onvoldoende om te oordelen dat in dit geval geen zorgplicht op hem rustte. Ook in het geval [gedaagde] niet zelf de hennepkwekerij in de woning heeft neergezet, zoals door hem is aangevoerd, heeft hij als eigenaar onvoldoende toezicht gehouden op wat er in de woning gebeurde. [gedaagde] heeft dan ook zijn zorgplicht geschonden en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens Stedin. Niet gesteld of gebleken is dat de onrechtmatige daad niet aan [gedaagde] kan worden toegerekend.
2.5.
[gedaagde] heeft daarnaast nog aangevoerd dat de diefstal van stroom niet had kunnen plaatsvinden als niet ook de verzegeling van de hoofdaansluitkast in de winkel op het adres [adres 2] was verbroken en dat de exploitant van die winkel op zijn minst kan worden verweten onvoldoende toezicht te hebben gehouden op die aansluitkast. Ook als dat juist zou zijn, dan zou dat slechts tot gevolg hebben dat de exploitant van de winkel samen met [gedaagde] hoofdelijk verbonden zou zijn tot vergoeding van de schade (artikel 6:102 lid 1 BW). Dat zou dus niet afdoen aan de aansprakelijkheid van [gedaagde].
2.6.
Gelet op het bovenstaande is [gedaagde] aansprakelijk voor de door Stedin geleden schade. De door Stedin gestelde omvang van de schade is door [gedaagde] niet betwist, waardoor deze vast staat en wordt toegewezen.
[gedaagde] moet rente betalen
2.7.
De rente wordt toegewezen, omdat Stedin genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.8.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Stedin op € 107,32 aan dagvaardingskosten, € 1.384,- aan griffierecht, € 1.629,- aan salaris voor de gemachtigde (3 punten × € 543,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 3.255,32. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Stedin dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Stedin te betalen € 25.000,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Stedin worden begroot op € 3.255,32;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
43416

Voetnoten

1.Gerechtshof Den Haag 14 april 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:895