Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaar met aftrek van voorarrest.
4.Standpunt verdediging
5.Waardering van het bewijs
metof
inbloed zijn gezet. Een schoenafdrukspoor gezet
metbloed houdt in dat het schoenafdrukspoor is ontstaan doordat met een bebloede zool van een schoen een stempeling met bloed op een ondergrond is gemaakt. Een schoenafdrukspoor
inbloed houdt in dat met de zool van een schoen een beweging is gemaakt in of door een bestaand bloedspoor dat nog nat is. Het proces-verbaal van forensisch onderzoek vermeldt dat meerdere bloedspatten nog vochtig waren
op het moment dat het patroon werd veroorzaakt. De rechtbank leidt hieruit af dat de persoon/personen die deze schoenafdruksporen heeft/hebben veroorzaakt, tijdens of kort na de geweldplegingen in de woning moet(en) zijn geweest.
- vier van de tien vingernagels van het slachtoffer;
- de rits, de ritsrunner en de knoop van de spijkerbroek die het slachtoffer droeg;
- een bebloede plank die nabij het slachtoffer werd aangetroffen;
- een kussensloop die over het hoofd van het slachtoffer lag en
- een bordenstandaard op de salontafel in de woonkamer
27mei 2021 te Capelle aan den IJssel, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
geestelijk letsel als gevolg van deze confrontatiedat aanspraak kan worden gemaakt op shockschade. Uit de stukken is af te leiden dat de benadeelde zich onrustig voelt en slecht slaapt na de dood van haar zoon, en dat zij overweegt om na afronding van de strafzaak een psycholoog te benaderen. De rechtbank is van oordeel dat met deze onderbouwing onvoldoende onderscheid kan worden gemaakt tussen de geestelijke problematiek van de benadeelde die het gevolg is van het verdriet omtrent het overlijden van het slachtoffer als gevolg van het strafbare feit (affectieschade) enerzijds, en de schade die (mogelijk) het gevolg is van de confrontatie met de ernstige verwondingen van het slachtoffer anderzijds, laat staan dat voldoende is gebleken dat sprake is van psychische klachten die het directe gevolg zijn van de confrontatie met de ernstige gevolgen. Nader onderzoek naar de gegrondheid en de omvang van dit deel van de vordering zou een nadere behandeling vereisen en daarmee een onevenredige belasting van het strafproces vormen. De benadeelde partij zal daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard en kan zich hiervoor met een nadere onderbouwing eventueel wenden tot de burgerlijke rechter.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
€ 17.567,68 (zegge: zeventienduizend vijfhonderdzevenenzestig euro en achtenzestig cent), bestaande uit € 67,68 aan materiële schade en € 17.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde] te betalen
€ 17.567,68(hoofdsom,
zegge: zeventienduizend vijfhonderdzevenenzestig euro en achtenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 17.567,68 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
122 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;