ECLI:NL:RBROT:2024:5734

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
FT RK 24/198
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet-problematische schuldenlast

Op 12 maart 2024 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de behandeling van dit verzoek op 16 mei 2024 bepaald. Tijdens de zitting zijn verzoeker, mevrouw A. Changur van de Kredietbank Rotterdam en mevrouw A. Goncalves van stichting Maaszicht gehoord. Verzoeker heeft een inkomen uit arbeid en was tot februari 2024 in staat om € 1.088,76 per maand af te lossen. Sinds februari 2024 is zijn aflossingscapaciteit gedaald naar € 828,53 per maand, en zijn totale schuldenlast bedraagt € 7.782,35. De schuldhulpverlening heeft verklaard dat er sinds de start van de schuldregeling maandelijks wordt gereserveerd voor de schuldeisers.

De rechtbank heeft beoordeeld of verzoeker zich in een problematische schuldsituatie bevindt, zoals vereist door artikel 288 van de Faillissementswet. De rechtbank concludeert dat verzoeker, gezien zijn aflossingscapaciteit en het reeds gereserveerde bedrag voor de schuldeisers, in staat is om zijn schulden binnen enkele maanden volledig te voldoen. Verzoeker heeft geen uitzichtloze situatie en er is perspectief op een oplossing van zijn schuldenlast. Daarom wordt het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank wijst erop dat er mogelijk andere feiten of omstandigheden zijn die ook tot afwijzing van het verzoek kunnen leiden.

De uitspraak is gedaan door mr. C. de Jong en in aanwezigheid van griffier C. van der Velde op 23 mei 2024. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, via een verzoekschrift ingediend bij het gerechtshof.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 23 mei 2024
[verzoeker],
[adres]
[woonplaats],
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 12 maart 2024 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoekschrift bepaald op 16 mei 2024.
Ter zitting van 16 mei 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw A. Changur, werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna te noemen: schuldhulpverlening);
  • mevrouw A. Goncalves, werkzaam bij stichting Maaszicht (hierna te noemen: begeleider).
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

Verzoeker ontvangt inkomsten uit arbeid. Hij is werkzaam via een uitzendbureau. Tot februari 2024 had hij een aflossingscapaciteit van € 1.088,76 per maand. Met ingang van februari 2024 bedraagt de aflossingscapaciteit € 828,53. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 7.782,35. Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat er sinds de startdatum van de schuldregeling wordt gereserveerd voor de schuldeisers.

3.De beoordeling

Ingevolge artikel 288, eerste lid, onder a Faillissementswet wordt het verzoek, zoals bedoeld in artikel 284, eerste lid Faillissementswet slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden.
Ter zitting is gebleken dat er sinds de startdatum van de schuldregeling maandelijks wordt gereserveerd voor de schuldeisers. Verzoeker heeft inkomsten uit arbeid. Tot februari 2024 was er sprake van een maandelijkse aflossingscapaciteit van € 1.088,76 per maand. In februari 2024 is verzoeker gaan samenwonen met zijn vriendin. Sindsdien bedraagt de aflossingscapaciteit € 828,53 per maand. De rechtbank gaat er van uit dat op basis van voornoemde bedragen er inmiddels een bedrag van circa € 6.400,-- voor de schuldeisers is gereserveerd. De schuldenlast bedraagt € 7.782,35. Uitgaande van het reeds gereserveerde saldo voor de schuldeisers en de maandelijkse afloscapaciteit van verzoeker, kan verzoeker binnen enkele maanden zijn volledige schuldenlast voldoen.
De rechtbank oordeelt dat verzoeker zich niet bevindt in een problematische schuldsituatie. Verzoeker bevindt zich niet in een klemmende en uitzichtloze situatie. Verzoeker heeft perspectief om zijn schuldenlast volledig te voldoen binnen een afzienbare periode.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.