Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
2.[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord van [gedaagde 2];
- de akte van Boompjes Property van 17 mei 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Boompjes Property 5 C.V. en twee gedaagden, waarbij de vorderingen van de eiseres voor een groot deel zijn toegewezen. De zaak betreft een huurachterstand van de gedaagden voor een woning en een parkeerplaats. De eiseres vorderde betaling van de huurachterstand, ontbinding van de huurovereenkomsten en ontruiming van het gehuurde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand € 14.549,32 bedraagt en dat de huurprijswijzigingsbepaling in de huurovereenkomst oneerlijk is, waardoor de huurverhogingen komen te vervallen. Gedaagde 1 is niet verschenen in de procedure, waardoor tegen hem verstek is verleend. Gedaagde 2 heeft erkend huur verschuldigd te zijn tot augustus 2023, maar de kantonrechter oordeelt dat zij ook na deze datum huur moet betalen, omdat de huurovereenkomst niet is beëindigd. De kantonrechter heeft de huurovereenkomsten ontbonden en gedaagde 1 veroordeeld om binnen veertien dagen het gehuurde te ontruimen. Daarnaast zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten.