ECLI:NL:RBROT:2024:5627
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van een stichting op verzoek van een besloten vennootschap
Op 22 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij een besloten vennootschap (verzoekster) verzocht om de faillietverklaring van een stichting (verweerster). De verzoekster stelde dat zij een opeisbare vordering had van € 10.420,67 op de verweerster, die in financiële problemen verkeerde en haar schulden niet kon voldoen. Ondanks eerdere toezeggingen van de verweerster om betalingen te doen, was er geen betaling ontvangen en had de verweerster ook andere schuldeisers onbetaald gelaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een pluraliteit van schuldeisers en dat de verweerster in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen. De rechtbank oordeelde dat er summierlijk bewijs was van het vorderingsrecht van verzoekster en de steunvorderingen van andere schuldeisers. De rechtbank heeft vervolgens het verzoek tot faillietverklaring toegewezen en de verweerster in staat van faillissement verklaard. Tevens zijn er een rechter-commissaris en een curator benoemd. Het vonnis is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.