Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2023;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- het antwoord in reconventie, met bijlagen.
- mr. J.A.J. Hendriks (advocaat bij VBS);
- de heer [persoon B] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderde Vogelaar Bosch Spijer Advocaten (VBS) betaling van een openstaande declaratie van € 3.012,95 van hun cliënt, [persoon A]. De zaak betreft een opdrachtovereenkomst die in augustus 2022 tot stand kwam, waarbij [persoon A] een voorschot van € 5.000,- betaalde voor juridische bijstand. VBS stuurde drie declaraties ter waarde van € 8.012,95, maar [persoon A] weigerde te betalen, omdat hij vond dat VBS hem onvoldoende had geïnformeerd over de totale kosten van de opdracht. De kantonrechter oordeelde dat VBS inderdaad tekort was geschoten in haar informatieplicht, waardoor de betalingsverplichting van [persoon A] met 25% werd verminderd. Dit resulteerde in een te betalen bedrag van € 2.259,71.
De kantonrechter behandelde ook de tegenvordering van [persoon A], die een vermindering van 20 uur van de in rekening gebrachte uren eiste en terugbetaling van teveel betaalde bedragen. De rechter wees deze vordering af, omdat [persoon A] niet voldoende had onderbouwd dat VBS tekort was geschoten in de uitvoering van de opdracht. De kantonrechter concludeerde dat VBS niet alleen de juiste uren had gedeclareerd, maar ook dat de werkzaamheden goed waren uitgevoerd. De wettelijke rente werd toegewezen aan VBS, maar de kantonrechter wees de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten af, omdat de algemene voorwaarden van VBS een oneerlijk beding bevatten.
Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat VBS het vonnis onmiddellijk kon uitvoeren, ook als [persoon A] in hoger beroep ging. De zaak benadrukt de belangrijke rol van informatieplicht in opdrachtovereenkomsten tussen advocaten en cliënten, en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.