16.Beslissing
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
108 (honderdacht)dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot betaling van een
geldboete van € 10.000,00 (tienduizend euro),bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en T.M. Riemens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.K. van Zanten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
[bedrijf02] BV en/of [bedrijf03] BV en/of [bedrijf04] BV,
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot
en met 9 mei 2017 te Amsterdam, Almere, Bussum, Diemen, Roermond, Huizen,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt, althans zich
schuldig hebben gemaakt aan (schuld)witwassen,
hierin bestaande dat zij, al dan niet tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
geldbedragen bestaande uit:
- 815.105,- euro (contante stortingen [bedrijf02] BV), en/of
- 2.265175,- euro (contante stortingen [bedrijf03] BV), en/of
- 557.900,- euro (contante stortingen [bedrijf04] BV),
in elk geval (een) geldbedrag(en),
hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en/of gebruik van gemaakt, en/of
van voornoemde geldbedragen (telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was van die geldbedragen,
terwijl zij wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het het (meermalen) opzettelijk handelen in strijd met artikel 10.1 en/of 10.3 van de Telecomwet jo. artikel 1, 2 en/of 6 Wet op de Economische Delicten, althans uit (enig) misdrijf,
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, tot bovenomschreven feiten opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging;
artikel 420bis/ter/quater jo 51 Sr
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 9 mei 2017 te Amsterdam, Almere, Bussum, Diemen, Roermond, Huizen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich heeft schuldig gemaakt aan (schuld)witwassen,
hierin bestaande dat hij, al dan niet tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
geldbedragen bestaande uit:
- 815.105,- euro (contante stortingen [bedrijf02] BV), en/of
- 2.265.175,- euro (contante stortingen [bedrijf03] BV), en/of
- 557.900,- euro (contante stortingen [bedrijf04] BV),
in elk geval (een) geldbedrag(en),
heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en/of gebruik van gemaakt, en/of
van voornoemde geldbedragen (telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was van die geldbedragen,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het (meermalen) opzettelijk handelen in strijd met artikel 10.1 en/of 10.3 van de Telecomwet jo. artikel 1, 2 en/of 6 Wet op de Economische Delicten, althans uit (enig) misdrijf,
artikel 420bis/ter/quater jo 47 Sr
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 9 mei 2017 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)witwassen,
hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s) geldbedragen bestaande uit:
- 2.256.990,- euro (contante stortingen op rekening van [bedrijf05] , en/of
- 143.635- euro (contante stortingen op rekening van [verdachte01] en [medeverdachte02] )
in elk geval (een) geldbedrag(en)
heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en/of gebruik van gemaakt, en/of
van voornoemde geldbedragen (telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was van die geldbedragen,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het (meermalen) opzettelijk handelen in strijd met artikel 10.1 en/of 10.3 van de Telecomwet jo. artikel 1, 2 en/of 6 Wet op de Economische Delicten, althans uit (enig) misdrijf,
artikel 420bis/ter/quater jo 47 Sr
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
op of omstreeks 9 mei 2017 te Amsterdam, Berkhout, Diemen en Almere althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) voorwerpen, te weten
- 906.785,- euro (Berkhout) en/of
- 956.655,- euro (Amsterdam) en/of
- 10.100,- euro (Amsterdam) en/of
- 1.130,- euro (portemonnee) en/of
- 6.750,- euro (Diemen) en/of
- 2.010,75 euro (Almere),
althans (een) geldbedragen,
heeft verworven en/of voorhanden hebben gehad,
terwijl hij en/of zijn mededaders wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf,
artikel 420bis.(1)/quater.(1) Sr
art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht
4.
[bedrijf06] BV, [bedrijf07] BV, [bedrijf08] BV, [bedrijf09] BV, [bedrijf02] BV, [bedrijf03] BV, [bedrijf04] BV en/of [bedrijf10] BV,
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 9 mei 2017,
te Amsterdam, Almere, Bussum, Diemen, Huizen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van 1 september 2014 tot 28 december 2016)
uitrusting in de zin van artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, te weten (mobiele) (PGP) telefoons, in de handel hebben gebracht en/of hebben verhandeld, terwijl niet werd voldaan aan de bij of krachtens artikel 10.3 onderdeel a,b,c en e van de Telecommunicatiewet gestelde voorschriften (zoals nader beschreven in de artikelen 3, 6, 10 en 12 van Richtlijn nr 1999/5/EG en/of in de artikelen 8, 10 en 13 van het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007),
- nagelaten zijn/hun naam op de telefoons, althans de uitrusting, te vermelden en/of
- nagelaten te voldoen aan een relevante conformiteitsbeoordelingsprocedure en/of
- nagelaten de vereiste (CE-) markering aan te (laten) brengen en/of
- nagelaten aan de gebruiker van de telefoons, althans de uitrusting, een afschrift van de verklaring van conformiteit en informatie over het gebruik waarvoor de apparaten (telefoons) bestemd waren, te verstrekken
(van 28 december 2016 tot en met 9 mei 2017)
(een) reeds in de handel gebrachte (mobiele) (PGP)telefoons, althans radioapparaten, zodanig hebben gewijzigd dat de conformiteit met de richtlijn 2014/53/EU in het gedrang is gekomen,
en/of (vervolgens) als fabrikanten in de zin van artikel 10.7 Telecommunicatiewet en/of Richtlijn nr. 2014/53 EU in strijd hebben gehandeld niet artikel 10.3 Telecommunicatiewet door niet te voldoen aan de verplichtingen gesteld bij (de) artikel(en) 10 en/of 17 en/of 21, eerste, tweede en/of derde lid van Richtlijn nr. 2014/53/EU,
- de microfoons uit deze telefoons verwijderd en/of laten verwijderen en/of
- ( vervolgens) nagelaten om zijn/hun (handels)naam en/of adres op deze telefoons, althans radioapparaten te (laten) plaatsen en/of
- nagelaten een relevante conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te (laten) voeren en/of
- nagelaten een EU-conformiteitsverklaring op te (laten) stellen en/of
- nagelaten de (bijbehorende) CE-markering aan te (laten) brengen en/of
- nagelaten een EU-conformiteitsverklaring (D0C) te verstrekken aan kopers van de telefoon(s), althans radioapparaten,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven.
artikel 1. 2 en 9 WED jo. 10.1 en 10.3 TW jo 51 Sr
art 1 ahf/ond 1° Wet op de economische delicten
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en 9 mei 2017,
te Amsterdam, Almere, Bussum, Diemen, Huizen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van 1 januari 2014 tot 28 december 2016)
uitrusting in de zin van artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, te weten (mobiele) (PGP) telefoons, in de handel heeft gebracht en/of heeft verhandeld, terwijl niet werd voldaan aan de bij of krachtens artikel 10.3 onderdeel a,b,c en e van de Telecommunicatiewet gestelde voorschriften (zoals nader beschreven in de artikelen 3, 6, 10 en 12 van Richtlijn nr 1999/5/EG en/of in de artikelen 8, 10 en 13 van het Besluit randapparaten en
radioapparaten 2007),
immers heeft hij en/of zijn mededaders
- nagelaten zijn/hun naam op de telefoons, althans de uitrusting, te vermelden en/of
- nagelaten te voldoen aan een relevante conformiteitsbeoordelingsprocedure en/of
- nagelaten de vereiste (CE-) markering aan te (laten) brengen en/of
- nagelaten aan de gebruiker van de telefoons, althans de uitrusting, een afschrift van de verklaring van conformiteit en informatie over het gebruik waarvoor de apparaten (telefoons) bestemd waren, te verstrekken
(van 28 december 2016 tot en met 9 mei 2017)
(een) reeds in de handel gebrachte (mobiele) (PGP)telefoons, althans radioapparaten, zodanig heeft gewijzigd dat de conformiteit met de richtlijn 2014/53/EU in het gedrang is gekomen,
en/of (vervolgens) als fabrikanten in de zin van artikel 10.7 Telecommunicatiewet en/of Richtlijn nr. 2014/53 EU) in strijd heeft gehandeld met artikel 10.3 Telecommunicatiewet door niet te voldoen aan de verplichtingen gesteld bij (de) artikel(en) 10 en/of 17 en/of 21, eerste, tweede en/of derde lid van Richtlijn nr. 2014/53/EU,
immers heeft hij en/of zijn mededaders
- de microfoons uit deze telefoons verwijderd en/of laten verwijderen en/of
- ( vervolgens) nagelaten om zijn/hun (handels)naam en/of adres op deze telefoons, althans radioapparaten te (laten) plaatsen en/of
- nagelaten een relevante conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te (laten) voeren en/of
- nagelaten een EU-conformiteitsverklaring op te (laten) stellen en/of
- nagelaten de (bijbehorende) CE-markering aan te (laten) brengen en/of
- nagelaten een EU-conformiteitsverklaring (D0C) te verstrekken aan kopers van de telefoon(s), althans radioapparaten,
artikel 1, 2 en 9 WED jo. 10.1 en 10.3 TW
art 1 ahf/ond 1° Wet op de economische delicten
op of omstreeks 9 mei 2017, althans in de periode 6 januari 2015 t/m 9 mei 2017,
te Amsterdam, Diemen, Huizen en/of Zeewolde, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
voorhanden heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste (kopieën van) facturen, te weten:
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 6 januari 2015 en invoice nummer 201501/005 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 557) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 28 januari 2015 en invoice nummer 201501/006 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 558) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 28 januari 2015 en invoice nummer 201501/007 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 559) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 6 februari 2015 en invoice nummer 201502/008 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 560) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 9 februari 2015 en invoice nummer 201502/009 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 561);
(elk) zijnde (een) geschriften die bestemd waren om tot bewijs van (enig) feiten te dienen,
terwijl hij/zij wisten en/althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat deze geschriften bestemd zijn voor gebruik, als ware die geschriften (telkens) echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) valselijk op/in deze facturen zijn vermeld:
- gefingeerde, althans onjuiste (verschuldigde) bedragen en/of
- gefingeerde, althans onjuiste geleverde (aantallen) goederen en diensten
en/of bestaande dat gebruik hierin dat betreffende facturen aan de [naam02] zijn verstrekt ten behoeve van de administratie/boekhouding en/of (vervolgens) door [naam02] in de administratie/boekhouding zijn opgenomen,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en)althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven,
artikel 225 lid 2 jo 51 Sr
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op of omstreeks 9 mei 2017, althans in de periode 6 januari 2015 t/m 9 mei 2017,
te Amsterdam, Diemen, Huizen en/of Zeewolde, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
voorhanden heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste (kopieën van) facturen, te weten:
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 6 januari 2015 en invoice nummer 201501/005 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 557) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 28 januari 2015 en invoice nummer 201501/006 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 558) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 28 januari 2015 en invoice nummer 201501/007 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 559) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 6 februari 2015 en invoice nummer 201502/008 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 560) en/of
- Factuur van [naam01] gericht aan [bedrijf02] b.v. met datum 9 februari 2015 en invoice nummer 201502/009 (ZD Valsheid in geschrifte pagina 561);
(elk) zijnde (een) geschriften die bestemd waren om tot bewijs van (enig) feiten te dienen
terwijl hij/zij wisten en/althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat deze geschriften bestemd zijn voor gebruik, als ware die geschriften (telkens) echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) valselijk op/in deze facturen zijn vermeld:
- gefingeerde, althans onjuiste (verschuldigde) bedragen en/of
- gefingeerde, althans onjuiste geleverde (aantallen) goederen en diensten
en/of bestaande dat gebruik hierin dat betreffende facturen aan de [naam02] zijn verstrekt ten behoeve van de administratie/boekhouding en/of (vervolgens) door [naam02] in de administratie boekhouding zijn opgenomen,
artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
in of omstreeks de periode 4 maart 2016 t/m 27 april 2017, te Amsterdam, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk (een) personen die schuldig zijn of verdachte zijn van (enig) misdrijf behulpzaam zijn geweest in het ontkomen aan de nasporing van de ambtenaren van de justitie of politie en/of
nadat (enig) misdrijven zijn gepleegd, met het oogmerk om die misdrijven te bedekken en/of de nasporing en/of vervolging te beletten en/of te bemoeilijken, een of meer voorwerpen waarop en/of waarmede het de misdrijven zijn gepleegd en/of een of meer anderen sporen van de misdrijven heeft vernietigd en/of heeft weggemaakt en/of heeft verborgen en/of en aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken en/of
opzettelijk een of meer voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen, met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten en/of te belemmeren en/of te verijdelen, heeft verborgen en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken,
immers heeft verdachte en/of zijn mededaders
de berichten en/of gegevens op/van/gekoppeld aan (een) telefoons, gebruikmakend van de e-mailadressen
- [e_mail01] ( [wachtwoord01] ) en/of
- [e_mail02] ( [wachtwoord02] ) en/of
- [e_mail03] ( [wachtwoord03] ) en/of
- [e_mail04] ( [wachtwoord04] ),
althans enig e-mailadres met extensie [extensie01] ,
(op afstand) verwijderd/laten verwijderen, terwijl deze telefoons door de politie voor onderzoek naar (een) strafbare feiten in beslag genomen waren.
Artikel 189 Wetboek van Strafrecht
in of omstreeks de periode 4 maart 2016 t/m 27 april 2017, te Amsterdam, althans elders in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk (een) personen die schuldig zijn of verdachte zijn van (enig) misdrijf behulpzaam zijn geweest in het ontkomen aan de nasporing van de ambtenaren van de justitie of politie en/of
nadat (enig) misdrijven zijn gepleegd, met het oogmerk om die misdrijven te bedekken en/of de nasporing en/of vervolging te beletten en/of te bemoeilijken, een of meer voorwerpen waarop en/of waarmede de misdrijven zijn gepleegd en/of een of meer anderen sporen van de misdrijven heeft vernietigd en/of heeft weggemaakt en/of heeft verborgen en/of en aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken en/of
opzettelijk een of meer voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen, met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten en/of te belemmeren en/of te verijdelen, heeft verborgen en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken,
immers heeft verdachte en/of zijn mededaders
de berichten en/of gegevens op/van/gekoppeld aan (een) telefoons, gebruikmakend van de e-mailadressen
- [e_mail01] ( [wachtwoord01] ) en/of
- [e_mail05] ( [wachtwoord02] ) en/of
- [e_mail03] ( [wachtwoord03] ) en/of
- [e_mail06] ( [wachtwoord04] ),
althans enig e-mailadres met extensie [extensie01] ,
(op afstand) te verwijderen/laten verwijderen, terwijl deze telefoons door de politie voor onderzoek naar strafbare feiten in beslag genomen waren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
artikel 45 jo 189 Wetboek van Strafrecht
art 189 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht