ECLI:NL:RBROT:2024:5500

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
14 juni 2024
Zaaknummer
679608
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een civielrechtelijke procedure

Op 30 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het verzoek van mr. W.J.J. Wetzels, senior rechter A in de rechtbank Rotterdam, om zich te mogen verschonen in de zaak van Stichting Aafje Thuiszorg Huizen Zorghotels tegen een nog onbekende verweerster. Het verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst was op 3 mei 2024 ingediend door de stichting, vertegenwoordigd door advocaat mr. dr. P. Kruit. De verweerster, die niet bij naam is genoemd, wordt bijgestaan door advocaat mr. Y. Palit. De rechter heeft op 27 mei 2024 een schriftelijk verzoek tot verschoning ingediend, omdat hij samen met de advocaat van de verzoekster cursussen verzorgt op het gebied van arbeidsrecht en zich daardoor niet vrij voelt om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor subjectieve partijdigheid, maar dat de objectieve vrees voor onpartijdigheid wel gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op 30 mei 2024.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 679608 / HA RK 24-475
Beslissing van 30 mei 2024
op het verzoek van:
mr. W.J.J. Wetzels,
senior rechter A in de rechtbank Rotterdam, team kanton (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
Stichting Aafje Thuiszorg Huizen Zorghotels (hierna: de stichting),
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
advocaat mr. dr. P. Kruit,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerster,
advocaat mr. Y. Palit.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij deze rechtbank is in behandeling het verzoekschrift strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting als verzoekster en [verweerder] als verweerster, met kenmerk 11083074 VZ VERZ 24-4599. Het verzoekschrift is op 3 mei 2024 namens de stichting ingediend.
1.2.
Bij brieven van de griffier van 10 mei 2024 zijn partijen in deze zaak opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 19 juli 2024, waarbij is meegedeeld dat de zaak op die zitting zal worden behandeld door de rechter.
1.3.
Op 27 mei 2024 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.4.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter – verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd:
2.1.1.
De advocaat van verzoekster en de rechter verzorgen samen voor verschillende organisaties cursussen op het gebied van het arbeidsrecht. De planning van de rechtbank weet dat de rechter geen zaken van mr. dr. Kruit behandelt, maar kennelijk is deze zaak ertussendoor geglipt. Gezien de nauwe contacten die de rechter met mr. dr. Kruit onderhoudt, voelt hij zich niet vrij om deze zaak te behandelen en om die reden verzoekt hij de verschoningskamer om hem toestemming te verlenen om zich te verschonen van de behandeling van deze zaak.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. W.J.J. Wetzels zich in de civielrechtelijke procedure van de stichting als verzoekster tegen [verweerder] als verweerster met kenmerk 11083074 VZ VERZ 24-4599 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.C. Franken, voorzitter, mr. J. van den Bos en
mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, rechters en door de voorzitter en de griffier, mr. H.C.C. Pang-Kan, ondertekend op 30 mei 2024.
Verzonden op:
aan:
-
-
-
-