“
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij, toezichthouder 38844, met mijn collega met toezichthoudernummer 24883 in de vuile slachthal, naast de broeibak. De broeibak is een bak met heet broeiwater (ongeveer 59 °C). Ik zag daar dat een varken die ondersteboven aan een ketting aan de achterpoot opgehangen was, de mond opende in een plotselinge, erg intense, aritmische beweging. Vanuit mijn deskundigheid als dierenarts concludeerde ik dat dit gasping is. Gasping is een hersenstam reflex waarbij rudimentaire ademhalingsactiviteit voorkomt door de mond.
Op dat moment begon ik een video met mijn mobiele telefoon op te nemen. Ik zag dat hetzelfde varken opnieuw gaspte. Toen heb ik mijn telefoon aan mijn collega overgegeven om met de video-opname verder te gaan. Ik ben naar een medewerker met blauwe overall gegaan die naast ons stond en vroeg om de slachtlijn te stoppen. Ik weet dat mensen met een blauwe overall tot de technische dienst van het bedrijf horen. Naast de ophangerspositie is er een knop om de slachtlijn te kunnen stoppen. Omdat ik zag dat het varken de broeibak al in ging, ben ik niet meer naar de ophangpositie geweest om de lijn te laten stoppen.
Toen ik de video-opname bekeek, zag ik dat het varken gedurende de 37 seconden van de video, negen keer gaspte, zie bijlage video interventie 170128.
Ik zag veel bloed op de onderkaak, waaruit ik concludeerde dat het dier gestoken was.
Mijn collega en ik gingen naar het kantoor van de leidinggevende van het slachthuis. Hij heeft aan ons de beelden van de CCTV camera laten zien. Daar zag ik geen reactie op het water toen het varken het water van de broeibak aanraakte. In het NVWA document WLZVL-017 staat dat de reactie op het water een teken van leven, bewustzijn en gevoeligheid is.
Vanuit mijn deskundigheid als dierenarts en volgens EFSA (European Food Safety Authority) weet ik dat gasping na de toepassing van gasbedwelming kan voorkomen, dat het kort aanwezig kan zijn en stopt aan het einde van de verbloeding, wanneer het dier dood is. Volgens het document WLZVL-017 is één van de kenmerken van het beeld van een dood dier de afwezigheid van gasping. Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat het varken, dat niet het volledige beeld van een dood dier had, de broeibak in ging.
Op het slachthuis [eiseres] wordt bedwelming door koolstofoxide in hoge concentratie gebruikt. Als de concentratie onder een niveau valt, geeft het systeem een hoorbaar waarschuwingssignaal. Volgens het protocol van het bedrijf, volgt het alarm van de installatie en stopt deze automatisch als de concentratie CO2 onder de 80% valt. Volgens Verordening (EG) nr. 1099/2009 bijlage I, tabel 3 is dit een eenvoudige methode van bedwelming bij de slacht van varkens die niet de onmiddellijke dood tot gevolg heeft. Vanuit mijn deskundigheid als dierenarts weet ik dat als de eenvoudige bedwelming niet wordt gevolgd door verbloeden dit een risico op ernstig lijden met zich meebrengt. Met name hetrisico dat het dier weer bijkomt.
Tijdens het ophangen wordt een controle van de effectiviteit van de bedwelming door de aanketters uitgevoerd. Volgens het protocol van het slachthuis wordt per acht dieren één dier gecontroleerd op corneareflex. Als de corneareflex nog aanwezig is, wordt het dier bedwelmd door de back-up apparatuur, door middel van elektrische bedwelming. Na de bedwelming worden alle dieren gedood door middel van een messteek in de hals en het verbloeden wat hierop volgt.
Het bedrijf maakt gebruik van video-opnames om het steek/slachtproces te monitoren. Bovendien zijn er meteen na de steekpositie twee medewerkers die de procedure van het steken controleren. Daarnaast is er een geautomatiseerd systeem meteen na de steekpositie dat, als de fixatie en/of het steken niet volgens de geldende eisen is gedaan, de lijn stopt. Volgens het protocol van het bedrijf, neemt een medewerker corrigerende maatregelen, namelijk hij gebruikt de elektrische back-up apparatuur/tang, die beschikbaar is tussen de steker en de ophanger, als een medewerker of het systeem een afwijking constateert.
Na het steken hangen de dieren gedurende ongeveer 4.35 minuut zodat de verbloeding plaatsvind. Tijdens die periode gaan de dieren dood vanwege het gebrek aan bloed naar de hersenen. Na die periode gaan de karkassen de broeibak in. Als tijdens die periode tekenen van bewustzijn of leven voorkomen, wordt de elektrische back-up apparaat gebruikt door een van de aanketters of de chef vuile slachthal. Deze controle is een wettelijke plicht, omdat er de mogelijkheid is dat een dier dat goed bedwelmd was, terug bij bewustzijn komt.
De dieren hangen achter de aanketters en zijn niet allemaal zichtbaar vanuit hun positie, noch van de positie van de controleurs na het steken.
Ik stelde vast dat bij bedwelmde varkens een onvolledige controle werd uitgevoerd op de afwezigheid van tekenen van leven na einde verbloeden, kort voor de broeibak. Ik zag namelijk dat een varken met tekenen van leven, namelijk gasping, de broeibak in ging.”