Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 21 december 2023;
- het verweerschrift van de vrouw, ingekomen op 16 januari 2024.
- partijen en advocaten voornoemd;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), in zijn adviserende rol, vertegenwoordigd door [naam 3] .
2.De vaststaande feiten
- uitgesproken de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van partijen;
- is bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw zal zijn;
- is een zorgregeling vastgesteld als volgt:
* verblijft de minderjarige gedurende zes weken elke zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur bij de man:
* vervolgens gedurende zes weken elke vrijdag uit school tot zaterdag 17.00 uur in de woning van de man of, zolang de man nog geen zelfstandige woonruimte heeft, in de woning van oma (vz) in aanwezigheid van de man;
* daarna zullen partijen met elkaar in overleg gaan over een overstap naar een co-ouderschapsregeling.
3.De beoordeling
- de minderjarige in de even weken bij de vrouw verblijft en in de oneven weken bij de man. Op de zondag 17.00 uur, aan het einde van de week bij de vrouw, brengt de vrouw de minderjarige naar de man. De man zorgt ervoor dat de minderjarige het volgende weekend op zondag 17.00 uur weer bij de vrouw is;
- de vakanties en feestdagen worden bij helfte verdeeld.
4.De beslissing
- de man heeft de minderjarige bij zich iedere week van vrijdag 14.30 uur uit school tot maandag naar school alsmede
- de helft van de vakanties en feestdagen,