ECLI:NL:RBROT:2024:5321

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
10-045216-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens stalking, bedreiging, openbaar maken van naaktfoto’s en poging tot dwang

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van stalking, bedreiging, het openbaar maken van naaktfoto’s en poging tot dwang. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 21 januari 2023 tot en met 13 december 2023 stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin, door haar te dwingen tot contact en haar te bedreigen met geweld. Daarnaast heeft hij op 22 mei 2020 naaktfoto’s van haar openbaar gemaakt door deze naar haar moeder te sturen, wetende dat dit nadelige gevolgen voor haar zou hebben. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en heeft een gevangenisstraf van 168 dagen opgelegd, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contact- en locatieverbod, en moet de verdachte zich houden aan toezicht en behandeling door de reclassering. De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de impact van de feiten op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een verstandelijke beperking en eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10-045216-24
Datum zitting: 16 mei 2024
Datum uitspraak: 17 mei 2024
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1], ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres 1],
raadsvrouw J.A. Schuttevaer, advocaat te Den Haag.
Officier van justitie: B.M. van Heemst

Beschuldiging

De verdachte wordt beschuldigd van stalking, bedreiging en het dwingen van zijn ex-vriendin en het openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van haar. De volledige tenlastelegging houdt in dat de verdachte:
1.
in of omstreeks de periode van 21 januari 2023 tot en met 13 december 2023 te Rotterdam,
althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door:
  • meerdere malen te bellen naar die voornoemde [slachtoffer] en/of
  • meerdere malen (dreigende) tekstberichten en/of audioberichten via WhatsApp, althans enige berichtendienst, te sturen naar die voornoemde [slachtoffer] en/of
  • meerdere malen (dreigende) e-mails te sturen naar die voornoemde [slachtoffer],
met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen.
2.
in of omstreeks in de periode van 15 juli 2022 tot en met 13 december 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend (schriftelijk) de woorden toe te voegen
  • “Ik ga iets plakken onder jouw auto! Iets gaat onder jouw auto. Wacht maar.” “Waar staat die kanker auto van je moeder geparkeerd. Broer ik ga die bom plakken onder die auto” en/of
  • “Wacht maar als die kanker moeder naar buiten komt. Daar wacht ik op. Laat je kanker moeder naar buiten komen. Ik schiet er” en/of
  • “Vieze rat. Je hebt ‘scootoe’ gebeld. Ik ga mijn mensen bellen” en/of
  • “Laat je kankervriendje onderduiken als Anne Frank ik leeg clips op em zoals hitler of beter gezegd ik pak je zoals israel palestina neukt ik krijg jullie alle maal en praat voor 4 personen” en/of
  • “Bro hoeveel bommen moet ik op je werk gooien, voordat ze jouw gaan ontslaan. Nu weet ik dat ik met hardere bommen moet komen” en/of
  • “Want ik zweer. Ik ga morgen bommelding op Schiphol doen uit je vadersnaam. Ik ga morgen Schiphol bellen Ik ga je vaders ‘kill’. Ik ga je vader arm maken. Ik zweer en je ‘Fucking’ broer ook. Ik maak jullie dood” en/of
  • “ik ga je hersenen uit je schedel eten” en/of
  • “je gaat kogels eten” en/of
  • “als je mij vast zet, ben je niet meer veilig”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
3.
op 22 mei 2020 te Rotterdam van een persoon, [slachtoffer], afbeeldingen van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die openbaarmaking nadelig voor [slachtoffer] kon zijn door naaktfoto’s, waarop die [slachtoffer] te zien is, naar een ander persoon, de moeder van die [slachtoffer], te sturen.
4.
in of omstreeks de periode van 15 juli 2022 tot en met 13 december 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het hem voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer], door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer], wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het (telefonisch) contact op nemen met hem, verdachte, en/of een relatie te blijven aangaan met hem, verdachte, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Bewijs

Vordering officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden. Wat de onder 1 ten laste gelegde stalking betreft heeft zij gesteld dat die in de perioden van januari-februari 2023 en november/december 2023 plaatsvond.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de ten laste gelegde periode onder feit 1 dient te worden ingekort tot 21 november 2023. Ook moet de verdachte worden vrijgesproken van feit 3, omdat hij de naaktfoto’s niet openbaar heeft gemaakt. Verder dient de verdachte te worden vrijgesproken voor feit 4, omdat niet duidelijk is waaruit de dwang heeft bestaan. Bovendien kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een begin van uitvoering.
Oordeel rechtbank
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte:
1.
in de periode van 21 januari 2023 tot en met
21 november2023 te Rotterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door:
  • meerdere malen te bellen naar die [slachtoffer] en/of
  • meerdere malen tekstberichten en audioberichten via WhatsApp te sturen naar die [slachtoffer] en
  • meerdere malen e-mails te sturen naar die [slachtoffer],
met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen.
2.
in de periode van 15 juli 2022 tot en met 13 december 2023 te Rotterdam, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen
  • “Ik ga iets plakken onder jouw auto! Iets gaat onder jouw auto. Wacht maar.” “Waar staat die kanker auto van je moeder geparkeerd. Broer ik ga die bom plakken onder die auto” en
  • “Vieze rat. Je hebt ‘scootoe’ gebeld. Ik ga mijn mensen bellen” en
  • “Laat je kankervriendje onderduiken als Anne Frank; ik leeg clips op hem zoals Hitler of beter gezegd: ik pak je zoals Israël Palestina neukt. Ik krijg jullie allemaal en praat voor 4 personen” en
  • “Bro, hoeveel bommen moet ik op je werk gooien, voordat ze jou gaan ontslaan. Nu weet ik dat ik met hardere bommen moet komen” en
  • “Want ik zweer. Ik ga morgen bommelding op Schiphol doen uit je vaders naam. Ik ga morgen Schiphol bellen. Ik ga je vaders kill’. Ik ga je vader arm maken. Ik zweer en je ‘fucking’ broer ook. Ik maak jullie dood” en
  • “Ik ga je hersenen uit je schedel eten” en
  • “Je gaat kogels eten” en
  • “Als je mij vast zet, ben je niet meer veilig”.
3.
op 22 mei 2020 te Rotterdam van een persoon, [slachtoffer], afbeeldingen van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die openbaarmaking nadelig voor [slachtoffer] kon zijn door naaktfoto’s waarop die [slachtoffer] te zien is naar een ander persoon, de moeder van die [slachtoffer], te sturen.
4.
in de periode van 15 juli 2022 tot en met 13 december 2023 te Rotterdam, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer], door enige feitelijkheid en door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer], wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten het (telefonisch) contact op nemen met hem, verdachte, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van bewijsmiddelen. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsoverweging
Ter aanvulling daarop wordt overwogen dat uit de wetsgeschiedenis van artikel 139h van het Wetboek van Strafrecht blijkt dat openbaar maken betekent dat de afbeelding ter beschikking wordt gesteld dan wel bekend wordt gemaakt aan een ander en dat de dader de wil moet hebben gehad tot zo’n openbaarmaking. De verdachte heeft de afbeeldingen van seksuele aard toegezonden en daarmee bekend gemaakt aan de moeder van de aangeefster. Hij heeft ter zitting verklaard dat die bekendmaking ook zijn bedoeling was. Er is dan ook sprake van openbaarmaking. Het verweer wordt verworpen.

Verboden gedragingen en strafbaarheid

Kwalificatie
1.
belaging
2.
bedreiging, meermalen gepleegd
3.
het openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn
4.
poging om een ander door een feitelijkheid en bedreiging met geweld of een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk te dwingen iets te doen
Strafbaarheid feit en verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

Straf

Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 205 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar, en met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd met dadelijke uitvoerbaarheid daarvan, en oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht gedurende twee jaar met dadelijke uitvoerbaarheid daarvan.
Oordeel rechtbank
Gepleegde feiten
De verdachte heeft zijn ex-vriendin gestalkt in de maanden januari-februari en november 2023 heeft geprobeerd haar te dwingen om telefonisch contact met hem op te nemen. Ook heeft hij haar diverse malen bedreigd ’ en naaktfoto’s van haar openbaar gemaakt. Dit zijn feiten die een grote, ontwrichtende impact op het leven van de aangeefster hebben gehad en nog steeds hebben; zij is bang, voelt zich onveilig en schaamt zich.
Persoon verdachte
Uit het strafblad van 9 april 2024 blijkt dat de verdachte eerder voor bedreiging en huiselijk geweld is veroordeeld.
De forensisch psychiater, [naam], heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 8 mei 2024. Dit rapport houdt – samengevat en voor zover hier van belang – het volgende in. De verdachte heeft een verstandelijke beperking en een achterstand in sociaal-emotionele ontwikkeling, waardoor hij nog kinderlijk in de wereld staat. Hij is nauwelijks in staat zich maatschappelijk te handhaven en zich in relaties, zowel intiem als in familieverband, in wederkerigheid en met inleving in anderen te gedragen. De verdachte verdraagt frustraties en onzekerheid in een relatie niet. Wanneer alcohol en of drugs zijn emotieregulatie en impulsbeheersing helemaal teniet doen, kan hij tot bedreiging en belediging komen. De psychiater adviseert daarom bij een veroordeling de volgende bijzondere voorwaarden in het kader van de begeleiding: toezicht door de reclassering, behandeling door Fivoor, praktische ondersteuning door Humanitas en continuering van de bewindvoering.
Stichting Verslavingsreclassering GGZ heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 mei 2024. Dit rapport houdt – samengevat en voor zover hier van belang – het volgende in. De reclassering schat het herhalingsgevaar als hoog in. Gelet op de risico’s en vanuit slachtofferbewust denken is slachtofferbescherming nodig en daarnaast begeleiding en behandeling. De reclassering adviseert in het kader van slachtofferbescherming bij een veroordeling een contactverbod met de aangeefster en locatieverbod op te leggen. Daarnaast worden een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang (indien nodig), dagbesteding en meewerken aan middelencontrole geadviseerd.
Op de zitting is namens de verdachte naar voren gebracht dat het behoud van zijn woning noodzakelijk is. Als hij langer in de detentie moet verblijven, is er een grote kans dat hij zijn woning kwijt zal raken.
Straf
De ernst van de feiten rechtvaardigt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat wordt onderstreept door uitspraken in soortgelijke zaken. De rechtbank zal aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 168 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Dit betekent dat de verdachte een week na de uitspraak in vrijheid zal worden gesteld, zodat de reclassering tijd krijgt om de enkelband bij de verdachte aan te sluiten.
Een dergelijke gevangenisstraf vindt de rechtbank een passende bestraffing voor de bewezenverklaarde feiten, mede gelet op de samenloop van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het voorwaardelijke strafdeel en de bijzondere voorwaarden dienen ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan dit voorwaardelijke strafdeel wordt - in afwijking van de eis van de officier van justitie - een proeftijd van drie jaren verbonden. Omdat de feiten volgens vaste rechtspraak geen misdrijven betreffen die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam, zal de gevorderde dadelijke uitvoerbaarheid niet worden bevolen.
Daarnaast zal ook een contact- en locatieverbod in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht worden opgelegd. Deze maatregel zal dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er gelet op de rapportages en het strafblad van de verdachte ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend jegens de aangeefster gedraagt.
Wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 45, 56, 57, 139h, 284, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissingen

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 168 (honderdachtenzestig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf,
groot 60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde: de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
de veroordeelde meldt zich op 31 mei 2024 bij Fivoor-reclassering op het adres Johanna Westerdijkplein 40 in Den Haag voor de start van het toezicht. De veroordeelde blijft zich melden bij de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
de veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor-forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk tijdens de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zo veel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Indien er sprake is van een terugval in middelengebruik waardoor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie noodzakelijk is, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een dergelijke kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, nadat deze door de rechter is bevolen, de veroordeelde zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
Begeleiding zorgverlener
de veroordeelde laat zich begeleiden door Humanitas Homerun of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding start zo spoedig mogelijk tijdens de proeftijd. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zo veel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
indien de reclassering dit nodig vindt, verblijft de veroordeelde in een nader te indiceren of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt in dat geval de gehele proeftijd of zo veel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Contactverbod
de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met
[slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] in [geboorteplaats 2], zo lang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit contactverbod zo lang de reclassering dat nodig vindt. Met elektronische monitoring via enkelband en slachtofferdevice kan de reclassering het genoemde slachtoffer informeren als de veroordeelde dichtbij komt;
Locatieverbod
de veroordeelde bevindt zich niet binnen een straal van 5 kilometer van het adres [adres 2], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Politieopvolging bij overtreding is vereist. Het verboden gebied omvat de volgende plaatsen:
  • [plaats 1];
  • [plaats 2];
  • het gebied tussen N209 en N219 tot aan Bleiswijk;
  • de Rotterdamse wijken:
o [wijk 1];
o [wijk 2];
Met elektronische monitoring via enkelband en slachtofferdevice kan de reclassering het genoemde slachtoffer informeren als de veroordeelde dichtbij komt;
Dagbesteding
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
Meewerken aan middelencontrole
de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek, ademonderzoek (blaastest) en alcoholband gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 3 (drie) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet op te houden in de volgende gebieden:
  • [plaats 1];
  • [plaats 2];
  • het gebied tussen N209 en N219 tot aan Bleiswijk;
  • de Rotterdamse wijken:
o [wijk 1];
o [wijk 2].
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met
[slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] in [geboorteplaats 2];
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van
1 (één) week;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op en zal in totaal ten hoogste
6 (zes) maandenbedragen;

beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop
de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal
zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door J.H. Janssen, voorzitter,
F.A. Hut en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van E.S. Roman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 17 mei 2024.