ECLI:NL:RBROT:2024:5313

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
C/10/677656 HO RK 24/428
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Homologatieverzoek en aanstelling observator in WHOA-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 april 2024 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot homologatie van een akkoord onder de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De verzoekster, een besloten vennootschap, heeft op 2 februari 2024 een startverklaring ingediend en op 19 april 2024 een stemverslag en een verzoekschrift tot homologatie van het aangeboden akkoord gedeponeerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek en heeft besloten een zitting te bepalen voor de behandeling van de homologatie.

Aangezien niet alle klassen hebben ingestemd met het akkoord en er nog geen herstructureringsdeskundige of observator was aangesteld, heeft de rechtbank mr. M. Kooiman als observator aangewezen. De kosten van de observator komen voor rekening van de verzoekster, die hiervoor zekerheid moet stellen. De rechtbank heeft ook een datum vastgesteld voor de behandeling van het homologatieverzoek, die gepland staat op 17 mei 2024. De rechtbank verwacht dat eventuele afwijzingsverzoeken uiterlijk op 14 mei 2024 worden ingediend.

De rechtbank heeft de verzoekster opgedragen om de stemgerechtigden onverwijld schriftelijk op de hoogte te stellen van deze beschikking en hen te wijzen op de mogelijkheid om zich aan te melden voor de zitting. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank ROTTERDAM

Team Insolventie – meervoudige kamer
dagbepaling behandeling verzoek homologatie onderhands akkoord en aanstelling observator
rekestnummer: C/10/677656 HO RK 24/428
uitspraakdatum: 22 april 2024
Beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 383 Fw in de besloten akkoordprocedure buiten faillissement, van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
aldaar handelend onder de naam
[verzoekster] ,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. J.A. Bloo.

1.De procedure

1.1.
[verzoekster] heeft op 2 februari 2024 ter griffie van deze rechtbank een startverklaring als bedoeld in artikel 370 lid 3 van de Faillissementswet (hierna: Fw) gedeponeerd.
1.2.
[verzoekster] heeft op 19 april 2024 een stemverslag als bedoeld in artikel 382 Fw ter griffie van deze rechtbank gedeponeerd.
1.3.
[verzoekster] heeft op 19 april 2024 een verzoekschrift met bijlagen tot homologatie van het door haar aangeboden akkoord op grond van artikel 383 lid 1 Fw ingediend.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek om homologatie van het akkoord en zal gezien artikel 383 lid 4 Fw, de zitting bepalen waarop zij de homologatie behandelt.
2.2.
Nu [verzoekster] een verzoek heeft ingediend tot homologatie van een akkoord waarmee niet alle klassen hebben ingestemd en de rechtbank nog geen herstructureringsdeskundige heeft aangewezen of een observator heeft aangesteld, stelt de rechtbank ingevolge artikel 383 lid 4 Fw alsnog een observator aan, te weten mr. M. Kooiman. De kosten van de observator komen voor rekening van [verzoekster] die voor de betaling daarvan ten genoegen van de observator zekerheid dient te stellen. De rechtbank zal op de voet van artikel 380 lid 4 Fw jo artikel 371 lid 10 Fw het salaris van de observator bepalen.
2.3.
De rechtbank wenst van de observator op
maandag, 13 mei 2024 om uiterlijk 16:00 uureen zienswijze te ontvangen op het verzoek tot homologatie van het akkoord, waaronder ten aanzien van de vraag of (i) aan de voorwaarde van artikel 383 lid 1 Fw is voldaan en (ii) sprake is van een van de gronden genoemd in artikel 384 lid 2 Fw. De rechtbank verneemt graag tevens de zienswijze van de observator op (eventuele) discussiepunten tussen verzoeker en belanghebbenden. Mede teneinde de observator de gelegenheid te bieden bovengenoemde zienswijze te formuleren, zal de rechtbank de datum voor de behandeling van het homologatieverzoek, stellen op ondergenoemde dag.
2.4.
Het verzoek tot homologatie wordt op
vrijdag, 17 mei 2024 om 11:00 uurbehandeld in een van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein nrs. 100-125 te Rotterdam.
2.5.
De rechtbank verwacht op grond van de goede procesorde dat eventuele afwijzingsverzoeken uiterlijk
dinsdag, 14 mei 2024 om 12:00 uurworden ingediend.
2.6.
[verzoekster] moet op grond van artikel 383 lid 5 Fw de stemgerechtigden onverwijld schriftelijk kennis geven van deze beschikking en [verzoekster] dient hen te wijzen op de mogelijkheid om zich via de griffier van de rechtbank Rotterdam aan te melden voor de zitting.

3.De beslissing:

De rechtbank:
- bepaalt dat het verzoekschrift strekkende tot homologatie van het akkoord ex artikel 383 lid 1 Fw wordt behandeld op
vrijdag, 17 mei 2024 11:00 uurin een van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein nrs. 100-125 te Rotterdam, door de rechters mr. C.G.E. Prenger, mr. V.G.T. van Emstede en
mr. S. Boot;
- stelt aan als observator:
mr. M. Kooiman,
advocaat bij YUR Advocaten B.V.,
correspondentieadres: Postbus 4163, 3006 AD Rotterdam,
bezoekadres: Oostmaaslaan 59-71, 3063 AN Rotterdam;
- draagt [verzoekster] op onverwijld aan de observator te verstrekken alle informatie, die zij onder zich heeft, waarover de observator wenst te beschikken en die nodig is in het kader van de goede uitoefening van haar taak;
- stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de observator en van de derden die door haar worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten vast op een bedrag van € 7.500,00 exclusief BTW;
- bepaalt dat de kosten van de observator ten laste van [verzoekster] komen en dat [verzoekster] voor de betaling daarvan ten genoegen van de observator zekerheid dient te stellen;
- bepaalt dat [verzoekster] de stemgerechtigde schuldeisers en de aandeelhouder onverwijld schriftelijk kennis geeft van deze beschikking en hen wijst op de mogelijkheid om zich via de griffier van de rechtbank Rotterdam aan te melden voor de zitting.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.G.E. Prenger, voorzitter, mr. V.G.T. van Emstede en mr. S. Boot, rechters, en in aanwezigheid van mr. E.E. Hiele, griffier, in het openbaar uitgesproken op 22 april 2024.