ECLI:NL:RBROT:2024:5271

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
C/10/679554 / FA RK 24-3911
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om voortzetting van de op 24 mei 2024 opgelegde crisismaatregel, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van doelmatigheid voor verplichte zorg. Betrokkene, die bekend is met multi-middelengebruik, had geen acute psychiatrische stoornis en was niet gemotiveerd om zijn middelengebruik te stoppen. De psychiater bevestigde dat zorg in een verplicht kader niet effectief zou zijn en dat motivatie van binnenuit noodzakelijk is voor een duurzame afkick. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat verplichte zorg niet aan de criteria voldeed zoals gesteld in de Wvggz. De beslissing werd mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 7 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/679554 / FA RK 24-3911
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 mei 2024 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
op dit moment verblijvende in [instelling] , [kliniek] te [plaats] ,
advocaat mr. R.H.P. Feiner te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 mei 2024, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 24 mei 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 24 mei 2024;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 24 mei 2024;
  • het historisch overzicht, waarop geen eerder afgegeven machtigingen staan vermeld;
  • de relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 mei 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , psychiater, en [naam 3] , afdelingsarts, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene is bekend met multi-middelengebruik, waaronder cannabis, cocaïne en opiaten. Voorafgaand aan de opname zijn er bij de politie diverse meldingen van geluidsoverlast gedaan en bleek betrokkene zijn woning te hebben vernield.
De arts heeft verklaard dat er grote zorgen zijn omtrent betrokkene. Zo dreigt hij dakloos te worden en tevens is hij werkeloos. Betrokkene is aangeboden om in een vrijwillig kader te werken aan zijn verslaving, echter heeft hij niet de wens om met zijn gebruik te stoppen. De psychiater heeft verklaard dat zorg in een verplicht kader, niet doelmatig zal zijn. Indien betrokkene zelf gemotiveerd is om zijn middelengebruik te stoppen, kan de zorg hem hier verder in begeleiden, maar in een verplicht kader zal de onthouding niet duurzaam zijn.
De advocaat bepleit afwijzing, omdat er volgens hem geen sprake is van een acuut psychiatrisch toestandsbeeld. De psychiater bevestigt dit. Tevens wil betrokkene op vrijwillige basis meewerken aan de zorg, met behulp van een ambulant team bijvoorbeeld, aldus de advocaat.
De rechtbank oordeelt dat er op dit moment geen sprake is van een psychische stoornis en dat verplichte zorg, gelet op de toelichting van de psychiater, niet doelmatig is. Om duurzaam af te kicken is motivatie vanbinnen uit nodig.
2.2.
Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat niet is voldaan aan de criteria voor verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 30 mei 2024 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van A.M.M. Wassenberg, griffier, en op 7 juni schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.