ECLI:NL:RBROT:2024:5265

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
10-996789-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van schuldwitwassen en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van schuldwitwassen en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De verdachte had crimineel geld tot zijn beschikking en een vuurwapen met munitie voorhanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich samen met zijn partner en schoonfamilie schuldig had gemaakt aan (gewoonte)witwassen, waarbij het onderzoek 'Batesville' zich richtte op witwashandelingen van medeverdachten en hun familie. De verdachte had gebruik gemaakt van crimineel geld van zijn vader, die bestuurder was van een vennootschap in Dubai. De rechtbank oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geld van zijn vader uit misdrijf afkomstig was. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 240 uren, met aftrek van voorarrest. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen goederen, waaronder een woning en een horloge, verbeurd werden verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-996789-18
Datum uitspraak: 10 april 2024
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] ,
raadsman mr. S.J. Römer, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 maart 2024 en van 10 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 27 januari 2022 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feit 2
Het onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Feit 1 - Bewijswaardering
Inleiding
De verdenking in deze strafzaak houdt in dat de verdachte zich samen met zijn partner en schoonfamilie schuldig heeft gemaakt aan (gewoonte)witwassen, dan wel schuldwitwassen.
Het onderzoek ‘Batesville’ draait om witwashandelingen van [medeverdachte 1] en zijn vier (schoon)kinderen. Het onderzoek was in aanvang gericht op de aankopen van vier woningen te ’s-Gravendeel. Twee van deze woningen zijn gefinancierd door [naam bedrijf 1] , gevestigd in Dubai (hierna: ‘ [naam bedrijf 1] ’). De bestuurders van deze rechtspersoon zijn de verdachte en zijn vader.
Nader onderzoek wees uit dat [medeverdachte 1] ook schenkingen deed aan zijn kinderen met geld afkomstig van [naam bedrijf 1] . Daarnaast werden er stortingen gedaan op de rekeningen van de partner van de verdachte en van zijn zus door [naam bedrijf 2] , een vennootschap in Dubai waarvan [medeverdachte 1] bestuurder was. Bij vier verdachten in dit onderzoek is daarnaast contant geld op hun bankrekeningen gestort.
4.1
Standpunten
4.1.1
Standpunt verdediging
De verdachte weet niet beter dan dat zijn vader een succesvol en vermogend zakenman is. Vanuit die wetenschap heeft hij geld van hem geleend voor de aanschaf van een huis, en een schenking en een horloge van hem aanvaard.
Uit het dossier volgt niet dat de verdachte enig vermoeden had, laat staan wetenschap, dat de lening voor de woning aan [adres 1] in 2015 geld betrof dat afkomstig was uit enig misdrijf.
Over een periode van vier jaren wordt in totaal € 23.640,- aan contanten op de bankrekening van de verdachte gestort. Het gestorte geld betreft de opbrengst van de verkoop van een camper van € 6.000,-, vergoedingen voor klusjes voor vrienden en € 2.500,- die hij elk jaar van zijn vader voor zijn verjaardag kreeg.
De verdachte heeft in Dubai gewerkt en verdiende € 2.500,- netto per maand. De verdachte heeft twee maandsalarissen doorgestort naar zijn rekening in Nederland.
4.1.2
Standpunt officier van justitie
De verdachte is bestuurder van [naam bedrijf 1] . Hij verbleef regelmatig in Dubai, Portugal en Spanje. De verdachte had ook toegang tot de rekeningen van de bedrijven van zijn vader, zodat hij betalingen kon doen. De verdachte kon daarom beschikken over de geldbedragen voor de aanschaf van de woningen aan [adres 1] en [adres 2] en de schenking van € 52.000,- aan zijn zus.
Het geld van de vader van de verdachte heeft geen legale herkomst.
De hypotheek voor de aankoop van het pand aan [adres 1] is alleen gevestigd om een legale herkomst van de gelden te fingeren. De verdachte heeft met zijn partner gebruik gemaakt van het criminele geld van zijn vader en hij wist dat dit crimineel geld was. Dit geldt ook voor de schenking die hij van zijn vader heeft gekregen voor de aankoop van het pand en het horloge dat hij van zijn vader heeft gekregen.
De verdachte heeft geen concrete of verifieerbare verklaring gegeven voor de herkomst van de contante stortingen op zijn rekening. De contante stortingen kunnen niet worden verantwoord uit de girale looninkomsten. Verdachtes verklaring dat hij contant geld had door verkoop van een camper en klusjes voor vrienden is op geen enkele manier onderbouwd en daardoor niet verifieerbaar.
De verdachte heeft ook geen concrete of verifieerbare verklaring afgelegd voor het overgeboekte geld vanuit Dubai. Ook heeft hij zijn verklaring niet nader onderbouwd met bankafschriften.
4.2
Beoordeling rechtbank
4.2.1
Betrokkenheid verdachte als bestuurder van [naam bedrijf 1]
is een vennootschap gevestigd in Dubai die is opgericht op [datum] . De vader van de verdachte bezit 100% van de aandelen van de vennootschap. De verdachte en zijn vader zijn op papier de bestuurders van deze onderneming. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard niet te weten dat hij bestuurder is. De verdachte stelt dat hij alleen gemachtigd was om betalingen te doen in geval van overlijden van zijn vader. Deze verklaring wordt niet weerlegd door de inhoud van het strafdossier en is niet op voorhand onaannemelijk. Daarnaast blijkt uit de verklaring van de vader van de verdachte dat hij de overboekingen heeft gedaan voor de aanschaf van de woningen aan [adres 1] en [adres 2] . Dit geldt ook voor de schenking van € 52.000,- aan de zus van de verdachte. Onvoldoende vast is komen te staan dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de overboekingen van voornoemde geldbedragen vanaf de bankrekening van [naam bedrijf 1] . De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van het onder b en c tenlastegelegde.
4.2.2
Herkomst geld
De verdachte heeft geld van zijn vader gekregen voor de aankoop van het pand aan [adres 1] in de vorm van een lening en een schenking. Ten aanzien van het geld waar zijn vader over kon beschikken is er een redelijk vermoeden dat dit uit misdrijf afkomstig is. Verdachtes vader is er niet in geslaagd dit vermoeden te weerleggen. Zijn verklaringen over de herkomst van het geld zijn deels ongeloofwaardig (bitcoins en provisie Chinese staatsobligaties). Voor zover zijn verklaring verifieerbaar was heeft nader onderzoek niet geleid tot de door hem beweerdelijke legale herkomst. Er moet dan ook van uitgegaan worden dat het geld dat de verdachte van zijn vader heeft gekregen uit enig misdrijf afkomstig is. Dit geldt evenzeer voor het horloge dat de verdachte van zijn vader heeft gekregen en in Dubai is gekocht.
De herkomst van het geld van de contante stortingen op eigen rekening en de overboeking vanuit Dubai naar zijn eigen rekening is onduidelijk. Deze stortingen en overboeking kunnen niet verklaard worden uit legaal inkomen van de verdachte of zijn partner. Het vermoeden is dan ook gerechtvaardigd dat ook dit geld uit enig misdrijf afkomstig is. De verdachte heeft hierover bij de politie geen verklaring afgelegd. Op de zitting heeft hij verklaard dat dit geld afkomstig zou zijn van de verkoop van een camper, klusjes bij vrienden, verjaardagsgeld en inkomsten uit loondienst in Dubai. Deze verklaring is op geen enkele manier onderbouwd en is niet verifieerbaar. De rechtbank concludeert dan ook dat ook dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
4.2.3
Weten of redelijkerwijs moeten vermoeden van criminele herkomst
Uit het dossier blijkt dat de verdachte en medeverdachten vanuit Nederland konden beschikken over de bankrekeningen van de in Dubai gevestigde bedrijven van zijn vader en ook over diens persoonlijke bankrekening. De verdachte heeft over het inkomen en vermogen van zijn vader niets anders kunnen zeggen dan dat hij een succesvol zakenman was. Hoewel het nauwelijks voorstelbaar is dat hij niet wist van de criminele herkomst van het inkomen en vermogen van zijn vader, kan dit op basis van het dossier niet worden vastgesteld.
Uit niets blijkt echter dat hij zijn vader op enig moment vragen heeft gesteld over de herkomst van het geld dat hij van hem kreeg. Dit had op zijn weg gelegen, mede gezien de veroordeling van zijn vader begin deze eeuw voor drugshandel. Hij had redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld van enig misdrijf afkomstig was.
Dit geldt ook voor het geld dat contant op de rekening van de verdachte is gestort en door hem is overgeboekt vanuit Dubai. Niet kan worden bewezen dat hij wist dat dit geld geen legale herkomst had, maar hij had dit wel redelijkerwijs moeten vermoeden.
4.3
Bespreking ten laste gelegde transacties
4.3.1
Aankoop [adres 1]
De verdachte heeft gebruik gemaakt van het criminele geld dat door een bedrijf van zijn vader is overgemaakt in de vorm van een hypothecaire lening. Ook heeft hij gebruik gemaakt van de woning die met dat geld is gekocht door in deze woning te wonen. Omdat de zakelijkheid aan de familiehypotheek bijna geheel ontbreekt - er is maar beperkt rente betaald en afgelost, de originaire leenovereenkomst ontbreekt - is in wezen sprake van een schenking aan de verdachte en zijn partner door zijn vader. Daarnaast heeft de vader van de verdachte, ten behoeve van de aankoop van [adres 1] , € 52.000,- aan de verdachte geschonken.
Zoals hiervoor is overwogen had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld van zijn vader uit enig misdrijf afkomstig was. Door desondanks het pand te kopen en daarin te gaan wonen heeft hij zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.2
Contante stortingen
In de periode vanaf 9 juni 2015 tot en met 19 september 2018 is in totaal € 23.640,- aan contanten op de bankrekening van de verdachte ( [bankrekeningnummer] ) gestort. Zoals hiervoor geconcludeerd heeft dit geld een criminele herkomst omdat een legale herkomst niet aannemelijk is geworden. Door het storten en weer opnemen van gelden heeft verdachte de werkelijke herkomst verhuld. Ook heeft hij van deze gelden gebruik gemaakt, aangezien er geen contant geld bij hem is aangetroffen. De verdachte heeft zich ten aanzien van de contante stortingen schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.3
Horloge
In de woning van de verdachte is tijdens de doorzoeking een horloge aangetroffen. Uit de verklaring van de verdachte op 20 maart 2017 op Schiphol en de aldaar overgelegde factuur blijkt dat het horloge op 8 juni 2016 is aangeschaft. De verdachte heeft verklaard het horloge cadeau te hebben gekregen van zijn vader. Hiervoor is reeds vast komen te staan dat het inkomen en vermogen van zijn vader een criminele herkomst had. Zoals hiervoor is overwogen had de verdachte daarom minst genomen moeten vermoeden dat het horloge met crimineel geld was aangeschaft. Door gebruik te maken van het horloge heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.4
Overboeking naar eigen rekening
Op 5 februari 2018 wordt € 5.000,- bijgeschreven op de bankrekening van de verdachte vanaf een rekeningnummer op naam van de verdachte in Dubai. De verdachte heeft verklaard dat hij in dienst was in Dubai, maar heeft dit niet nader onderbouwd met stukken. Ook bankafschriften van zijn bankrekening in Dubai zijn niet overgelegd. De rechtbank acht deze verklaring daarom ongeloofwaardig. Gelet op het voorgaande kan met een voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat het geldbedrag een legale herkomst heeft. Door het geld over te maken en van dit geld gebruik te maken door het op te nemen en uit te geven heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
subsidiair:
hij, in de periode van 13 februari 2015 tot en met 12 juni 2019,
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander , althans alleen,
telkens:
a. a) van een geldbedrag van euro 206.000
end) van een geldbedrag van euro 52 .000 en
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 en
g) van een horloge van het merk Audemars Piguet en
h) van een geldbedrag van euro 5.000
de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verhuld en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op de voorwerpen/geldbedrag was, en
a. a) een geldbedrag van euro 206.000
end) een geldbedrag van euro 52.000 en
e) een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 en
f) een woning gelegen aan [adres 1] en
g) een horloge van het merk Audemars Piguet en
h) een geldbedrag van euro 5.000
voorhanden heeft/hebben gehad enen/of omgezet, en/of van genoemde voorwerpen gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader redelijkerwijs moesten vermoeden dat bovenomschreven voorwerpen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
2.
hij in de periode vanaf 1 februari 2018 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] ,
een wapen van categorie III onder 1, te weten:
-een vuurwapen merk/
typeVelodog, kaliber.22 (AMB-055b, p. 251)
en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-314 stuks, Winchester, kaliber .22 lr en
-1 stuk Geco, kaliber 7.65 mm en
-4 stuks Geco, kaliber 8 mm, en
-5 stuks Rws, kaliber 9 mm, en
-39 stuks Rws knal, kaliber 9 mm,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.medeplegen van schuldwitwassen, meermalen gepleegd;

2.handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft crimineel geld tot zijn beschikking gehad. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, ook vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, en is daarmee een bedreiging voor de maatschappij. Witwassen bevordert het plegen van delicten, omdat door het wegsluizen van crimineel geld of het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
Daarnaast had de verdachte een vuurwapen en munitie voorhanden. Hoewel het vuurwapen niet geschikt was om munitie mee af te vuren, is een dergelijk wapen geschikt voor bedreiging of afdreiging, zodat tegen het bezit van een dergelijk voorwerp dient te worden opgetreden.
7.3.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 december 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De redelijke termijn waarbinnen een strafzaak in beginsel wordt afgedaan, is in deze zaak echter ruimschoots overschreden, hetgeen in het voordeel van de verdachte wordt meegewogen. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat als bijkomende straf de verbeurdverklaring van het pand aan [adres 1] wordt uitgesproken, zal de rechtbank afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan wordt een taakstraf opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om de in beslag genomen goederen terug te geven aan de verdachte gelet op de bepleite vrijspraak.
8.3.
Beoordeling
Het in beslag genomen registergoed, te weten 50% [adres 1] en het in beslaggenomen horloge, te weten AUDEMARS PIQUET automatic IBN-code B.05.02.007.007, zullen worden verbeurd verklaard.
Het bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57, 63 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
234 (tweehonderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
127 (honderdzevenentwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1 subsidiair: 50% [adres 1] en horloge AUDEMARS PIQUET automatic IBN-code B.05.02.007.007.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. L. Daum en D.M. Douwes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.E. Kroon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 10 april 2024.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2015 tot en met 12 juni 2019,
te [plaats] en/of Binnenmaas en/of Strijen en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten:
a. a) van een geldbedrag van euro 206.000 (DOC-023, p. 1467 in verband met aankoop [adres 1] )
b) van een geldbedrag van (totaal) euro 332.643 (DOC-026, p. 1471 t/m 1473 in verband met aankoop [adres 2] ), en/of
c) van een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [medeverdachte 2] ), en/of
d) van een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-024, p. 1468, betreft een schenking aan [verdachte] ), en/of
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-031, p. 1486), en/of
f) van een woning gelegen aan [adres 1] (DOC-001, p. 1368), en/of
g) van een horloge van het merk Audemars Piguet (DOC-019, p. 1453), en/of
h) van een geldbedrag van euro 5.000 (gestort op rekening van [verdachte] , AMB-015, p. 126),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen/verhuld en/of heeft/hebben verborgen/verhuld wie de rechthebbende op het/de voorwerp(en)/geldbedrag(en) was, en/of
a. a) een geldbedrag van euro 206.000 (DOC-023, p. 1467 in verband met aankoop [adres 1] )
b) een geldbedrag van (totaal) euro 332.643 (DOC-026, p. 1471 t/m 1473 in verband met aankoop [adres 2] ), en/of
c) een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [medeverdachte 2] ), en/of
d) een geldbedrag van euro 52.000(DOC-024, p. 1468, betreft een schenking aan [verdachte] ), en/of
e) een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-031, p. 1486), en/of
f) een woning gelegen aan [adres 1] (DOC-001, p. 1368), en/of
g) een horloge van het merk Audemars Piguet (DOC-019, p. 1453), en/of
h) een geldbedrag van euro 5.000 (gestort op rekening van [verdachte] , AMB-015, p. 126)
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 13 februari 2015 tot en met 12 juni 2019,
te [plaats] en/of Binnenmaas en/of Strijen en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen , althans alleen,
(telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten:
a. a) van een geldbedrag van euro 206.000 (DOC-023, p. 1467 in verband met aankoop [adres 1] )
b) van een geldbedrag van (totaal) euro 332.643 (DOC-026, p. 1471 t/m 1473 in verband met aankoop [adres 2] ), en/of
c) van een geldbedrag van euro 52.000 (DOC -027, p. 1474, betreft schenking aan [medeverdachte 2] ), en/of
d) van een geldbedrag van euro 52 .000(DOC -024, p. 1468, betreft een schenking aan [verdachte] ), en/of
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-031, p. 1486), en/of
f) van een woning gelegen aan [adres 1] (DOC-001, p. 1368 ), en/of
g) van een horloge van het merk Audemars Piguet (DOC-019, p. 1453), en/of
h) van een geldbedrag van euro 5.000 (gestort op rekening van [verdachte] , AMB-015, p. 126)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen/verhuld en/of heeft verborgen /verhuld wie de rechthebbende op het/de voorwerpen)/geldbedrag(en) was, en/of
a. a) een geldbedrag van euro 206.000 (DOC-023, p. 1467 in verband met aankoop [adres 1] )
b) een geldbedrag van (totaal) euro 332.643 (DOC-026, p. 1471 t/m 1473 in
verband met aankoop [adres 2] ), en/of
c) een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan
[medeverdachte 2] ), en/of
d) een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-024, p. 1468, betreft een schenking aan
[verdachte] ), en/of
e) een geldbedrag van (totaal) euro 23.640 (contante stortingen, zie DOC-092,
p. 1593 e.v. en DOC-031, p. 1486), en/of
f) een woning gelegen aan [adres 1] (DOC-001, p. 1368), en/of
g) een horloge van het merk Audemars Piguet (DOC-019, p. 1453), en/of
h) een geldbedrag van euro 5.000 (gestort op rekening van [verdachte] , AMB-015, p. 126)
de werkelijke aard en /of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen /verhuld en/of heeft /hebben verborgen /verhuld wie de rechthebbende op het/de voorwerp(en)/geldbedrag(en) was, en/of
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader (s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp (en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 februari 2018 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
een wapen van categorie III onder 1, te weten:
-een vuurwapen merk/typte Velodog, kaliber .22 (AMB-055b, p. 251)
en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-314 stuks, Winchester, kaliber .22 lr en/of
-1 stuk Geco, kaliber 7.65 mm en/of
-4 stuks Geco, kaliber 8 mm, en/of
-5 stuks Rws, kaliber 9 mm, en/of
-39 stuks Rws knal, kaliber 9 mm,
voorhanden hebben/heeft gehad.