Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een incident tussen de besloten vennootschap DE HAAS | VAN OOSTERHOUT B.V. (hierna: DHVO) en OVERVLIET ASSURANTIEMAKELAARS B.V. (hierna: Overvliet). DHVO vordert in de hoofdzaak betaling van € 83.577,00 van Overvliet, die als assurantiemakelaar fungeerde voor Golden Arrow Olieproducten Amsterdam B.V. (hierna: Golden Arrow). Overvliet heeft een incidentele vordering ingediend tot gedwongen tussenkomst van Golden Arrow en MS Amlin Insurance SE, die de aansprakelijkheidsverzekering van Golden Arrow beheert. De rechtbank heeft de primaire vordering van Overvliet tot gedwongen tussenkomst afgewezen, maar heeft de subsidiaire vordering tot oproeping in vrijwaring toegewezen. De rechtbank oordeelt dat er voldoende grond is voor de oproeping in vrijwaring, omdat de contractsverhoudingen tussen de partijen maken dat Golden Arrow en Amlin de gevolgen van een veroordeling van Overvliet in de hoofdzaak moeten dragen. De termijn voor oproeping in vrijwaring is vastgesteld op 7 augustus 2024. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal worden verwezen naar de rol voor het nemen van een conclusie van antwoord door Overvliet, eveneens op 7 augustus 2024.