ECLI:NL:RBROT:2024:5257

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
10.232460.23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplichtigheid aan poging tot moord en verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen

Op 6 juni 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1999, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een poging tot moord. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte voorafgaand aan de aanslag op het slachtoffer op de hoogte was van de plannen. De verdachte was op camerabeelden te zien met een andere persoon, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat deze persoon betrokken was bij het schietincident. De officieren van justitie eisten een gevangenisstraf van vier jaar, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat de auto, waarin hij zich bevond, gebruikt zou worden voor de liquidatiepoging. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen goederen, die konden worden gebruikt voor de productie van drugs, verbeurd verklaard moesten worden, terwijl de verdachte zijn telefoon terugkreeg. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.232460.23
Datum uitspraak: 6 juni 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortdatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
preventief gedetineerd in Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] .
raadsman mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 16 mei en 6 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officieren van justitie

De officieren van justitie mr. X.C. van Baken en mr. E. Blanken hebben gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest;
  • onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen die kunnen worden gebruikt bij de productie van drugs;
  • teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen telefoon.

4.Bewijsoverweging

Inleiding
Het ten laste gelegde komt erop neer dat de verdachte als medeplichtige behulpzaam is geweest bij een liquidatiepoging, waarbij met een vuurwapen is geschoten op het slachtoffer [slachtoffer] . De schutter is na het schietincident achterin een witte Mazda personenauto gestapt die ter plaatse geparkeerd stond en is daarmee weggevlucht. De vluchtauto is later door de politie aangetroffen; vooralsnog is onbekend wie de schutter was en waar hij zich op dit moment bevindt.
Standpunt officieren van justitie
Het ten laste gelegde kan worden bewezen. Na de liquidatiepoging op 7 januari 2023 op de Hoge Filterweg te Rotterdam is de schutter achterin een witte Mazda personenauto gestapt en daarmee weggevlucht. Op deze auto zaten valse kentekenplaten, waarop het DNA van de verdachte is aangetroffen. De verdachte is twee dagen voor het schietincident bij zijn woning op camerabeelden te zien met een rechthoekig pakket in zijn handen met de afmetingen van een kentekenplaat. Op diezelfde dag is geconstateerd dat de vluchtauto vanuit Hoogvliet naar Rotterdam reed. Een Citroen personenauto die op dat moment door de verdachte werd bestuurd, maakte gelijktijdig dezelfde reisbeweging als de Mazda. Vermoedelijk is de Mazda die dag op de Hoge Filterweg ‘koud’ gezet om bij het schietincident als vluchtauto te kunnen dienen.
De witte Mazda is na de liquidatiepoging vanaf de Hoge Filterweg naar de Luipaardstraat in Rotterdam gereden. Op camerabeelden is te zien dat de schutter daar uit de Mazda stapt. Direct daarna heeft hij zich buiten het zicht van de camera’s waarschijnlijk omgekleed, waarna hij is teruggelopen naar de Mazda om een blauwe rugzak uit de auto te halen. Ongeveer 20 minuten na de het schietincident is de verdachte op camerabeelden voor zijn woning samen met de schutter te zien. Nog eens 15 minuten daarna is te zien dat de verdachte samen met de schutter uit de richting van zijn woning naar een auto loopt die werd bestuurd door de tante van de verdachte. Aannemelijk is dat de schutter met de verdachte in de auto is gestapt en daarna is weggebracht naar een onbekende bestemming.
Uit de opgenomen tapgesprekken blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte] vanuit detentie met een vriend sprak over een persoon die ‘T’ wordt genoemd en die na de inbeslagname van zijn auto moest worden gewaarschuwd. Uit het dossier volgt dat de verdachte vermoedelijk de persoon is die moest worden gewaarschuwd. Ten slotte heeft de verdachte tegen een zogenaamde inwinner, die door de politie werd ingezet, gezegd dat hij op camerabeelden te zien is met een vriend die verdacht wordt van een poging tot liquidatie. Hieruit kan worden afgeleid dat de verdachte wist dat de persoon op de camerabeelden voor zijn woning betrokken was bij het schietincident.
Deze feiten en omstandigheden tezamen leveren, in onderlinge samenhang bezien, het wettig en overtuigend bewijs op dat de verdachte de valse kentekenplaten voor de vluchtauto heeft geleverd en de schutter kort na het schietincident heeft helpen ontsnappen. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een poging tot liquidatie.
Beoordeling
De rechtbank is, anders dan de officieren van justitie, van oordeel dat met onvoldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de man die ongeveer 20 minuten na de poging tot liquidatie samen met de verdachte te zien is op de camerabeelden voor de woning van de verdachte en die vanaf die locatie door een tante van de verdachte met haar auto zou zijn weggebracht, degene is die kort daarvoor op het slachtoffer heeft geschoten. Weliswaar is (gelet op zijn postuur, kleding en de blauwe rugzak) niet onaannemelijk dat de man die op de Luipaardstraat een rugzak uit de witte Mazda pakt, dezelfde persoon is als de man die bij de woning van de verdachte was, maar deze man draagt andere kleding en heeft mogelijk ook een ander postuur dan de schutter. Onvoldoende aannemelijk is dat de schutter zich op de Luipaardstraat in een tijdsbestek van minder dan een minuut buiten het zicht van de camera’s heeft omgekleed en vervolgens is teruggelopen naar de Mazda om de rugzak te pakken. Onduidelijk is of deze (derde) persoon op enige wijze betrokken is geweest bij het schietincident en, als dit al het geval was, hoe zijn bijdrage juridisch zou moeten worden gekwalificeerd (medeplegen, dan wel medeplichtigheid).
De omstandigheid dat het DNA van de verdachte is aangetroffen op de valse kentekenplaten van de vluchtauto, de Mazda, en dat de verdachte met een andere auto twee dagen voor het schietincident dezelfde reisbeweging maakt als de Mazda, duidt weliswaar (zoals de verdachte ter zitting heeft erkend) op zijn mogelijke betrokkenheid bij strafbare feiten, maar levert geen bewijs op dat hij wist dat de Mazda bij een liquidatiepoging zou worden gebruikt. De verklaring van de verdachte dat zich in het pakket op de camerabeelden van 5 januari 2023 wrapfolie bevond ten behoeve van zijn handel in gestolen auto’s, acht de rechtbank niet onaannemelijk. In ieder geval kan niet worden vastgesteld dat de verdachte toen kentekenplaten in handen had en daarbij ook wetenschap had van een op handen zijnde (poging tot) liquidatie.
Het feit dat de verdachte tegen de door de politie ingezette inwinner zou hebben gezegd dat hij samen met een vriend die verdacht wordt van een poging tot liquidatie op de camerabeelden te zien is, roept vragen op. De verdachte heeft hierover ter zitting verklaard dat hij met deze opmerking doelde op de medeverdachte [medeverdachte] , die eveneens te zien is op (andere) camerabeelden in het dossier. Ook deze verklaring levert onvoldoende bewijs voor een veroordeling ter zake van medeplichtigheid aan de liquidatiepoging.
Omdat ook verder bewijs ontbreekt, zal de verdachte van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat de in beslag genomen colli/fust emmer (15 stuks, goednummer [beslagnummer 1] ), plantenbak (3 stuks goednummer [beslagnummer 2] ), luchtafzuiger (goednummer [beslagnummer 3] ), jerrycan aceton (204 stuks van 5 liter goednummer [beslagnummer 4] ) en jerrycan aceton (84 stuks van 5 liter goednummer [beslagnummer 5] ) aan het verkeer moeten worden onttrokken. Deze voorwerpen zijn daarvoor vatbaar. Zij behoren toe aan de verdachte, zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij werd verdacht aangetroffen en kunnen worden gebruikt bij het produceren van drugs.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat de in beslag genomen zwarte Apple iPhone (goednummer [beslagnummer 6] ) teruggegeven moet worden aan de verdachte. Daarom zal met betrekking tot dit goed een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

6.Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd:
[benadeelde 1]vordert een vergoeding van €13.383,30 voor materiële schade en een vergoeding van € 75.000,- voor immateriële schade.
[benadeelde 2]vordert een vergoeding van €44.807,53,- voor materiële schade en een vergoeding van € 7.500,- voor immateriële schade.
[benadeelde 3]vordert een vergoeding van € 22.400,- voor materiële schade en een vergoeding van € 7.500,- voor immateriële schade.
Beoordeling
De benadeelde partijen zullen in de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

7.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart onttrokken aan het verkeer: colli/fust emmer (15 stuks, goednummer [beslagnummer 1] ), plantenbak (3 stuks goednummer [beslagnummer 2] ), luchtafzuiger (goednummer [beslagnummer 3] ), jerrycan aceton (204 stuks van 5 liter goednummer [beslagnummer 4] ) en jerrycan aceton (84 stuks van 5 liter goednummer [beslagnummer 5] );
gelast de teruggave aan verdachte van de zwarte Apple iPhone (goednummer [beslagnummer 6] );
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 2] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 3] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. M.K. Asscheman-Versluis en J.C. Tijink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.E. Kroon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 6 juni 2024.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
[medeverdachte] en/of meerdere, althans een, onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 7 januari 2023 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door hem/hun voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, (van korte afstand) met een vuurwapen meerdere, althans een, kogel(s) op en/of in de richting van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben afgevuurd/geschoten, waardoor voornoemde [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, in zijn borst en/of schouder, althans in zijn lichaam, is geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 januari 2023 tot en met 07 januari 2023 te Rotterdam, althans in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door
- meerdere, althans een, (vlucht)auto('s) te regelen en/of ter beschikking te stellen en/of nabij de plaats van het misdrijf te plaatsen (om het vervoer naar en/of van de plaats van het misdrijf mogelijk te maken) en/of
- meerdere, althans een, valse kentekenpla(a)t(en) (met kenteken [kentekennummer] ) te regelen en/of (af) te leveren en/of (vervolgens) voornoemde kentekenpla(a)t(en) te bevestigen op een (vlucht)auto (merk: Mazda) en/of
- voornoemde (onbekend gebleven) perso(o)n(en) naar (een locatie op de route naar) de plaats van het misdrijf te brengen en/of van (een locatie op de route van) de plaats van het misdrijf weg te voeren, althans te vervoeren.