Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officieren van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van voorarrest;
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen Opel Corsa;
- teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen telefoons en het in beslag genomen geldbedrag.
4.Bewijs en bewezenverklaring
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
Vorderingen
[benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van € 30.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[benadeelde 2]een schadevergoeding betalen van € 13.550,-, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[benadeelde 3]een schadevergoeding betalen van € 7.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaren;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf de Opel Corsa (goednummer [beslagnummer 1] );
€ 30.000,- (zegge: dertigduizend euro),bestaande uit € 5.000,- aan vergoeding voor materiële schade en € 25.000,- aan vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 1] te betalen
€ 30.000,-(hoofdsom,
zegge: dertigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 30.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van 185 (
honderdvijfentachtig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 13.787,53 (zegge: dertienduizend zevenhonderdzevenentachtig euro en drieënvijftig cent), bestaande uit € 6.287,53 aan vergoeding voor materiële schade en € 7.500,- aan vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 2] te betalen
€ 13.787,53(hoofdsom,
zegge: dertienduizend zevenhonderdzevenentachtig euro en drieënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 13.787,53 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
103 (honderddrie) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), als vergoeding voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 3] te betalen
€ 7.500,-(hoofdsom,
zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 (tweeënzeventig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;