ECLI:NL:RBROT:2024:5254

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
10-996790-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van schuldwitwassen met crimineel geld en veroordeling tot taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van schuldwitwassen. De verdachte heeft gebruik gemaakt van twee woningen en een voertuig die zijn aangeschaft met crimineel geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met haar partner en familie, zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van geld dat afkomstig was van misdrijven. De verdachte had de beschikking over verschillende geldbedragen en contante stortingen die niet konden worden verklaard uit legale inkomsten. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 14 maanden, maar de rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, naast een taakstraf van 180 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geld van haar vader, dat zij ontving voor de aankoop van een woning, uit misdrijf afkomstig was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldwitwassen door gebruik te maken van crimineel geld en dat dit een bedreiging vormt voor de legale economie. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen, waaronder een woning en een voertuig, verbeurd verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-996790-18
Datum uitspraak: 10 april 2024
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] ,
raadsvrouw mr. J.R. Mekkes, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 maart 2024 en van 10 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

Inleiding
De verdenking in deze strafzaak houdt in dat de verdachte zich samen met haar partner en familie schuldig heeft gemaakt aan (gewoonte)witwassen, dan wel schuldwitwassen.
Het onderzoek ‘Batesville’ draait om witwashandelingen van [medeverdachte 1] en zijn vier (schoon)kinderen. Het onderzoek was in aanvang gericht op de aankopen van vier woningen te [plaats] . Twee van deze woningen zijn gefinancierd door [naam bedrijf 1] , gevestigd in Dubai (hierna: ‘ [naam bedrijf 1] ’). De bestuurders van deze rechtspersoon zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , de vader en de broer van de verdachte.
Nader onderzoek wees uit dat [medeverdachte 1] via [naam bedrijf 1] schenkingen aan zijn kinderen heeft gedaan. Daarnaast werden er stortingen gedaan op de rekeningen van de verdachte en van haar schoonzus door [naam bedrijf 2] , een vennootschap in Dubai waarvan [medeverdachte 1] bestuurder was. Bij vier verdachten in dit onderzoek is daarnaast contant geld op hun bankrekeningen gestort.
4.1
Standpunten
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdachte weet niet beter dan dat haar vader een succesvol en vermogend zakenman is. Vanuit die wetenschap heeft zij geld van hem geleend voor de aanschaf van een huis, een schenking van hem aanvaard en geld ontvangen toen zij krap zat doordat haar man gedetineerd was.
Uit het dossier volgt niet dat de verdachte enig vermoeden had, laat staan wetenschap, dat de lening voor de woning aan [adres 2] in 2015 geld betrof dat afkomstig was uit enig misdrijf.
Bij de aankoop van het pand aan [adres 1] is de verdachte als gemachtigde van haar vader opgetreden die op dat moment in het buitenland verbleef. Verder heeft zij niets te maken gehad met de aankoop van dit pand. Zij had geen reden te vermoeden dat er sprake was van witwassen, zodat niet gesproken kan worden van een nauwe en bewuste samenwerking.
Over een periode van vier jaren heeft de verdachte € 15.350,- contant gestort en € 9.630,- opgenomen. Het gestorte geld betreft de opbrengst van spullen via Marktplaats, waaronder antiek en kinderkleding en € 2.500,- die zij elk jaar van haar vader voor haar verjaardag kreeg.
De Ford Ka is op 13 juli 2018 op naam gesteld van de verdachte en gekocht voor € 3.500,-, van de opbrengst van de verkoop van haar oude auto. De verdediging heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan tot het horen van [naam] als getuige om de verklaring van de verdachte te staven.
4.1.2
Standpunt officier van justitie
Het geld van de vader van de verdachte heeft geen legale herkomst.
De hypotheek voor de aankoop van het pand aan [adres 2] is alleen gevestigd om een legale herkomst van de gelden te fingeren. De verdachte heeft met haar partner gebruik gemaakt van het criminele geld van haar vader en zij wist dat dit crimineel geld was. Dit geldt ook voor de schenking die zij van haar vader heeft gekregen voor de aankoop van het pand en voor het geld dat haar vader heeft overgemaakt in de periode dat haar man vastzat op verdenking van betrokkenheid bij Opiumwet feiten. Deze bedragen zijn overgemaakt onder vermelding van ‘lening’ terwijl van deze lening geen stukken zijn aangetroffen.
De verdachte is als gemachtigde van haar vader opgetreden bij de aankoop van het pand aan [adres 1] , terwijl zij wist dat hij dit met crimineel geld kocht. Daarna heeft zij met haar gezin in dit huis gewoond, terwijl het pand nog steeds op naam stond van haar vader.
De verdachte heeft geen concrete of verifieerbare verklaring gegeven voor de herkomst van de contante stortingen op haar rekening en voor het contante geld dat gebruikt is voor de aanschaf van de Ford Ka. De contante stortingen kunnen niet worden verantwoord uit de girale looninkomsten. Verdachtes verklaring dat zij contant geld had door verkopen op Marktplaats is op geen enkele manier onderbouwd en daardoor niet verifieerbaar. De verklaring over de aanschaf van de Ford Ka is ook niet onderbouwd en daardoor niet verifieerbaar en hoogst ongeloofwaardig.
4.2
Beoordeling rechtbank
4.2.1
Herkomst geld
De verdachte heeft geld van haar vader gekregen voor de aankoop van het pand aan [adres 2] en in de periode dat haar man gedetineerd was. Ten aanzien van het geld waar haar vader over kon beschikken is er een redelijk vermoeden dat dit uit misdrijf afkomstig is. Verdachtes vader is er niet in geslaagd dit vermoeden te weerleggen. Zijn verklaringen over de herkomst van het geld zijn deels ongeloofwaardig (bitcoins en provisie Chinese staatsobligaties). Voor zover zijn verklaring verifieerbaar was heeft nader onderzoek niet geleid tot de door hem beweerdelijke legale herkomst. Er moet dan ook van uit gegaan worden dat het geld dat de verdachte van haar vader heeft gekregen uit enig misdrijf afkomstig is.
De herkomst van het geld van de contante stortingen op eigen rekening en de contante betaling voor de Ford Ka die op naam staat van de verdachte is onduidelijk. Blijkbaar heeft de verdachte regelmatig grote hoeveelheden contant geld (meer dan duizend euro) voorhanden. Het contante geld kan ook niet verklaard worden uit legaal inkomen van de verdachte of haar echtgenoot. Het vermoeden is dan ook gerechtvaardigd dat ook dit geld uit enig misdrijf afkomstig is. De verdachte heeft hierover bij de politie geen verklaring afgelegd. Op de zitting heeft zij verklaard dat dit geld afkomstig was van verkopen op Marktplaats en verjaardagsgeld dat zij van haar vader kreeg. Deze verklaring is op geen enkele manier onderbouwd en is niet verifieerbaar. De rechtbank concludeert dan ook dat ook dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
4.2.2
Weten of redelijkerwijs moeten vermoeden van criminele herkomst
Uit het dossier blijkt dat de verdachte en medeverdachten vanuit Nederland konden beschikken over de bankrekeningen van de in Dubai gevestigde bedrijven van haar vader en ook over zijn persoonlijke bankrekening. De verdachte heeft over het inkomen en vermogen van haar vader niets anders kunnen zeggen dan dat hij een succesvol zakenman was. Hoewel het nauwelijks voorstelbaar is dat zij niet wist van de criminele herkomst van het inkomen en vermogen van haar vader, kan dit op basis van het dossier niet worden vastgesteld. Uit niets blijkt dat zij haar vader op enig moment vragen heeft gesteld over de herkomst van het geld dat hij haar gaf. Dit had op haar weg gelegen, mede gezien zijn veroordeling begin deze eeuw voor drugshandel. Zij had redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld van enig misdrijf afkomstig was.
Dit geldt ook voor het geld dat contant op de rekening van de verdachte is gestort. Niet kan worden bewezen dat zij wist dat dit geld geen legale herkomst had. Gezien de financiële situatie van het gezin had zij dit redelijkerwijs moeten vermoeden.
4.3
Bespreking ten laste gelegde transacties
4.3.1
Aankoop [adres 2]
De verdachte heeft gebruik gemaakt van het criminele geld dat door een bedrijf van haar vader is overgemaakt in de vorm van een hypothecaire lening en een schenking. Ook heeft zij gebruik gemaakt van de woning die met dat geld is gekocht door daar tot 1 april 2019 in te wonen. Omdat de zakelijkheid aan de familiehypotheek bijna geheel ontbreekt - er is maar beperkt rente betaald en afgelost, de originaire leenovereenkomst ontbreekt - is in wezen sprake van een schenking aan de verdachte door haar vader.
Zoals hiervoor is overwogen had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld van haar vader uit enig misdrijf afkomstig was. Door desondanks het pand te kopen en daarin te gaan wonen heeft zij zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.2
Aankoop [adres 1]
De verdachte is als gemachtigde van haar vader betrokken geweest bij de aankoop van het pand aan [adres 1] . Zij moet geweten hebben dat haar vader de aankoop volledig zelf gefinancierd heeft. De verdachte en haar gezin zijn op enig moment met haar ouders van woning gewisseld. Vanaf 1 april 2019 staan de verdachte en haar partner en hun kinderen geregistreerd op het adres [adres 1] Vanaf datzelfde moment staat haar moeder ingeschreven op [adres 2] .
Door als gemachtigde voor haar vader op te treden bij de aanschaf van de woning, terwijl zij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geld van haar vader geen legale herkomst had, was er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het omzetten van dat criminele geld in een woning. Ook heeft zij van die woning gebruik gemaakt toen zij daar met haar gezin ging wonen. Ook ten aanzien van de woning aan [adres 1] is sprake van schuldwitwassen door de woning te gebruiken en het in nauwe samenwerking aankopen van deze woning voor haar vader.
4.3.3
Contante stortingen
In totaal is € 15.350,- contant op de bankrekening van de verdachte ( [bankrekeningnummer] ) gestort in de periode vanaf 22 mei 2015 tot en met 28 april 2017. Zoals hiervoor geconcludeerd heeft dit geld een criminele herkomst omdat een legale herkomst niet aannemelijk is geworden. Door het storten en weer opnemen van gelden heeft verdachte de werkelijke herkomst verhuld. Ook heeft zij van deze gelden gebruik gemaakt, aangezien er geen contant geld bij haar is aangetroffen. De verdachte heeft zich ten aanzien van de contante stortingen schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.4
Stortingen op rekening
De verdachte heeft op 12 maart 2018 € 13.000,- op haar rekening gestort gekregen afkomstig van de privérekening van haar vader. In de periode van 27 maart 2018 tot en met 2 augustus 2018 heeft de verdachte in totaal € 17.500,- afkomstig van [naam bedrijf 2] , een bedrijf van haar vader, ontvangen. In de omschrijvingen van deze laatste overboekingen komt het woord lening voor. Het dossier bevat echter geen aanknopingspunten dat de stortingen van deze geldbedragen daadwerkelijk een lening betreffen.
De verdachte heeft deze bedragen gebruikt voor haar levensonderhoud in een periode dat haar man vast zat. Omdat de verdachte redelijkerwijze moest vermoeden dat het geld van haar vader uit enig misdrijf afkomstig was heeft zij, door gebruik te maken van dit geld, zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
4.3.5
Aanschaf Ford Ka
De verdachte heeft vanaf 13 juli 2018 een Ford Ka met het kenteken [kenteken] op haar naam staan. [naam] heeft verklaard dat hij als tussenpersoon deze Ford Ka heeft verkocht voor € 3.500,- of € 4.500,- en dat het voertuig contant is betaald.
De verdachte heeft haar verklaring dat zij de Ford Ka heeft betaald met het geld dat zij kreeg voor de verkoop van een andere auto niet onderbouwd. Omdat deze verklaring pas op zitting wordt gegeven en afwijkt van de verklaring van [naam] vindt de rechtbank deze verklaring niet geloofwaardig. Omdat er geen andere verklaring voor de herkomst van dit contante geld is moet het, mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de contante stortingen, ervoor worden gehouden dat ook dit geld uit enig misdrijf afkomstig is. Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte dit ook wist. Door de auto aan te schaffen met dit geld en vervolgens van deze auto gebruik te maken heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen.
Het voorwaardelijk verzoek tot het nogmaals horen van [naam] wordt als niet-noodzakelijk afgewezen. Deze getuige heeft verklaard over de aanschaf van de auto en heeft daarbij niets gezegd over de verkoop van de Chrysler Grand Voyager. Door het geschetste scenario van de inruil niet voldoende te onderbouwen heeft de verdediging ook het verzoek tot het horen van deze getuige, mede gelet op de strekking van zijn verklaring, niet voldoende onderbouwd.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
subsidiair,
zij, in de periode van 22 januari 2015 tot en met 12 juni 2019,
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
telkens voorwerpen, te weten:
a. a) van een woning gelegen aan [adres 2] , en
d) van een geldbedrag van euro 52.000, en
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 15.100, en
f) van een geldbedrag van (totaal) euro 13.000, en
g) van een geldbedrag van euro 17.500 , en
h) van een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
de werkelijke aard en/of de herkomstheeftverhuld en heeft verhuld wie de rechthebbende op de voorwerpen/geldbedrag was, en
a. a) een woning gelegen aan [adres 2] , en
b) een woning gelegen aan [adres 1] (p. 41), en
c) een geldbedrag van (totaal) euro 435.376,96 in verband met aankoop [adres 1] en
d) een geldbedrag van euro 52.000 en
e) een geldbedrag van (totaal) euro 15.100 en
f) een geldbedrag van (totaal) euro 13.000 en
g) een geldbedrag van euro 17.500 en
h) een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben
overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik
heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en
haarmededader redelijkerwijs moesten vermoeden dat bovenomschreven voorwerpen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van schuldwitwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen. De verdachte heeft gebruik gemaakt van twee woningen en een voertuig die zijn aangeschaft met crimineel geld. Daarnaast heeft de verdachte de beschikking gehad over verschillende geldbedragen afkomstig van enig misdrijf, contante stortingen van € 15.100 en overboekingen ter waarde van € 13.000,- en € 17.500,-. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, ook vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, en is daarmee een bedreiging voor de maatschappij. Witwassen bevordert het plegen van delicten, omdat door het wegsluizen van crimineel geld of het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 december 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De redelijke termijn waarbinnen een strafzaak in beginsel wordt afgedaan, is in deze zaak echter ruimschoots overschreden, hetgeen in het voordeel van de verdachte wordt meegewogen. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat als bijkomende straf de verbeurdverklaring van het pand aan [adres 2] en de Ford Ka wordt uitgesproken, zal de rechtbank afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan wordt een taakstraf opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om de in beslag genomen goederen terug te geven aan de verdachte gelet op de bepleite vrijspraak.
8.3.
Beoordeling
Het in beslag genomen registergoed, te weten 50% [adres 2] en het in beslag genomen voertuig, te weten Ford Ka wit met kenteken [kenteken] , zullen worden verbeurd verklaard. Het bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
174 (honderdvierenzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
87 (zevenentachtig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf: 50% [adres 2] en Ford Ka wit met kenteken [kenteken] .
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. L. Daum en D.M. Douwes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.E. Kroon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 10 april 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij, in of omstreeks de periode van 22 januari 2015 tot en met 12 juni 2019,
te [plaats] en/of de gemeente Binnenmaas en/of Strijen en/of Dordrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten:
a. a) van een woning gelegen aan [adres 2] (DOC-003, p. 1381 e.v.), en/of
b) van een woning gelegen aan [adres 1] (p. 41), en/of
c) van een geldbedrag van (totaal) euro 435.376 ,96 (DOC-015, p. 1435 in verband met aankoop [adres 1] ), en/of
d) van een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [verdachte] ), en/of
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 15.100 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-035, p. 1490), en/of
f) van een geldbedrag van (totaal) euro 13.000 (ontvangen van [medeverdachte 1] , zie AMB-021, P. 149), en/of
g) van een geldbedrag van euro 17.500 (ontvangen van [naam bedrijf 2] , zie AMB-021, p. 149), en/of
h) van een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen/verhuld en/of heeft verborgen/verhuld wie de rechthebbende op het/de voorwerp(en)/geldbedrag(en) was, en/of
a. a) een woning gelegen aan [adres 2] (DOC-003, p. 1381
e.v.), en/of
b) een woning gelegen aan [adres 1] (p. 41), en/of
c) een geldbedrag van (totaal) euro 435.376,96 (DOC-015, p. 1435 in verband met aankoop [adres 1] ), en/of
d) een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [verdachte] ), en/of
e) een geldbedrag van (totaal) euro 15.100 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-035, p. 1490), en/of
f) een geldbedrag van (totaal) euro 13.000 (ontvangen van [medeverdachte 1] , zie AMB-021, P. 149), en/of
g) een geldbedrag van euro 17.500 (ontvangen van [naam bedrijf 2] , zie AMB-021 P. 149), en/of
h) een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, in of omstreeks de periode van 22 januari 2015 tot en met 12 juni 2019,
te [plaats] en/of Binnenmaas en/of Strijen en/of Dordrecht en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) (van) één of meer voorwerp(en), te weten:
a. a) van een woning gelegen aan [adres 2] (DOC-003, p. 1381 e.v.), en/of
b) van een woning gelegen aan [adres 1] (p. 41), en/of
c) van een geldbedrag van (totaal) euro 435.376,96 (DOC-015, p. 1435 in verband met aankoop [adres 1] ), en/of
d) van een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [verdachte] ), en/of
e) van een geldbedrag van (totaal) euro 15.100 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-035, p. 1490), en/of
f) van een geldbedrag van (totaal) euro 13.000 (ontvangen van [medeverdachte 1] , zie ADIB-021, p. 149), en/of
g) van een geldbedrag van euro 17.500 (ontvangen van [naam bedrijf 2] , zie AMB-021 p. 149), en/of
h) van een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen/verhuld en/of heeft verborgen/verhuld wie de rechthebbende op het/de voorwerp(en)/geldbedrag(en) was, en/of
a. a) een woning gelegen aan [adres 2] (DOC-003, p. 1381 e.v.), en/of
b) een woning gelegen aan [adres 1] (p. 41), en/of
c) een geldbedrag van (totaal) euro 435.376,96 (DOC-015, p. 1435 in verband met aankoop [adres 1] ), en/of
d) een geldbedrag van euro 52.000 (DOC-027, p. 1474, betreft schenking aan [verdachte] ), en/of
e) een geldbedrag van (totaal) euro 15.100 (contante stortingen, zie DOC-092, p. 1593 e.v. en DOC-035, p. 1490), en/of
f) een geldbedrag van (totaal) euro 13.000 (ontvangen van [medeverdachte 1] , zie AMB-021, p. 149), en/of
g) een geldbedrag van euro 17.500 (ontvangen van [naam bedrijf 2] , zie AMB-021 P. 149), en/of
h) een voertuig, te weten Ford Ka voorzien van kenteken [kenteken] ,
terwijl zij, verdachte, en /of haar mededader(p) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.