Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 oktober 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Stichting Sint Franciscus Vlietland Groep (SFVG) een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor onbetaalde zorgkosten die zijn ontstaan in 2020 en 2021. [gedaagde01] ontving zorg van SFVG tijdens haar zwangerschap en bevalling, maar heeft de bijbehorende facturen niet betaald omdat zij geen zorgverzekering had. Ondanks een getroffen betalingsregeling, heeft [gedaagde01] deze niet nageleefd, wat heeft geleid tot de huidige rechtszaak. SFVG vordert een bedrag van € 7.352,13, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, van [gedaagde01].
Tijdens de procedure heeft [gedaagde01] de vordering erkend, maar aangevoerd dat zij de aanmaningen van SFVG niet op haar nieuwe adres heeft ontvangen. SFVG heeft echter bewijs geleverd van verzonden e-mails en brieven naar het geregistreerde adres van [gedaagde01]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betalingsverplichting van [gedaagde01] in stand blijft, ongeacht haar persoonlijke omstandigheden. De kantonrechter heeft de vordering van SFVG volledig toegewezen, inclusief de incassokosten van € 879,80 en de proceskosten van in totaal € 1.436,48.
De kantonrechter heeft tevens aangegeven dat hij geen betalingsregeling kan opleggen en dat dit aan de partijen zelf is om te regelen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde01] onmiddellijk moet betalen, ook al kan zij in hoger beroep gaan. De uitspraak is gedaan door mr. B.J.R. van Tongeren en is openbaar uitgesproken op 19 januari 2024.