ECLI:NL:RBROT:2024:519

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
10705282 CV EXPL 23-25321
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst tussen Stichting Havensteder en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurachterstand van gedaagde, die een woning huurt van Stichting Havensteder. De huur bedraagt € 672,28 per maand en gedaagde heeft een achterstand opgebouwd. Havensteder vordert betaling van de huurachterstand, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Gedaagde heeft de huurachterstand niet betwist, maar wijst op zijn gezondheidsproblemen als oorzaak van de betalingsproblemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde € 4.760,95 aan huurachterstand moet betalen, evenals € 483,29 aan buitengerechtelijke incassokosten. De beslissing over de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming is aangehouden, omdat gedaagde heeft aangegeven dat hij in afwachting is van een eindafrekening van zijn werk en mogelijk in staat is om de achterstand in te lossen. De rechter heeft partijen aangemoedigd om een betalingsregeling te treffen. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 6 februari 2024, waar partijen zich schriftelijk kunnen uitlaten over de status van de huurachterstand en eventuele betalingsregelingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10705282 CV EXPL 23-25321
datum uitspraak: 12 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Havensteder,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder [naam01] ,
tegen
[gedaagde01]
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Havensteder’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 7 september 2023, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de e-mail van [gedaagde01] van 7 november 2023, met bijlagen.
1.2.
De op 7 november 2023 bepaalde mondelinge behandeling om de zaak met partijen te bespreken is niet doorgegaan. Havensteder is vervolgens in de gelegenheid gesteld op de rolzitting van 7 december 2023 te reageren op voornoemde e-mail met bijlagen van [gedaagde01] . Havensteder heeft dat niet op tijd gedaan, want pas op 8 december 2023 is de repliek van Havensteder ontvangen. Dit processtuk is daarom niet in behandeling genomen en wordt verder buiten beschouwing gelaten.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[gedaagde01] huurt de woning aan de [adres01] in [plaats01] van Havensteder. De huur is nu € 672,28 per maand. [gedaagde01] moet de huur elke maand vooraf betalen. Op dit moment is er een huurachterstand. Havensteder eist dat [gedaagde01] die huurachterstand betaalt, dat de rechter de huurovereenkomst ontbindt en dat [gedaagde01] de woning moet verlaten.
2.2.
[gedaagde01] heeft de eis van Havensteder niet (inhoudelijk) betwist. De huurachterstand is ontstaan vanwege de gezondheidssituatie van [gedaagde01] . Hij is ziek en moet operaties ondergaan. [gedaagde01] is in afwachting van een eindafrekening van zijn werk en na ontvangst daarvan kan hij de huurachterstand in één keer aflossen.
De conclusie
2.3.
[gedaagde01] moet inderdaad de huurachterstand betalen. Over de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt nu nog geen beslissing genomen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Huurachterstand tot en met september 2023
2.4.
[gedaagde01] wordt veroordeeld om € 4.760,95 aan Havensteder te betalen. Partijen zijn het er namelijk over eens dat dit de huurachterstand is tot en met de maand september 2023.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.5.
De incassokosten van € 483,29 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
2.6.
De rente wordt toegewezen op de wijze zoals vermeld in de beslissing, omdat Havensteder genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist. De rente over de verschenen wettelijke rente is niet toewijsbaar, omdat niet gesteld of gebleken is dat deze reeds over een heel jaar of langer verschuldigd is.
Ontbinding huurovereenkomst
2.7.
Als de huurder zijn verplichting om tijdig de huur te betalen niet nakomt, mag de verhuurder de rechter vragen om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter wijst deze vordering alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Meestal zal een achterstand van meer dan drie maanden voldoende zijn, maar de rechter moet alle omstandigheden afwegen.
2.8.
Door een huurachterstand te laten ontstaan is [gedaagde01] tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen jegens Havensteder. Wel heeft [gedaagde01] gemotiveerd dat sprake is van bijzondere (medische) omstandigheden waardoor deze huurachterstand is ontstaan en dat hij de achterstallige huur na ontvangst van een bedrag van zijn werkgever alsnog aan Havensteder kan betalen. De mondelinge behandeling op 7 november 2023, die mede bedoeld was om te onderzoeken of partijen samen tot een oplossing zouden kunnen komen, is op verzoek van de gemachtigde van Havensteder niet doorgegaan. De reden hiervoor was een sterfgeval op het kantoor van de gemachtigde. [gedaagde01] heeft daardoor niet de mogelijkheid gehad om zijn omstandigheden nader toe te lichten en een concreet aflossingsvoorstel te doen. Gelet op deze omstandigheden wordt de beslissing ten aanzien van de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning aangehouden, in ieder geval tot de hierna te noemen roldatum. Aan de hand van de dan geldende omstandigheden zal worden beoordeeld of aanleiding bestaat voor toewijzing van de gevorderde ontbinding en ontruiming.
2.9.
Aan [gedaagde01] wordt in overweging gegeven om met (de gemachtigde van) Havensteder in overleg te treden om te proberen een betalingsregeling voor de komende periode te treffen, zodat de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning mogelijk achterwege kunnen blijven.
2.10.
De kantonrechter verwijst de zaak naar de hierna te noemen rolzitting zodat partijen zich kunnen uitlaten over de vraag of de achterstallige huur inmiddels is voldaan of dat er een betalingsregeling is getroffen, die mogelijk opgenomen kan worden in het te wijzen eindvonnis.
2.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Havensteder te betalen € 5.271,90 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 5.244,24 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
verwijst de zaak naar de rol van
dinsdag 6 februari 2024 om 11:30 uurteneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk bij akte uit te laten over de vraag of dan wel in hoeverre de huurachterstand is voldaan en/of dat terzake een betalingsregeling is getroffen, die mogelijk opgenomen kan worden in het te wijzen eindvonnis. Deze akte dient uiterlijk de dag ervoor om 12:00 uur bij de griffie ontvangen te zijn;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
43416