Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2024;
- de 9 producties van Adyas c.s.;
- de 5 producties van de gemeente;
- de mondelinge behandeling op 21 mei 2024;
- de pleitnota van Adyas c.s.;
- de pleitnota van de gemeente.
2.De feiten
een vrije kavel tussen [naam horecagelegenheid] en [naam locatie]”. Op de vraag van Adyas c.s. of zij die kavel kon kopen, heeft de gemeente negatief geantwoord.
3.Het geschil
4.De beoordeling
vrije kavel tussen [naam horecagelegenheid] en [naam locatie]” kan op geen andere kavel duiden dan de in geschil zijnde Kavel. Het gelijkheidsbeginsel brengt mee dat de gemeente naar aanleiding van dat mailbericht Adyas c.s. de gelegenheid had moeten bieden om ook mee te dingen naar de Kavel. De gemeente voert aan dat zij op dat moment al mondeling aan de beoogde koper had toegezegd om de Kavel voor haar te reserveren, maar dat is niet aannemelijk, nu dit door Adyas c.s. is betwist en door de gemeente niet is onderbouwd. Pas op 11 mei 2021 heeft de gemeente de grondreserveringsbrief verzonden naar de beoogde koper. Toen had Adyas c.s. al duidelijk haar interesse in de aankoop van de Kavel getoond. Bovendien waren de gesprekken met de beoogde koper nog niet ver gevorderd. Uit mailcorrespondentie tussen de gemeente en de beoogde koper (producties 3 t/m 5 van de gemeente) kan worden afgeleid dat de beoogde koper begin 2020 contact heeft gehad met de gemeente over de Kavel, dat zij daarna op 25 november 2020 te kennen heeft gegeven een optie te willen nemen op de Kavel en op 23 december 2020 op verzoek van de gemeente een concept bouwplan heeft aangeleverd.
€ 1.107,00