Uitspraak
Rolbeslissing van de kantonrechter
[eiser01] ,
[gedaagde01] ,
donderdag 4 maart 2024om
11:30 uurvoor het indienen van zijn reactie op de dagvaarding. Nader uitstel zal niet worden verleend, tenzij beide partijen daarom verzoeken.
Rechtbank Rotterdam
In de zaak tussen [eiser01] en [gedaagde01] heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 januari 2024 een rolbeslissing genomen naar aanleiding van een verzoek om uitstel van gedaagde. Gedaagde, die herstellende is van een beroerte, heeft via zijn zus op 3 december 2023 verzocht om zes maanden uitstel om te reageren op de dagvaarding die op 27 november 2023 door eiser is uitgebracht. Eiser heeft aangegeven niet akkoord te gaan met dit verzoek. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat van een eiser in het algemeen niet kan worden verwacht langdurig uitstel te verlenen, maar erkent ook de bijzondere omstandigheden van gedaagde.
De kantonrechter heeft besloten om gedaagde uitstel te verlenen tot de rolzitting van 4 maart 2024 om zijn reactie op de dagvaarding in te dienen. Het is belangrijk dat gedaagde zijn schriftelijke reactie uiterlijk de dag voor de rolzitting in tweevoud indient bij de rechtbank. De kantonrechter heeft benadrukt dat nadere uitstel alleen zal worden verleend indien beide partijen daarom verzoeken. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en is bedoeld om een evenwicht te vinden tussen de belangen van beide partijen in deze civiele procedure.