ECLI:NL:RBROT:2024:516

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
10823378 CV EXPL 23-32226
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing uitstel vanwege ziekte in civiele procedure

In de zaak tussen [eiser01] en [gedaagde01] heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 januari 2024 een rolbeslissing genomen naar aanleiding van een verzoek om uitstel van gedaagde. Gedaagde, die herstellende is van een beroerte, heeft via zijn zus op 3 december 2023 verzocht om zes maanden uitstel om te reageren op de dagvaarding die op 27 november 2023 door eiser is uitgebracht. Eiser heeft aangegeven niet akkoord te gaan met dit verzoek. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat van een eiser in het algemeen niet kan worden verwacht langdurig uitstel te verlenen, maar erkent ook de bijzondere omstandigheden van gedaagde.

De kantonrechter heeft besloten om gedaagde uitstel te verlenen tot de rolzitting van 4 maart 2024 om zijn reactie op de dagvaarding in te dienen. Het is belangrijk dat gedaagde zijn schriftelijke reactie uiterlijk de dag voor de rolzitting in tweevoud indient bij de rechtbank. De kantonrechter heeft benadrukt dat nadere uitstel alleen zal worden verleend indien beide partijen daarom verzoeken. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en is bedoeld om een evenwicht te vinden tussen de belangen van beide partijen in deze civiele procedure.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
locatie Rotterdam
zaaknummer: 10823378 CV EXPL 23-32226
datum uitspraak: 5 januari 2024

Rolbeslissing van de kantonrechter

in de zaak van

[eiser01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. L.J. Witvliet,
tegen

[gedaagde01] ,

woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.
Op 27 november 2023 is namens [eiser01] een dagvaarding uitgebracht aan [gedaagde01] . Namens [gedaagde01] heeft zijn zus, [naam01] , per e-mail van 3 december 2023 verzocht om zes maanden uitstel om te reageren op de eis van [eiser01] , omdat [gedaagde01] herstellende is van een beroerte. [eiser01] heeft aangegeven daarmee niet akkoord te gaan.
In deze stand van het geding dient eerst beslist te worden op het uitstelverzoek van [gedaagde01] .
De kantonrechter stelt vast dat van een eiser in zijn algemeenheid niet kan worden verwacht langdurig uitstel te verlenen. Anderzijds staat niet ter discussie dat [gedaagde01] herstellende is na een beroerte. In de gegeven omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding om [gedaagde01] uitstel te verlenen tot de rolzitting van
donderdag 4 maart 2024om
11:30 uurvoor het indienen van zijn reactie op de dagvaarding. Nader uitstel zal niet worden verleend, tenzij beide partijen daarom verzoeken.
Als [gedaagde01] schriftelijk reageert, dan moet die reactie uiterlijk de dag voor de genoemde rolzitting in tweevoud zijn ontvangen op de rechtbank. In dat geval is het niet nodig dat [gedaagde01] naar de rolzitting komt.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
43416