ECLI:NL:RBROT:2024:5125

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
10/033145-24 en 10/105610-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdzaak met meerdere oplichtingsfeiten en brandstichting

Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een jeugdzaak tegen een verdachte, geboren in 2007, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere oplichtingsfeiten en brandstichting. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 168 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het volgen van onderwijs, het houden aan een avondklok, en het meewerken aan begeleiding door de jeugdreclassering. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan oplichting van kwetsbare slachtoffers, voornamelijk ouderen, door zich voor te doen als bankmedewerkers en hen te misleiden tot het afgeven van bankgegevens en geld. Daarnaast is de verdachte betrokken geweest bij brandstichting in een geparkeerde auto, wat gemeen gevaar voor andere goederen met zich meebracht. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat. De vorderingen van benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende slachtoffers. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en de positieve veranderingen die hij heeft doorgemaakt tijdens zijn verblijf in een justitiële instelling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/033145-24 en 10/105610-24 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 21 mei 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2007 te [geboorteplaats 1],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. S.A. Chedie, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 7 mei 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 3, 6 en 9 ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/105610-24 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1 primair, 2, 4 primair, 5, 7 primair, 8, 10 primair en 11 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 228 dagen, met aftrek
  • met opdracht aan de jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie;
  • opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 3, 6 en 9 van parketnummer 10/033145-24 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1 primair, 2, 4 primair, 5, 7 primair, 8, 10 primair en 11 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Vrijspraak parketnummer 10/105610-24
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een vormverzuim, nu uit het dossier niet is gebleken dat door de rechter-commissaris of officier van justitie toestemming is gegeven voor onderzoek in de telefoon van de verdachte. Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, verzoekt de verdediging het vormverzuim mee te wegen in de strafmaat.
4.3.2.
Beoordeling
Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken teneinde de beschikking te krijgen over daarin opgeslagen of beschikbare gegevens geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie vereist volgens de wet. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in artikel 94 tot en met artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering daarvoor voldoende legitimatie. Nu uit het proces-verbaal van de politie ter zake het onderzoek aan de telefoon van de verdachte volgt dat gericht is gezocht op een video van een mogelijke brandstichting, is het onderzoek aan de telefoon van de verdachte naar het oordeel van de rechtbank niet zo verstrekkend geweest dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de verdachte. Van een vormverzuim is dan ook geen sprake.
Afgezien hiervan is de rechtbank met de verdediging en officier van justitie van oordeel dat het onder parketnummer 10/105610-24 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte zal daarvan zonder nadere motivering worden vrijgesproken.
4.3.3.
Conclusie
Het onder parketnummer 10/105610-24 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1 primair, 2, 4 primair, 5, 7 primair, 8, 10 primair en 11 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij, op meerdere tijdstippen, in de periode van
1 september 2023 tot en met 15 januari 2024 te Rotterdam en ’s-Gravenhage
en Elst (gemeente Rhenen) en Schiedam en Naaldwijk (gemeente
Westland),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
meermalen,
telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] en
- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] en
- [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 4] en
- [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 5] en
- [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6] en
- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7],
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en/of het ter beschikking stellen van hun
bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of bankgegevens en/of (een) siera(a)d(en) en/of
een hoeveelheid contant geld,
- door voornoemde slachtoffers telefonisch te benaderen en gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een medewerker van
een bank (van de ABN AMRO en/of ING en/of SNS en/of Rabobank) en
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
mede te delen dat er frauduleuze handelingen waren gepleegd dan
wel is gepoogd om frauduleuze handelingen te plegen met hun
bankrekeningen en dat (om die reden) de bankpassen van voornoemde
slachtoffers opgehaald zouden worden en
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] mede te delen dat
hij/zij slachtoffer kon worden van een inbraak en dat om die reden de bankpas
(met pincode) en/of siera(a)d(en) en/of contant geld van voornoemde slachtoffers
opgehaald zouden worden om diefstal te voorkomen en
- door voornoemde [slachtoffer 3] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op
zijn computer en
- door voornoemde [slachtoffer 5] te vragen om in te loggen in de ING-omgeving in haar
telefoon en
- door voornoemde slachtoffers te vragen zijn/haar (doorgeknipte) bankpas(sen) (in
een enveloppe) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of (contant) geld af te geven aan
de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen en
- door voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] telefonisch te vragen naar
zijn/haar pincodes en
- door bij de huisadressen van voornoemde slachtoffers langs te gaan en zijn/haar
bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of contante geld in ontvangst te
nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een bank;
2
hij, op meerdere tijdstippen, in de periode van
1 september 2023 tot en met 15 januari 2024 te Rotterdam en ’s-Gravenhage
en Utrecht en Amerongen en Schiedam
en/of Naaldwijk (gemeente Westland) en Amsterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
meermalen,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal EUR 6.752,80, dat geheel of ten dele aan onderstaande personen, te weten
- [slachtoffer 1] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 1.000,= euro) en
- [slachtoffer 2] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 500,= euro) en
- [slachtoffer 3] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 3.550,= euro) en
- [slachtoffer 5] (gedupeerd ten bedrage van in to
taal 1.150,= euro) en
- [slachtoffer 4] (gedupeerd ten bedrage van 450,= euro) en
- [slachtoffer 6] (gedupeerd ten bedrage van 102,80 euro),
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) dat weg te
nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van bankpassen en pincodes van voornoemde personen welke door middel
van oplichting in het bezit van verdachte en zijn mededader(s) zijn gekomen;
4
hij op 6 december 2023 te Nieuwerkerk, gemeente
Schouwen-Duiveland,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en
door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten het afgeven en ter beschikking stellen van bankpassen en
pincodes en bankgegevens, door:
- voornoemde [slachtoffer 7] telefonisch te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een (ICT) medewerker
van de SNS bank en vervolgens in die hoedanigheid mede te delen dat
frauduleuze handelingen met zijn bankrekening zijn gepleegd waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), hem zou kunnen helpen, en
- (vervolgens) die [slachtoffer 7] te verzoeken om 'Anydesk' te installeren op zijn laptop
en
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om het limiet van zijn rekening op te hogen
en
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om zijn pincode in te spreken op een bandje
en
- voornoemde [slachtoffer 7] te vragen om zijn bankpas en de bankpassen van zijn
gezinsleden af te geven aan een persoon die zich voordeed als
koerier en
- door bij het huisadres van voornoemde [slachtoffer 7] langs te gaan en zijn bankpas
en de bankpassen van zijn gezinsleden in ontvangst te nemen en zich daarbij
voor te doen als een koerier;
5
hij op 6 december 2023 te Oosterland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal 12,700,-,
dat aan
- [slachtoffer 7] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 5.300,= euro) en
- [slachtoffer 8] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 400,= euro) en
- [slachtoffer 9] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 300,= euro) en
- [slachtoffer 10] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 6.700,= euro),
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen
geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door te pinnen met/gebruik te maken van
bankpassen en pincodes van voornoemde personen welke door middel
van oplichting in het bezit van verdachte en zijn mededader(s) zijn gekomen;
7
hij op 4 januari 2024 te Zoetermeer,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door
listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 8])
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en het ter beschikking stellen van haar
bankpas en creditcard, door:
- voornoemde [slachtoffer 11] telefonisch te benaderen en gedurende lange tijd aan
de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (de Rabobank) en
- vervolgens in die hoedanigheid die [slachtoffer 11] mede te delen dat is gepoogd om frauduleuze handelingen te
plegen met haar bankrekening en dat (om die reden) de bankpas en
creditcard van die [slachtoffer 11] opgehaald zouden worden en
- voornoemde [slachtoffer 11] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op haar
mobiele telefoon en
- voornoemde [slachtoffer 11] te vragen haar bankpas en creditcard (in een
enveloppe) af te geven aan de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen
en
- door bij het huisadres van die [slachtoffer 11] langs te gaan en haar bankpas en
creditcard in ontvangst te nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker
van een bank;
8
hij op 4 januari 2024 te Zoetermeer en te Barendrecht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
geldbedragen, (te weten in totaal ongeveer 1935,70 euro),
die aan [slachtoffer 11],
toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) die weg te nemen
geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door af te rekenen bij de Mediamarkt en de Total en
geld op te nemen bij geldautomaten en hierbij gebruik te maken
van een bankpas en creditcard van die [slachtoffer 11] welke door middel van
oplichting in het bezit van verdachte en zijn mededader(s) zijn gekomen;
10
hij op 26 januari 2024 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en
door listige kunstgrepen ,
[slachtoffer 12], geboren op [geboortedatum 9], heeft bewogen tot de afgifte
van enig goed, en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte
en het ter beschikking stellen van haar bankpassen en pincode en
sieraden en horloges en een hoeveelheid
contant geld:
- door voornoemde [slachtoffer 12] telefonisch te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (Rabobank) en
- door in die hoedanigheid mede te delen dat de bankrekening(en) en waardevolle
goederen van die [slachtoffer 12] moesten worden verzekerd, waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), haar zou kunnen helpen en
- door voornoemde [slachtoffer 12] te vragen haar bankpassen
(in een enveloppe) en sieraden af te geven
aan de medewerker die ter plaatse zou komen en
- door bij het huisadres van voornoemde [slachtoffer 12] langs te gaan en haar
bankpas
sen en sieraden en horloges en (contante) geld
in ontvangst te nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank;
11
hij op 26 januari 2024 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal EUR 500,-,
dat aan [slachtoffer 12],
toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) dat weg te
nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van een
bankpas en pincode van voornoemde [slachtoffer 12], welke door
middel van oplichting in het bezit van verdachte en zijn mededader(s) zijn
gekomen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/033145-24
1. primair

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;

2
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
4 primair

medeplegen van oplichting;

5
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
7 primair

medeplegen van oplichting;

8
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
10 primair

medeplegen van oplichting;

11
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen in een periode van vijf maanden meerdere keren schuldig gemaakt aan oplichting door middel van een zogenoemde babbeltruc, waarbij de daders zich voordeden als bankmedewerkers. Vervolgens heeft de verdachte samen met anderen geld gestolen met de door de oplichting verkregen pinpassen met bijbehorende pincodes. De verdachte en zijn mededaders gingen daarbij zeer geraffineerd te werk. De slachtoffers werden eerst telefonisch benaderd door iemand die zich voordeed als een medewerker van de bank. De beller wist hun vertrouwen te winnen en hen met een listig verhaal ertoe te bewegen pincodes door te geven. Vervolgens stond de verdachte als koerier voor de deur om bankpassen en soms ook sieraden en geld in ontvangst te nemen. De verdachte gaf daarbij vaak een naam en een verificatiecode op die door de zogenaamde medewerker van de bank telefonisch aan de slachtoffers was doorgegeven, om zo ook weer extra vertrouwen te wekken. De verdachte heeft vervolgens met de weggenomen bankpassen van de slachtoffers gepind.
De verdachte en zijn mededaders hebben bij het plegen van deze feiten voornamelijk kwetsbare ouderen als slachtoffer gekozen. Zij hebben deze slachtoffers op lafhartige wijze als een makkelijke prooi gezien, van wie zij zonder veel risico op geraffineerde wijze geld afhandig konden maken. De verdachte heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers, maar heeft zijn eigen geldelijk gewin voorop gesteld. De rechtbank rekent het de verdachte bovendien aan dat hij de slachtoffers thuis heeft opgezocht. Door zijn handelen heeft de verdachte het gevoel van veiligheid en vertrouwen van de slachtoffers ernstig geschaad.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 april 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van de deskundige op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 1 mei 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De kans op herhaling wordt op midden ingeschat. De verdachte heeft ondersteuning nodig om de recidivekans zo klein mogelijk te houden. Hij heeft zelf de eerste positieve stappen gezet door aan de gesprekken en hulptrajecten mee te werken, maar dat is slechts de start. Ook op de lange termijn zal hij pro sociale keuzes moeten leren maken en zich gaan inzetten voor een positieve schoolgang en behandeling vanuit De Waag of een soortgelijke instelling. De draagkracht van het gezin en de goede onderlinge relaties hebben ervoor gezorgd dat er een open houding is en dat er vertrouwen is in de hulpverlening, de voorzorgsmaatregelen en de gemaakte afspraken. Ondersteuning door de inzet van toezicht en begeleiding vanuit de jeugdreclassering heeft de afgelopen periode al laten zien effectief te zijn en lijkt goed aan te sluiten bij de mogelijkheden en behoeftes van de verdachte. De begeleiding van de jeugdreclassering kan in samenwerking met de jongerencoach van E25 de borging, monitoring en begeleiding bieden die nodig is om de verdachte pro sociale keuzes op het gebied van school, vrije tijd en relaties te laten maken en daarmee de kans op recidive te verkleinen.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
• onderwijs volgt;
• geen contact legt of laat leggen met de medeverdachten en de slachtoffers;
• zich houdt aan een avondklok, zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
• meewerkt aan behandeling door De Waag of een gelijksoortige instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
• meewerkt aan begeleiding door een jongerencoach van E25 of een soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
• zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, ook indien deze aanwijzingen inhouden het meewerken aan hulpverlening die door de jeugdreclassering nodig wordt geacht;
• zich in het kader van de maatregel van Toezicht en Begeleiding, gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden, zo frequent en zo lang de jeugdreclassering dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken.
De jeugdreclasseringheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 april 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
In de schorsingsperiode is het goed gegaan met de verdachte. Hij gaat naar school en heeft tijdens zijn verblijf binnen de Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd (KVJJ) een stage gevonden waar hij naartoe gaat en waar het goed gaat. Ook is de coach van E25 begonnen. De verdachte houdt zich aan de afspraken met de coach en gaat onder andere met hem sporten. Op 14 mei 2024 is de intake bij De Waag om de FAST-behandeling te starten. Zowel de verdachte als zijn moeder staan hiervoor open. De verdachte heeft bij de jeugdreclassering aangegeven dat hij met een schone lei wil beginnen en zich wil inzetten om zich aan alle voorwaarden te houden die opgelegd worden.
De jeugdreclassering adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, met aftrek van voorarrest, onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering;
- naar school gaat volgens rooster en zich houdt aan de regels en afspraken die daar gelden;
- naar zijn werk gaat volgens rooster;
- zich inzet voor het hebben en behouden van een positieve vrijetijdsbesteding;
- meewerkt aan de begeleiding van de coach van E25;
- meewerkt aan de behandeling van De Waag (FAST);
- zich houdt aan een avondklok voor de maximale duur van 3 maanden;
- zich houdt aan een contactverbod met de slachtoffers.
Ter zitting heeft jeugdreclasseerder J.W. van Eck naar voren gebracht dat de verdachte in de KVJJ de draad weer positief heeft opgepakt. Hij gaat naar school, werkt en staat open voor behandeling van De Waag. Het vertrouwen tussen de moeder en de verdachte moet worden hersteld onder begeleiding van de behandelaar.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst en hoeveelheid van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft strafverzwarend meegewogen dat de feiten in een georganiseerd verband lijken te zijn gepleegd, waarbij de verdachte een actieve rol heeft gehad door bij mensen aan de voordeur van hun woning te komen en daar goederen in ontvangst te nemen, waarbij veelal sprake is van kwetsbare slachtoffers. In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de verdachte tijdens zijn verblijf in de KVJJ tot een positieve verandering is gekomen. De rechtbank houdt er ook rekening mee dat de verdachte spijt lijkt te hebben en zich ter terechtzitting bereid heeft verklaard om – onder begeleiding van de jeugdreclassering – excuusbrieven te schrijven naar de slachtoffers of tot een herstelbemiddeling te komen.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om een deel van de jeugddetentie voorwaardelijk op te leggen, met de voorwaarden overeenkomstig het advies van de jeugdreclassering. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank is van oordeel dat een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 120 dagen passend is als stok achter de deur om te voorkomen dat de verdachte opnieuw de fout in zal gaan. De rechtbank zal daarom een lagere voorwaardelijke jeugddetentie opleggen dan gevorderd door de officier van justitie.
Daarnaast zal de rechtbank gezien de ernst van de feiten en de gevolgen hiervan voor de slachtoffers ook een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uur opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerp

Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon van de verdachte heeft de officier van justitie ter terechtzitting toegezegd ervoor te zorgen dat de telefoon aan de verdachte wordt teruggegeven. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding daarover nog een beslissing te nemen.

9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 1], ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij heeft geen bedragen gevorderd.
9.1.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu geen bedragen zijn gevorderd. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.1.2.
Conclusie
In deze procedure wordt geen inhoudelijke beslissing genomen.
9.2.
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 2], ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 520,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen. Tevens heeft de officier van justitie de wettelijke rente, hoofdelijkheid en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
9.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair verzocht de vordering af te wijzen. Subsidiair is verzocht de vordering te matigen naar een bedrag van € 250,--.
9.2.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, nu hij door het handelen van de verdachte op andere wijze in zijn persoon is aangetast (als bedoeld in artikel 6:106 sub b van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW)). Er is sprake van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De verdachte en zijn mededader(s) hebben bewust slachtoffers op leeftijd uitgekozen en op een zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van deze kwetsbare personen. Het slachtoffer is eerst telefonisch benaderd en de verdachte heeft het slachtoffer vervolgens bij hem huis opgezocht en hem goederen afhandig gemaakt. De rechtbank acht een vergoeding van de geleden immateriële schade daarom op zijn plaats en acht het gevorderde bedrag van € 520,-- billijk.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betaalt/betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 7 december 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.2.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde partij 2] een schadevergoeding betalen van
€ 520,--, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht (hierna Sr) passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
9.3.
Benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 3], ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.000,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen tot een bedrag van
€ 520,--, overeenkomstig de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]. Tevens heeft de officier van justitie de wettelijke rente, hoofdelijkheid en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
9.3.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair verzocht de vordering af te wijzen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Subsidiair is verzocht de vordering te matigen naar een bedrag van € 250,--.
9.3.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 4 en 5 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, nu hij door het handelen van de verdachte op andere wijze in zijn persoon is aangetast (als bedoeld in artikel 6:106 sub b BW). Er is sprake van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De verdachte en zijn mededader(s) hebben op een zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het slachtoffer. Zij hebben het slachtoffer eerst telefonisch benaderd en de verdachte heeft het slachtoffer vervolgens bij zijn huis opgezocht en hen goederen afhandig gemaakt. De rechtbank acht een vergoeding van de geleden immateriële schade daarom op zijn plaats en acht een bedrag van € 520,-- billijk, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betaalt/betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 6 december 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.3.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde partij 3] een schadevergoeding betalen van
€ 520,--, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
9.4.
Benadeelde partijen [benadeelde partij 4], [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 4], ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 5 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 250,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 5], ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 5 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 250,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 6], ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 5 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.000,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij Van der Male toe te wijzen tot een bedrag van € 520,--, overeenkomstig de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] toe te wijzen tot een bedrag van € 250,--. Tevens heeft de officier van justitie de wettelijke rente, hoofdelijkheid en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
9.4.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vorderingen af te wijzen, omdat de benadeelde partijen geen rechtstreeks contact hebben gehad met de verdachten.
9.4.3.
Beoordeling
De benadeelde partijen zullen in de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu niet blijkt dat zij zelf rechtstreeks contact hebben gehad met de verdachte en zijn mededaders. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.4.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissing genomen.
9.5.
Benadeelde partij [benadeelde partij 7]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 7], ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.977,63 aan materiële schade en een bedrag van € 100,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen. Tevens heeft de officier van justitie de wettelijke rente, hoofdelijkheid en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
9.5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering ten aanzien van de materiële schade af te wijzen. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.5.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 7 en 8 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De rechtbank stelt deze schade op basis van de overgelegde bijlagen vast op € 1.935,70 (€ 969 + € 107,70 + € 100 + € 250 + € 4,50 + € 500 + € 4,50). Nu de rechtbank deze schade ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdediging niet (voldoende) gemotiveerd is weersproken, zal de vordering ten aanzien van de materiële schade tot dit bedrag worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Daarnaast is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 7 en 8 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, nu zij door het handelen van de verdachte op andere wijze in haar persoon is aangetast (als bedoeld in artikel 6:106 sub b BW). Er is sprake van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De verdachte en zijn mededader(s) hebben bewust slachtoffers op leeftijd uitgekozen en op een zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van deze kwetsbare personen. Het slachtoffer is eerst telefonisch benaderd en de verdachte heeft het slachtoffer vervolgens bij haar huis opgezocht en haar goederen afhandig gemaakt. De rechtbank acht een vergoeding van de geleden immateriële schade daarom op zijn plaats en acht het gevorderde bedrag van € 100,-- billijk.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betaalt/betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 4 januari 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.5.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2.035,70, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
9.6.
Benadeelde partij [benadeelde partij 8]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 8], ter zake van de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 10 en 11 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 5.500,-- aan materiële schade en een bedrag van € 20.000,-- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.6.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering ten aanzien van de materiële schade geheel toe te wijzen en de immateriële schade te matigen tot een bedrag van € 2.000,--.
Tevens heeft de officier van justitie de wettelijke rente, hoofdelijkheid en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
9.6.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de vordering af te wijzen. Hiertoe is aangevoerd dat de vordering niet juist is onderbouwd en nader onderzoek naar welke sieraden er daadwerkelijk in de afgegeven tassen heeft gezeten een onevenredige belasting van het strafproces oplevert.
9.6.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 10 en 11 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van het gepinde bedrag en afgegeven contant geld toewijzen (totaal € 2.000,--) en de waarde van de afgegeven sieraden naar maatstaven van billijkheid schatten op € 500,--. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Daarnaast is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 10 en 11 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, nu zij door het handelen van de verdachte op andere wijze in haar persoon is aangetast (als bedoeld in artikel 6:106 sub b BW). Er is sprake van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De verdachte en zijn mededader(s) hebben bewust slachtoffers op leeftijd uitgekozen en op een zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van deze kwetsbare personen. Het slachtoffer is eerst telefonisch benaderd en de verdachte heeft hetslachtoffer vervolgens bij haar huis opgezocht en haar goederen afhandig gemaakt. De rechtbank acht een vergoeding van de geleden immateriële schade daarom op zijn plaats. Nu van de benadeelde partij meerdere sieraden met emotionele waarde zijn weggenomen, acht de rechtbank een bedrag van € 750,-- billijk, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betaalt/betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 26 januari 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.7.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 3.250,--, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 311 en 326 Sr.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 3, 6 en 9 ten laste gelegde feiten en de onder parketnummer 10/105610-24 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de in de zaak met parketnummer 10/033145-24 onder 1 primair, 2, 4 primair, 5, 7 primair, 8, 10 primair en 11 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
168 (honderdachtenzestig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
120 (honderdtwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd naar school en/of stage zal gaan volgens rooster en zich zal houden aan de regels en afspraken die daar gelden;
- zich gedurende de proeftijd zal inzetten voor het hebben en behouden van een positieve vrijetijdsbesteding, zoals een bijbaan en/of sport;
- zal meewerken aan de begeleiding van de jongerencoach van E25, zo lang als de jeugdreclassering dit nodig acht;
-
zal meewerken aan de behandeling van De Waag (FAST) of een soortgelijke instelling, zo lang als de jeugdreclassering dit nodig acht;
- zich zal houden aan een avondklok voor de maximale duur van 3 (drie) maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de veroordeelde dagelijks om 19:00 uur thuis zal zijn en thuis zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur. Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden gewijzigd door de jeugdreclassering, in die zin dat de veroordeelde in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
-
gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers:
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2],
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3],
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 4] te [geboorteplaats 4],
[slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 5] te [geboorteplaats 5],
[slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6],
[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7] te [geboorteplaats 6],
[slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum 10] te [geboorteplaats 7],
[slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 11] te [geboorteplaats 8],
[slachtoffer 9], geboren op [geboortedatum 12] te [geboorteplaats 9],
[slachtoffer 10], geboren op [geboortedatum 13] te [geboorteplaats 10],
[slachtoffer 11], geboren op [geboortedatum 8] te [geboorteplaats 11],
[slachtoffer 12], geboren op [geboortedatum 9] te [geboorteplaats 12];
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 1]
, [benadeelde partij 4], [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6]niet-ontvankelijk in de vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 4], [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van
€ 520,--
(zegge: vijfhonderdtwintig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2], zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s),
de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]te betalen
€ 520,--(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2], waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 3], te betalen een bedrag van
€ 520,-- (zegge: vijfhonderdtwintig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3], zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s),
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]te betalen
€ 520,--(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3], waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 7], te betalen een bedrag van
€ 2.035,70
(zegge: tweeduizendvijfendertig euro en zeventig eurocent), bestaande uit € 1.935,70 aan materiële schade en € 100,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij [benadeelde partij 7], zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 7] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 7] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s),
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] te betalen
€ 2.035,70(hoofdsom,
zegge: tweeduizendvijfendertig euro en zeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 7], waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 8], te betalen een bedrag van
€ 3.250,-- (zegge: drieduizendtweehonderdvijftig euro), bestaande uit € 2.500,-- aan materiële schade en € 750,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8], zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 8] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 8] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte, hoofdelijk met zijn mededader(s),
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 8]te betalen
€ 3.250,-- (hoofdsom, zegge: drieduizendtweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8], waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. S. Riege en A. Wolthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.R. van Staveren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 mei 2024.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/033145-24
1
hij, op één of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van
1 september 2023 tot en met 15 januari 2024 te Rotterdam en/of ’s-Gravenhage
en/of Elst (gemeente Rhenen) en/of Schiedam en/of Naaldwijk (gemeente
Westland), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] en/of
- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] en/of
- [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 4] en/of
- [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 5] en/of
- [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6] en/of
- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7],
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en/of het ter beschikking stellen van hun
bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of bankgegevens en/of (een) siera(a)d(en) en/of
een hoeveelheid contant geld,
- door voornoemde slachtoffers telefonisch te benaderen en/of gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van
een bank (van de ABN AMRO en/of ING en/of SNS en/of Rabobank) en/of
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] mede te delen dat er frauduleuze handelingen waren gepleegd dan
wel is gepoogd om frauduleuze handelingen te plegen met zijn/haar/hun
bankrekening(en) en/of dat (om die reden) de bankpas(sen) van voornoemde
slachtoffers opgehaald zouden worden en/of
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat
hij/zij slachtoffer kon worden van een inbraak en/of dat om die reden de bankpas
(met pincode) en/of siera(a)d(en) en/of contant geld van voornoemde slachtoffers
opgehaald zouden worden om diefstal te voorkomen en/of
- door voornoemde [slachtoffer 3] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op
zijn computer en/of
- door voornoemde [slachtoffer 5] te vragen om in te loggen in de ING-omgeving in haar
telefoon en/of
- door voornoemde slachtoffers te vragen zijn/haar (doorgeknipte) bankpas(sen) (in
een enveloppe) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of (contant) geld af te geven aan
de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen en/of
-door voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] telefonisch te vragen naar
zijn/haar pincode(s) en/of
- door bij de huisadressen van voornoemde slachtoffers langs te gaan en zijn/haar
bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of contante geld in ontvangst te
nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een bank;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meerdere onbekend gebleven persoon/personen,
op één of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van
1 september 2023 tot en met 15 januari 2024 te Rotterdam en/of ’s-Gravenhage
en/of Elst (gemeente Rhenen) en/of Schiedam en/of Naaldwijk (gemeente
Westland), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] en/of
- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] en/of
- [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 4] en/of
- [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 5] en/of
- [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 6] en/of
- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 7],
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en/of het ter beschikking stellen van hun bankpas(sen)
en/of pincode(s) en/of bankgegevens en/of (een) siera(a)d(en) en/of een
hoeveelheid contant geld,
- door voornoemde slachtoffers telefonisch te benaderen en/of gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van
een bank (van de ABN AMRO en/of ING en/of SNS en/of Rabobank) en/of
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] mede te delen dat er frauduleuze handelingen waren gepleegd dan
wel is gepoogd om frauduleuze handelingen te plegen met zijn/haar/hun
bankrekening(en) en/of dat (om die reden) de bankpas(sen) van voornoemde
slachtoffers opgehaald zouden worden en/of
- in die hoedanigheid de slachtoffers [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat
hij/zij slachtoffer kon worden van een inbraak en/of dat om die reden de bankpas
(met pincode) en/of siera(a)d(en) en/of contant geld van voornoemde slachtoffers
opgehaald zouden worden om diefstal te voorkomen en/of
- door voornoemde [slachtoffer 3] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op
zijn computer en/of
- door voornoemde [slachtoffer 5] te vragen om in te loggen in de ING-omgeving in haar
telefoon en/of
- door voornoemde slachtoffers te vragen zijn/haar (doorgeknipte) bankpas(sen) (in
een enveloppe) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of (contant) geld af te geven aan
de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen en/of
-door voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] telefonisch te vragen naar
zijn/haar pincode(s) en/of
- door bij de huisadressen van voornoemde slachtoffers langs te gaan en zijn/haar
bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of sieraden en/of contante geld in ontvangst te
nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een bank;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meerdere
tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met
15 januari 2024 te Rotterdam en/of ’s-Gravenhage en/of Elst (gemeente Rhenen)
en/of Schiedam en/of Naaldwijk (gemeente Westland), althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door
- één of meer bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of contant geld en/of
siera(a)d(en) op te halen bij voornoemde slachtoffers;
2
hij, op één of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van
1 september 2023 tot en met 15 januari 2024 te Rotterdam en/of ’s-Gravenhage
en/of Elst (gemeente Rhenen) en/of Utrecht en/of Amerongen en/of Schiedam
en/of Naaldwijk (gemeente Westland) en/of Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal EUR 6.752,80, in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele aan onderstaande pers(o)n(en), te weten
- [slachtoffer 1] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 1.000,= euro) en/of
- [slachtoffer 2] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 500,= euro) en/of
- [slachtoffer 3] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 3.550,= euro) en/of
- [slachtoffer 5] (gedupeerd ten bedrage van in toaal 1.150,= euro) en/of
- [slachtoffer 4] (gedupeerd ten bedrage van 450,= euro) en/of
- [slachtoffer 6] (gedupeerd ten bedrage van 102,80 euro),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn/haar mededader(s) dat weg te
nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van een of meer
bankpas(sen) en/of pincode(s) van voornoemde perso(o)n(en) welke door middel
van oplichting in het bezit van verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn gekomen,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
3
hij op of omstreeks 7 december te Elst (gemeente Rhenen) en/of te Schiedam,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten één of meerdere
server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving toebehorende aan de SNS
bank en/of een ander/anderen dan verdachte en/of dienst medepleger(s), waarop
een internetbankieren omgeving van klant [slachtoffer 3] wordt gehost, althans
bereikbaar is en/of het computersysteem van die [slachtoffer 3], is
binnengedrongen,
door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of
met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of het aannemen van een
valse hoedanigheid, te weten door die [slachtoffer 3] onder valse voorwenselen te
bewegen tot het installeren van 'Anydesk'op zijn computersysteem, waardoor hij,
verdachte of/zijn medeverdachte(n) toegang verkreeg/verkregen tot het
computersysteem van die [slachtoffer 3] en/of de zich daarop bevindende online
bankrekening(en);
4
(dossier [proces-verbaalnummer 1])
hij op of omstreeks 6 december 2023 te Nieuwerkerk, gemeente
Schouwen-Duiveland, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten het afgeven en/of ter beschikking stellen van bankpas(sen) en/of
pincode(s) en/of bankgegevens, door:
- voornoemde [slachtoffer 7] telefonisch te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een (ICT) medewerker
van de SNS bank en/of vervolgens in die hoedanigheid mede te delen dat
frauduleuze handelingen met zijn bankrekening is/zijn gepleegd waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), hem zou kunnen helpen, en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 7] te verzoeken om 'Anydesk' te installeren op zijn laptop
en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om het limiet van zijn rekening op te hogen
en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om zijn pincode in te spreken op een bandje
en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te vragen om zijn bankpas en/of de bankpassen van zijn
gezinsleden af te geven aan een persoon die zich voordeed als
koerier/bankmedewerker en/of
- door bij het huisadres van voornoemde [slachtoffer 7] langs te gaan en zijn bankpas
en/of de bankpassen van zijn gezinsleden in ontvangst te nemen en zich daarbij
voor te doen als een koerier/bankmedewerker;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 6 december 2023 te
Nieuwerkerk, gemeente Schouwen-Duiveland,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten het afgeven en/of ter beschikking stellen van bankpas(sen) en/of
pincode(s) en/of bankgegevens, door:
- voornoemde [slachtoffer 7] telefonsich te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een (ICT) medewerker
van de SNS bank en/of vervolgens in die hoedanigheid mede te delen dat
frauduleuze handelingen met zijn bankrekening is/zijn gepleegd waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), hem zou kunnen helpen, en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 7] te verzoeken om 'Anydesk'te installeren op zijn laptop en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om het limiet van zijn rekening op te hogen en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te bewegen om zijn pincode in te spreken op een bandje en/of
- voornoemde [slachtoffer 7] te vragen om zijn bankpas en/of de bankpassen van zijn
gezinsleden af te geven aan een persoon die zich voordeed als
koerier/bankmedewerker;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
6 december 2023 te Nieuwerkerk, gemeente Schouwen-Duiveland, althans in
Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door bankpas(sen) bij voornoemde [slachtoffer 7] op te
halen;
5
(dossier [proces-verbaalnummer 1])
hij op of omstreeks 6 december 2023 te Oosterland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
meermalen, althans alleen,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal 12,700,-,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 7] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 5.300,= euro) en/of
- [slachtoffer 8] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 400,= euro) en/of
- [slachtoffer 9] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 300,= euro) en/of
- [slachtoffer 10] (gedupeerd ten bedrage van in totaal 6.700,= euro),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door te pinnen met/gebruik te maken van een of meer
bankpas(sen) en/of pincode(s) van voornoemde perso(o)n(en) welke door middel
van oplichting in het bezit van verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn gekomen,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
6
(dossier [proces-verbaalnummer 1])
hij op of omstreeks 6 december 2023 te Nieuwerkerk, gemeente
Schouwen-Duiveland, en/of Schiedam, althans in Nederland, opzettelijk en
wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten
server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van de SNS bank en/of de
computer/laptop/tablet van het slachtoffer [slachtoffer 7], althans in een deel daarvan,
waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) de toegang tot de geautomatiseerde
werken (of een deel daarvan) heeft/hebben verworven en/of is
zijn/binnengedrongen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en met behulp van (een) valse
sleutel(s), welke valse hoedanigheid bestond uit het zich voordoen als een of meer
medewerker(s) van die bank, waardoor verdachte met behulp van het programma
Anydesk en/of een ander programma de computer/laptop/tablet van die [slachtoffer 7]
heeft overgenomen en zich zodoende de toegang tot die computer/laptop/tablet
van die [slachtoffer 7] heeft verschaft en daarin is binnengedrongen en zich zodoende de
inlog- en bankgegevens en aldus de toegang heeft verschaft tot de server(s) waar de
beveiligde internetbankierenomgeving op draait/draaien;
7
(dossier [proces-verbaalnummer 2])
hij op of omstreeks 4 januari 2024 te Zoetermeer, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 8])
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en/of het ter beschikking stellen van haar
bankpas en/of creditcard, door:
- voornoemde [slachtoffer 11] telefonisch te benaderen en/of gedurende lange tijd aan
de telefoon te houden en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (de Rabobank) en/of
- vervolgens in die hoedanigheid die [slachtoffer 11] mede te delen dat frauduleuze
handelingen waren gepleegd dan wel is gepoogd om frauduleuze handelingen te
plegen met haar bankrekening(en) en/of dat (om die reden) de bankpas en/of
creditcard van die [slachtoffer 11] opgehaald zouden worden en/of
- voornoemde [slachtoffer 11] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op haar
mobiele telefoon en/of
- voornoemde [slachtoffer 11] te vragen haar bankpas en/of creditcard (in een
enveloppe) af te geven aan de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen
en/of
- door bij het huisadres van die [slachtoffer 11] langs te gaan en haar bankpas en/of
creditcard in ontvangst te nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker
van een bank;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meerdere onbekend gebleven persoon/personen op of omstreeks 4 januari
2024
te Zoetermeer, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 8])
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van
gegevens, te weten de afgifte en/of het ter beschikking stellen van haar
bankpas en/of creditcard, door:
- voornoemde [slachtoffer 11] telefonisch te benaderen en/of gedurende lange tijd aan
de telefoon te houden en/of zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (de Rabobank) en/of
- (vervolgens) in die hoedanigheid die [slachtoffer 11] mede te delen dat er frauduleuze
handelingen waren gepleegd dan wel is gepoogd om frauduleuze handelingen te
plegen met haar bankrekening(en) en/of dat (om die reden) de bankpas en/of
creditcard van die [slachtoffer 11] opgehaald zouden worden en/of
- voornoemde [slachtoffer 11] te verzoeken de applicatie Anydesk te installeren op haar
mobiele telefoon en/of
- voornoemde [slachtoffer 11] te vragen haar bankpas en/of creditcard (in een
enveloppe) af te geven aan de medewerker van de bank die ter plaatse zou komen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
4 januari 2024 te Zoetermeer, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door een bankpas en/of een creditcard op te halen bij
die [slachtoffer 11];
8
(dossier [proces-verbaalnummer 2])
hij op of omstreeks 4 januari 2024 te Zoetermeer en/of te Barendrecht,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
één of meer geldbedrag(en), (te weten in totaal ongeveer 1935,70 euro),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 11],
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen
geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door af te rekenen bij de Mediamarkt en/of de Total en/of
geld op te nemen bij één of meer geldautoma(a)t(en) en hierbij gebruik te maken
van een bankpas en/of creditcard van die [slachtoffer 11] welke door middel van
oplichting in het bezit van verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn gekomen,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
9
(dossier [proces-verbaalnummer 2])
hij op of omstreeks 4 januari 2024 te Zoetermeer en/of Schiedam,
althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten server(s) van de
(beveiligde) internetbankieren omgeving van de Rabo bank en/of de mobiele
telefoon van het slachtoffer [slachtoffer 11], althans in een deel daarvan, waarbij
verdachte en/of zijn medeverdachte(n) de toegang tot de geautomatiseerde werken
(of een deel daarvan) heeft/hebben verworven en/of is zijn/binnengedrongen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en met behulp van (een) valse
sleutel(s), welke valse hoedanigheid bestond uit het zich voordoen als een of meer
medewerker(s) van die bank, waardoor verdachte met behulp van het programma
Anydesk en/of een ander programma de mobiele telefoon van die [slachtoffer 11] heeft
overgenomen en zich zodoende de toegang tot die mobiele telefoon van die
[slachtoffer 11] heeft verschaft en daarin is binnengedrongen en zich zodoende de inlog-
en bankgegevens en aldus de toegang heeft verschaft tot de server(s) waar de
beveiligde internetbankierenomgeving op draait/draaien;
10
(dossier [proces-verbaalnummer 3])
hij op of omstreeks 26 januari 2024 te Schiedam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 12], geboren op [geboortedatum 9], heeft bewogen tot de afgifte
van enig goed, en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte
en/of het ter beschikking stellen van haar bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of
bankgegevens en/of (een) siera(a)d(en) en/of horloges en/of een hoeveelheid
contant geld:
- door voornoemde [slachtoffer 12] telefonisch te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (Rabobank) en/of
- door in die hoedanigheid mede te delen dat de bankrekening(en) en waardevolle
goederen van die [slachtoffer 12] moesten worden verzekerd, waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), haar zou kunnen helpen en/of
- door voornoemde [slachtoffer 12] te vragen haar pincode(s) en/of bankpas(sen)
(in een enveloppe) en/of sieraden en/of horloges en/of (contant) geld af te geven
aan de medewerker die ter plaatse zou komen en/of
- door bij het huisadres van voornoemde [slachtoffer 12] langs te gaan en haar
pincode(s) en/of bankpas(en) en/of sieraden en/of horloges en/of (contante) geld
in ontvangst te nemen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en)
op of omstreeks 26 januari 2024 te Schiedam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 12], geboren op [geboortedatum 9], heeft bewogen tot de afgifte
van enig goed, en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte
en/of het ter beschikking stellen van haar bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of
bankgegevens en/of (een) siera(a)d(en) en/of horloges en/of een hoeveelheid
contant geld:
- door voornoemde [slachtoffer 12] telefonisch te benaderen, gedurende lange tijd
aan de telefoon te houden en zich daarbij voor te doen als een medewerker van een
bank (Rabobank) en/of
- door in die hoedanigheid mede te delen dat de bankrekening(en) en waardevolle
goederen van die [slachtoffer 12] moesten worden verzekerd, waarbij hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), haar zou kunnen helpen en/of
- door voornoemde [slachtoffer 12] te vragen haar pincode(s) en/of bankpas(sen)
(in een enveloppe) en/of sieraden en/of horloges en/of (contant) geld af te geven
aan de medewerker die ter plaatse zou komen
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
26 januari 2024 te Schiedam, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door bankpassen en/of pincodes en/of (contant) geld
en/of sieraden op te halen bij die [slachtoffer 12];
11
(dossier [proces-verbaalnummer 3])
hij op of omstreeks 26 januari 2024 te Schiedam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid (contant) geld, te weten in totaal EUR 500,-,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 12],
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te
nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van een of meer
bankpas(sen) en/of pincode(s) van voornoemde [slachtoffer 12], welke door
middel van oplichting in het bezit van verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn
gekomen, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of
zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
Parketnummer 10/105610-24
hij op of omstreeks 31 december 2023 te Schiedam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht door een brandend/aangestoken stuk vuurwerk,
althans open vuur, te gooien in een personenauto met ingeslagen/kapotte ruit (te
weten een Opel Astra met kenteken [kenteken] geparkeerde staande aan de Eduard
van Beinumlaan), terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten één of
meer aangrenzend geparkeerde (personen)auto('s) en/of één meer aangrenzend(e)
pand(en) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 december 2023 te Schiedam, althans in Nederland,
openlijk, te weten op/aan de Eduard van Beinumlaan,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of
op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed,
te weten een personenauto(een Opel Astra met kenteken [kenteken]) door:
- een brandend/aangestoken stuk vuurwerk, althans open vuur, te gooien door de
ingeslagen/kapotte ruit van voornoemde personenauto en/of
- de brandstichting in voornoemde personenauto, althans het gooien van een
brandend/aangestoken stuk vuurwerk, althans open vuur, door de
ingeslagen/kapotte ruit van voornoemde personenauto, te filmpen met een mobiele
telefoon,
terwijl hij, verdachte deze goederen opzettelijk heeft vernield.