4.1.2.Beoordeling
Partiële vrijspraak betreffende het ‘medeplegen’ en het ‘uit winstbejag behulpzaam zijn bij verblijf’
Met de officier van justitie (en deels ook de verdediging) is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde ‘uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf’ en het ‘medeplegen’ niet is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering (partieel) zal worden vrijgesproken.
Voor het overige overweegt de rechtbank als volgt.
De feiten
Uit de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in bijlage II bij dit vonnis kan de volgende gang van zaken worden afgeleid: Op 4 december 2023 ontving de politie informatie dat er sinds enkele weken meerdere personen – van voornamelijk Afghaanse afkomst – zich vanaf de bushalte aan de Mr. L.A. Kesperweg in Vlaardingen (hierna ook: het bushokje) verstopten onder vrachtwagens. Uit eerdere observaties was gebleken dat de personen op de assen van vrachtwagens klimmen – wanneer deze bij het kruispunt voor het verkeerslicht moeten stoppen – met als doel het nabijgelegen besloten haventerrein van DFDS in Vlaardingen (hierna: het DFDS-terrein) op te kunnen komen om vervolgens per boot door te reizen naar het Verenigd Koninkrijk. Het vermoeden van de politie was, dat er in de buurt van het kruispunt een persoon zou staan die de actie zou coördineren en aanwijzingen zou geven onder welke vrachtwagens de personen konden klimmen. De verbalisanten hebben in het proces-verbaal gerelateerd dat dit een bekende
modus operandiis.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] gingen ter plaatse en zagen rond 17:10 uur een in het grijs gekleed persoon bij het bushokje staan, die enkele minuten later weg was. Een speurhondengeleider van de Grenspolitie Rotterdam controleerde met zijn migratiehond inkomende vrachtwagencombinaties op het “inspectievak” achter de toegangspoorten van het DFDS-terrein. Omstreeks 17:45 uur blafte de hond en zag de speurhondengeleider dat er zich op een van de assen van een vrachtwagencombinatie een persoon bevond, te weten de vreemdeling [naam 1], die werd aangehouden.
Verbalisant [verbalisant 3] startte om 17:20 uur zijn observatie en zag omstreeks 17:30 uur een man met een lichtbruine broek bij het bushokje staan, die meerdere keren stond te bellen en meerdere pogingen deed om onder vrachtwagens te klimmen die stilstonden bij het rode verkeerslicht. Nadat de man een aantal pogingen had gedaan, liep hij in de richting van het metrostation Vijfsluizen in Schiedam (hierna: het metrostation).
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] kwamen vervolgens aan bij dat metrostation en zagen daar drie personen van vermoedelijk Afghaanse afkomst, waarvan er één aan het bellen was met een mobiele telefoon. Deze man had een lichtbruine broek aan. Omstreeks 18:20 uur werd gezien dat die man in de richting van het bushokje liep. Vervolgens deed hij rond 18:38 uur nog een paar pogingen om onder vrachtwagens te kruipen, wat hem uiteindelijk niet lukte. Gezien werd dat hij bijna de gehele tijd stond te bellen. De man werd omstreeks 19:18 uur aangehouden en bleek later de vreemdeling [naam 3] te zijn.
Rond 18:21 uur werd door verbalisant [verbalisant 3] waargenomen dat een persoon met witte oordopjes – de persoon waarmee [naam 3] volgens verbalisant [verbalisant 1] eerder contact maakte bij het metrostation – kwam aanlopen, enkele seconden stilstond in het bushokje, daarna vrij snel naar een stilstaande vrachtwagen rende en zich daaronder verstopte. De persoon was niet meer onder de vrachtwagen vandaan gekomen, nadat de vrachtwagen wegreed. Omstreeks 18:33 uur kwam weer een persoon aangelopen vanaf het metrostation en deze ging in het bushokje staan. De persoon stond te bellen, rende vervolgens naar een stilstaande vrachtwagen en kroop daaronder. Ook deze persoon is niet onder de vrachtwagen vandaan gekomen. Tijdens de controle van de speurhondengeleider op het “inspectievak” van het DFDS-terrein blafte de migratiehond tevens rond 18:50 uur bij een trailer ter hoogte van de assen. De speurhondengeleider zag dat er zich op een van de assen een persoon bevond, te weten de vreemdeling [naam 4], die werd aangehouden.
Later bleek dat de vrachtwagen waar één van de personen onder was gekropen, niet naar het DFDS-terrein was gereden, maar in de omgeving werd aangetroffen. De ashanger werd aangehouden en bleek de vreemdeling [naam 2] te zijn.
Terwijl deze personen onder de vrachtwagens klommen dan wel poogden te klimmen, werd gezien dat een man een geruime tijd op het perron van het metrostation stilstond. Deze man had zich zo opgesteld dat hij zicht had op de bushalte nabij het Bastion Hotel en de op- en afrit van de snelweg A4 te Vlaardingen. De verdachte bleek deze man te zijn. Verbalisant [verbalisant 4] was omstreeks 17:45 uur op het perron en hoorde bij het passeren van de verdachte dat hij in een buitenlandse taal praatte. Verbalisant [verbalisant 5] arriveerde om 18:50 uur en zag en hoorde de verdachte tevens af en toe praten. Later werd door verbalisant [verbalisant 1] gezien dat de verdachte witte draadloze oortjes in zijn oren had. Tot het moment van de aanhouding van de verdachte om 19:17 uur stond verdachte in de regen, terwijl er niemand anders op het perron was en er meerdere plekken waren om droog te staan. Gezien werd dat de verdachte gedurende de observatieperiode continu met zijn gezicht naar de afrit en het bushokje stond. Om de vier à vijf minuten arriveerde er een metro, waarvan de verdachte geen gebruik maakte. In de observatieperiode zagen de verbalisanten dat de verdachte herhaaldelijk gebruik maakte van zijn telefoon, ook op de momenten dat er personen onder de vrachtwagens verdwenen. Op die momenten keek de verdachte in de richting van het bushokje en bewoog hij drukker dan wanneer er niets gaande was. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 5] hoorden de verdachte “Yalla Yalla” zeggen en direct daarna werd door een collega-verbalisant gezien dat de vreemdeling [naam 3] met versnelde pas naar een vrachtwagen rende en daaronder probeerde te klimmen.
Bij de fouillering van de verdachte werd een OV-chipkaart aangetroffen, waarover de verdachte tijdens zijn verhoor had verklaard dat hij daarmee een aantal keren met de metro had gereisd. Daarnaast werden er achtentwintig biljetten van vijftig euro, in totaal veertienhonderd euro, aangetroffen. Uit onderzoek aan de OV-chipkaart is gebleken dat op 4 december 2023 om 16:36 uur het saldo werd opgewaardeerd, waarna er om 17:00 uur werd ingecheckt. Vervolgens werd er om 17:18 uur uitgecheckt en om 17:21 uur weer ingecheckt op het metrostation Vijfsluizen.
De aangehouden vreemdelingen, die doende zijn geweest onder vrachtwagens te kruipen of daar een poging toe hebben gedaan, hebben (onder andere) verklaard dat ze vanuit Frankrijk via België naar Nederland zijn gekomen met de trein. Het was hun bedoeling om naar het Verenigd Koninkrijk te reizen. Zij kregen telefonisch aanwijzingen van een hun onbekend persoon over welke vrachtwagens ze moesten hebben, hoe ze onder de vrachtwagens moesten kruipen en wanneer ze naar de vrachtwagens moesten rennen. Ze zouden hiervoor vijftienhonderd tot tweeduizend euro per persoon moeten betalen.
Onderzoek aan de in beslag genomen telefoons
De Xiaomi Realme telefoon die de verdachte tijdens zijn aanhouding bij zich had, is onderzocht. Uit het onderzoek is gebleken dat die telefoon een simkaart bevatte met het telefoonnummer [telefoonnummer], waaraan de gebruikersnaam [gebruikersnaam] was gekoppeld op WhatsApp. Op de telefoon werd een aantal afbeeldingen aangetroffen waarop de verdachte te zien is, waaronder een afbeelding gemaakt op 24 september 2023 in Parijs en een afbeelding gemaakt op 13 november 2023 nabij het metrostation Vijfsluizen. Tevens werd een afbeelding aangetroffen, die op 13 november 2023 was gemaakt vanaf een perron van het metrostation Vijfsluizen in de richting van het DFDS-terrein, waarbij ook het Bastion Hotel zichtbaar is. Verder werden er twee afbeeldingen aangetroffen die op 22 november 2023 via WhatsApp waren ontvangen of verstuurd, waarop een briefje met aantekeningen zichtbaar is. Na vertaling door een beëdigd tolk bleken hierop Awala (transactie) met een transactienummer te staan en tweemaal het bedrag van tweeduizend pond.
Daarnaast is uit onderzoek aan de telefoon van de verdachte gebleken dat de vreemdelingen [naam 4], [naam 2] en [naam 3] alle drie als contact stonden opgeslagen, respectievelijk sinds 1 december 2023 en tweemaal sinds de ochtend van 4 december 2023.
Daarbij is er in de telefoon in WhatsApp een aantal spraakberichten aangetroffen die werden verstuurd tussen het telefoonnummer van de verdachte en het telefoonnummer van de vreemdeling [naam 3] op 4 december 2023 tussen 14:58 en 16:27 uur. Bovendien heeft tussen 10:37 en 18:54 uur een aantal telefoongesprekken – al dan niet via Whatsapp – plaatsgevonden tussen deze nummers, waaronder meerdere gesprekken tussen 17:26 en 18:54 uur. Ook werd een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen 1 december en 4 december 2023 tussen het telefoonnummer van de verdachte en het telefoonnummer van de vreemdeling [naam 4] en hebben er op 4 december 2023 tussen 16:32 en 18:24 uur meerdere belgesprekken plaatsgevonden tussen deze nummers. Daarnaast is er een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen het telefoonnummer van de verdachte en het telefoonnummer van de vreemdeling [naam 2] in de ochtend van 4 december 2023 en hebben er op diezelfde dag om 10:10 en 10:50 uur twee belgesprekken plaatsgevonden tussen deze nummers.
Op de telefoon van de verdachte is tevens een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen de verdachte en een telefoonnummer van een onbekend gebleven persoon, dat plaatsvond op 4 december 2023 om 16:24 uur (UTC+1), waarin diverse spraakberichten over en weer werden verzonden. Na vertaling door een beëdigd tolk bleek dat de verdachte om 16:25 uur (UTC+1) het volgende spraakbericht had gestuurd naar dit nummer:
“Ik roep per dag twee personen op vanuit Nederland om zes uur in de avond. Ik ga ze in de auto laten stappen. De auto's rijden om negen uur de vrachtschip in. Als je sterk en alert bent dan ga je 40 seconden bij de stoplicht voor de auto's staan. Ik ga de auto controleren en jou erin laten stappen. Als je sterk en alert bent dan ga je arriveren. Als je niet sterk, alert en sluw/slim bent dan ga je niet arriveren. Dit zijn twee mogelijkheden. Is het goed? Het tarief daarvoor is tweeduizend Pond.”
De verklaringen van de verdachte
Bij de politie en ook ter terechtzitting heeft de verdachte ontkend een mensensmokkelaar te zijn. Hij heeft verklaard dat hij vanuit Frankrijk naar Antwerpen reisde, vanuit daar naar Nederland is gekomen en dat hij zelf wilde uitreizen naar het Verenigd Koninkrijk door onder een vrachtauto te kruipen. Hij heeft verklaard dat je bij het metrostation uitstapt, daar een parkeerlicht is en als de vrachtwagen bij het parkeerlicht staat, je onder de vrachtwagen gaat. De vrachtwagen gaat dan per schip naar Engeland. Bij de politie heeft hij verklaard dat hij die dag op het metrostation was met vier vrienden – waaronder de vreemdeling [naam 3] – die eerst onder een vrachtwagen zouden kruipen en hij wachtte op een reactie van hen, zodat ook hij onder een vrachtwagen kon klimmen. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij er slechts met één vriend was, de vreemdeling [naam 3]. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij zijn telefoon vaak had uitgeleend aan andere Afghanen en op de terechtzitting heeft hij verklaard dat hij bij het metrostation rond 16:00/17:00 uur zijn telefoon had uitgeleend aan twee Franse jongens, waarna deze jongens terugreisden naar Antwerpen. Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij het aangetroffen geld bij zijn fouillering had verdiend met zijn Uber werkzaamheden in Parijs en op de terechtzitting heeft hij verklaard dat het geld afkomstig was van de verkoop van zijn motor.
Beoordeling door de rechtbank
De rol van de verdachte
Vast staat dat de verdachte op 4 december 2023 aanwezig was op het perron van het metrostation Vijfsluizen vanaf in ieder geval 17:45 uur en dat hij vanaf dat moment ook herhaaldelijk aan het bellen was. In de telefoon die onder de verdachte in beslag is genomen, zijn diverse foto’s aangetroffen van verschillende data en tijdstippen in de maanden september en november 2023 waarop de verdachte te zien is. Uit onderzoek aan de telefoon van de verdachte is gebleken dat de vreemdelingen [naam 4], [naam 2] en [naam 3] alle drie stonden opgeslagen als contact en deze contacten tussen 1 en 4 december 2023 waren aangemaakt. De verdachte heeft verklaard dat de vreemdeling [naam 3] een bekende van hem is, maar heeft wisselend verklaard over de persoon dan wel personen waarmee hij die dag op het metrostation was. Op 4 december 2023 ten tijde van de observatie – tussen de start van de observatie om 17:20 en de aanhouding van de verdachte om 19:17 uur – had de verdachte (middels WhatsApp) belgesprekken met [naam 3] en [naam 4], en eerder die dag had hij telefonisch contact met [naam 2]. De vreemdelingen hebben verklaard dat zij telefonisch aanwijzingen kregen over welke vrachtwagens ze moesten hebben, hoe ze daaronder moesten kruipen en wanneer ze naar de vrachtwagens moesten rennen. De politie heeft tijdens de observatie opgemerkt dat de verdachte alleen op het perron van het metrostation stond, aan het bellen was, in de richting van het bushokje keek op het moment dat de genoemde vreemdelingen vanuit het bushokje onder de vrachtwagens klommen dan wel probeerden te klimmen en daarbij de woorden “Yalla Yalla” uitsprak, wat volgens Google Translate “snel, snel” betekent in de Arabische taal. De rechtbank acht het, gelet op al deze bewijsmiddelen, niet aannemelijk dat de verdachte zijn telefoon juist op deze voor hem belastende momenten heeft uitgeleend aan onbekende anderen zoals door de verdachte is betoogd. Naar het oordeel van de rechtbank wijzen de bewijsmiddelen er juist op dat de verdachte gedurende een langere periode de telefoon in zijn bezit heeft gehad en telefonisch contact heeft gehad met de vreemdelingen teneinde hun aanwijzingen te geven. De verklaring van de verdachte wordt als ongeloofwaardig ter zijde geschoven. De rechtbank verwerpt het verweer.
Het alternatieve scenario geschetst door de verdediging dat de verdachte zelf die dag onder een vrachtwagen wilde klimmen om uit te reizen, acht de rechtbank gelet op het voorgaande en het volgende evenmin aannemelijk. De verdachte heeft gedurende de ongeveer anderhalf uur durende observatie door de politie het perron van het metrostation op geen enkel moment verlaten om zelf onder een van de vrachtwagens te (proberen te) klimmen. Daarbij is in de telefoon van de verdachte een spraakbericht aangetroffen – gestuurd op 4 december 2023 – waarin hij tegen een onbekend gebleven persoon heeft gezegd dat hij per dag twee personen oproept vanuit Nederland, hij ze in de auto gaat laten stappen, de auto’s om negen uur het vrachtschip inrijden, je veertig seconden bij het stoplicht voor de auto’s moet staan, hij de auto gaat controleren en de persoon erin gaat laten stappen, je alleen gaat arriveren als je sterk en alert bent en het tarief daarvoor tweeduizend pond bedraagt. Deze
modus operandiwordt op diezelfde dag ook waargenomen door de verbalisanten tijdens de observatie. Daarnaast worden in de telefoon van de verdachte twee afbeeldingen van aantekeningen op briefjes aangetroffen, waarbij op beide de term awala (transactie) en het bedrag van tweeduizend pond staat vermeld. De rechtbank stelt vast dat de genoemde werkwijze een persoon vereist die kennis heeft van en instructies geeft over welke vrachtwagens naar het DFDS-terrein gaan – met als eindbestemming het Verenigd Koninkrijk – en wanneer de vreemdelingen naar de vrachtwagens moeten rennen om eronder te kunnen klimmen. Deze persoon heeft daarbij zicht nodig op het punt waar de vrachtwagens moeten stoppen en de vreemdelingen de mogelijkheid hebben om zich onder de vrachtwagens te begeven. In het onderhavig geval biedt het perron van het metrostation Vijfsluizen die gelegenheid ten aanzien van het kruispunt naast het Bastion Hotel Vlaardingen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van voornoemde feiten en omstandigheden worden vastgesteld dat de verdachte op 4 december 2023 op het perron van het metrostation Vijfsluizen telefonisch aanwijzingen en inlichtingen heeft gegeven aan de vreemdelingen, waardoor zij onder de vrachtwagens konden klimmen. De verklaring van de verdachte dat hijzelf die dag onder een vrachtwagen wilde klimmen en dus een van de vreemdelingen was die wilde uitreizen, wordt als ongeloofwaardig ter zijde geschoven en vindt geen steun in het dossier. Het verweer wordt verworpen.
Voltooid delict
Artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht bevat een zelfstandig strafbaar gestelde ‘medeplichtigheid’. Het is een voortdurend delict, waarvan de uitvoering al is voltooid op het moment dat de illegale doorreis een aanvang heeft genomen. Daarvan is – gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden – in het onderhavige geval sprake. Van belang is dat de behulpzaamheid bij het verschaffen van de doorreis is voltooid. Dat de vrachtwagens met de vreemdelingen niet in het Verenigd Koninkrijk zijn aangekomen, onder meer doordat deze werden gecontroleerd door de speurhondengeleider en de politie, doet niet af aan het feit dat de verdachte door te handelen zoals hij heeft gedaan, behulpzaam was bij de illegale doorreis. Hij heeft immers telefonisch aanwijzingen gegeven aan de vreemdelingen over welke vrachtwagens zij moesten hebben en hoe zij onder die vrachtwagens moesten kruipen met als doel om door te kunnen reizen naar het Verenigd Koninkrijk. Deze handelingen van de verdachte zijn naar de uiterlijke verschijningsvorm al een voltooiing van het bestanddeel ‘behulpzaam zijn’. Overigens is het in dat verband volgens vaste rechtspraak niet noodzakelijk dat de landsgrens daadwerkelijk is gepasseerd.
Vreemdeling [naam 1]
Met de verdediging – en anders dan de officier van justitie – is de rechtbank van oordeel dat
het ten laste gelegde ten aanzien van de vreemdeling [naam 1] niet is bewezen, zodat de verdachte daarvan (partieel) zal worden vrijgesproken. Uit het dossier volgt niet dat er telefonisch contact is geweest tussen de telefoonnummers van de verdachte en de vreemdeling [naam 1] noch dat het telefoonnummer van die vreemdeling in de telefoon van de verdachte stond opgeslagen als contact. Daarnaast werd door de politie waargenomen dat de vreemdeling [naam 1] rond 17:10 uur in het bushokje stond en enkele minuten later verdwenen was. Uit het onderzoek aan de OV-chipkaart – die bij de verdachte was aangetroffen – blijkt dat er om 17:00 uur werd ingecheckt, waarna er om 17:18 uur werd uitgecheckt. Daarbij komt dat de politie-observatie van de verdachte op het perron van het metrostation pas om 17:45 uur was aangevangen. Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van deze omstandigheden niet worden vastgesteld dat de verdachte op het moment dat de vreemdeling [naam 1] onder een vrachtwagen kroop, op het perron van het metrostation aanwezig is geweest en ook niet dat hij telefonisch aanwijzingen heeft gegeven aan die vreemdeling over welke vrachtwagen hij moest hebben en hoe hij daaronder moest kruipen.