Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van 20 oktober 2023, en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het aanvullend raadsrapport van 13 maart 2024,
- de stelbrief van mr. A. Apistola van 16 april 2024,
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 16 april 2024;
- de schriftelijke mening van [voornaam minderjarige] , ter zitting voorgelezen en nadien toegestuurd door mr. Apistola.
2.De feiten
3.De (aangehouden) verzoeken
4.De standpunten
5.De beoordeling
Om [voornaam minderjarige] de behandeling en hulpverlening te bieden die zij nodig heeft, is het noodzakelijk dat diagnostiek plaatsvindt. Diagnostiek is enkel mogelijk vanuit een setting waar zij rust ervaart. Het lukt de ouders niet om die rust te creëren. De kinderrechter passeert dan ook het verweer van de moeder dat eerst diagnostiek dient plaats te vinden, alvorens [voornaam minderjarige] uithuisgeplaatst kan worden. Gelet op de voornoemde zorgen en de noodzaak tot rust om de huidige patronen te doorbreken, acht de kinderrechter een uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk. Dat er op dit moment nog geen passende plek voor [voornaam minderjarige] beschikbaar is, doet daar niet aan af.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.