In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 21 mei 2024, werd het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond om de voorwaardelijke machtiging voor de minderjarige [voornaam minderjarige] te verlengen, afgewezen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft ook een coach van de minderjarige bijzondere toegang verleend om als informant op te treden.
De feiten van de zaak tonen aan dat de moeder belast is met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige], die bij haar woont. De kinderrechter had eerder al een ondertoezichtstelling opgelegd en een voorwaardelijke machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie. De GI verzocht om verlenging van deze machtiging, maar de kinderrechter oordeelde dat de minderjarige niet bereid was om de voorwaarden van het hulpverleningsplan na te leven. Dit was een belangrijke factor in de beslissing.
De kinderrechter concludeerde dat de minderjarige onvoldoende bereidheid toonde om mee te werken aan de jeugdhulp en dat er geen andere minder ingrijpende mogelijkheden waren om de opgroei- en opvoedingsproblemen aan te pakken. De kinderrechter uitte haar zorgen over de situatie van de minderjarige en haar onwil om te praten over haar leven. Uiteindelijk werd het verzoek tot verlenging van de voorwaardelijke machtiging afgewezen, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.