Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige, geboren in 2004. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd op 24 februari 2022 voor ernstige misdrijven, waaronder diefstal met geweld en poging tot doodslag. De rechtbank ontving op 12 maart 2024 een vordering tot verlenging van de maatregel van het openbaar ministerie, met bijgevoegd advies van de inrichting waar de veroordeelde verblijft. Tijdens de zitting op 2 mei 2024 werd de vordering behandeld, waarbij de officier van justitie een verlenging van tien maanden voorstelde, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman pleitten voor een kortere verlenging van zes tot zeven maanden. De rechtbank constateerde dat de veroordeelde een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, met een goede inzet in therapieën en een stabiele situatie in de inrichting. De rechtbank besloot de PIJ-maatregel te verlengen, maar voor een kortere periode dan door de officier van justitie gevraagd, namelijk met acht maanden. De rechtbank benadrukte het belang van een gemotiveerde houding van de veroordeelde en de noodzaak om hem de kans te geven om zijn positieve ontwikkeling voort te zetten. De nieuwe einddatum van de maatregel is vastgesteld op 8 januari 2025 voor de voorwaardelijke beëindiging en 8 januari 2026 voor de onvoorwaardelijke beëindiging.