In deze zaak heeft verzoeker op 16 april 2024 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht tegen een eerder vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 januari 2024, waarin werd besloten tot ontruiming van de woonruimte van verzoeker. Tijdens de zitting op 17 mei 2024 zijn zowel verzoeker als zijn schuldhulpverlener en beschermingsbewindvoerder verschenen. Verzoeker heeft aangegeven dat zijn schuldenproblematiek, waaronder een huurachterstand, is ontstaan door financiële en persoonlijke problemen. Hij heeft inmiddels stappen ondernomen om zijn huurachterstand in te lopen en heeft hulp gezocht bij schuldhulpverlening.
Verweerster, Gokyo Investments B.V., heeft zich verzet tegen het verzoek en stelt dat verzoeker zijn huurverplichtingen niet nakomt, met een oplopende huurachterstand van € 16.562,97. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er sprake is van een bedreigende situatie, zoals vereist in artikel 287b, tweede lid, Fw. De rechtbank concludeert dat er inderdaad een bedreigende situatie is, gezien de ontruimingsprocedure die door verweerster was gestart.
De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en verweerster tegen elkaar afgewogen. Het belang van verzoeker om in zijn huurwoning te blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject te doorlopen, weegt zwaarder dan het belang van verweerster om het vonnis van 26 januari 2024 ten uitvoer te leggen. De rechtbank heeft daarom de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits verzoeker zijn huurverplichtingen tijdig nakomt. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, met de mogelijkheid om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen.