Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- de akte wijziging eis van de man;
- de akte overleggen producties van de man, met producties 13 tot en met 21;
- de akte overlegging producties van de vrouw, met producties 6 tot en met 12;
- de mondelinge behandeling van 21 maart 2024;
- de akte van de man voor de rol van 17 april 2024, met producties 22 tot en met 26;
- de akte van de vrouw voor de rol van 1 mei 2024, met producties 13A, 13 B, 14 en 15.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
overeenstemming
kleding en lijfgoederen
banksaldi
inboedel
auto’s
erfenis moeder man
certificaten Stak
de woning te Etten-Leur
onroerende zaak Servië
lijfrente
€ 217.961 (productie 17, blad 4) en de man heeft daar op enig moment in 2018 € 95.600 aan onttrokken, ten behoeve van de aankoop van een lijfrente met uitkeringen aan hemzelf. Per 31 december 2018 en na de onttrekking van die € 95.600 bedroeg het saldo van de polis volgens opgave van de verzekeraar € 108.721,56. Er resteerde toen dus nog ongeveer de helft van de eerdere waarde van de polis. De polis valt volgens de man onder de uitsluitingsclausule (testament overleden echtgenote) maar dat beslaat naar het oordeel van de rechtbank slechts de helft. De rechtbank gaat er vanuit dat de € 95.600 die de man aan zichzelf heeft laten uitkeren het deel is dat onder de uitsluitingsclausule valt en dat de andere helft in de gemeenschap van goederen met de vrouw valt. Van die andere helft, het overgebleven deel onderaan de opgave van de verzekeraar per 31 december 2018, heeft de vrouw recht op de helft van de waarde.
hypotheekschuld
- op de bijlage bij de aangifte Inkomstenbelasting 1998 (productie 22) staan drie (hypotheek)schulden opgenomen: bij MNF bank voor NLG 290.000, bij Interbank voor
- op 13 en 20 november 2003 bedroeg de hypotheekschuld € 317.646, en deze liep toen bij de ABN Amro bank (productie 23);
- op 20 november 2003 is een nieuwe hypotheek aangegaan bij de Rabobank voor
vordering curator
€ 538.481,5 en dat deze schuld op grond van de ontbonden gemeenschap van goederen ook voor de helft moet worden gedragen door de vrouw. De vrouw heeft immers meegeprofiteerd van zijn maandelijkse salaris uit deze N.V. De vrouw voert als verweer dat de schuld pas is ontstaan door de uitspraak van de ondernemingsrechtbank Antwerpen van 24 maart 2021 en dus dateert van nà de echtscheiding en dat er twee medevennoten waren naast de man die ook ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn, en op wie de man regres kan nemen. De vordering wordt bovendien niet opgeëist.
vorderingen van de kinderen
- haar kleding en lijfgoederen - zijn kleding en lijfgoederen
- saldi bankrekeningen op haar naam - saldi bankrekening op zijn naam
- € 1.600: helft waarde BMW - BMW ad € 3.200
- € 8.000: helft verkoopopbrengst Mercedes - verkoopopbrengst Mercedes ad € 16.000
- erfenis moeder (uitsluitingsclausule)
- P.M. een/vierde deel taxatiewaarde woning - woning Etten-Leur
haar deel) - P.M. een/zesde deel taxatiewaarde
- de vordering van de curator -
- de restant hypotheekschuld - € 125.000 van de hypotheekschuld