ECLI:NL:RBROT:2024:4971

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
C/10/666395 / HA ZA 23-848
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van contractuele boete en rekening-courantverhouding tussen Her-opleidingen B.V. en Medivent Training & Support B.V.

In deze zaak vordert Her-opleidingen B.V. (hierna: Her) van Medivent Training & Support B.V. (hierna: Medivent) betaling van een contractuele boete van € 595.500,00, alsook een bedrag van € 500,00 per dag vanaf 1 augustus 2023, wegens het niet tijdig betalen van winstdelen die zijn overeengekomen in een contract van 21 november 2019. Medivent voert verweer en stelt dat zij niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de winstdelen tijdig zijn verrekend in een rekening-courantverhouding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad een rekening-courantverhouding bestaat tussen partijen en dat Medivent de winstdelen niet tijdig heeft betaald, maar dat deze tekortkoming niet aan Medivent kan worden toegerekend. De rechtbank concludeert dat Medivent niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en wijst de vorderingen van Her af. In reconventie vordert Medivent betaling van een openstaande schuld van Her op de rekening-courant van € 30.254,87. De rechtbank wijst deze vordering toe, omdat Her niet tijdig heeft geprotesteerd tegen het saldo van de rekening-courant. De rechtbank veroordeelt Her in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/666395 / HA ZA 23-848
Vonnis van 22 mei 2024
in de zaak van
HER-OPLEIDINGEN B.V.,
gevestigd te Schiedam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.M. Schmitz te Arnhem,
tegen
MEDIVENT TRAINING & SUPPORT B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.J.G. Van Brakel te Rotterdam.
Partijen worden hierna Her en Medivent genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 augustus 2023, met producties 1 tot en met 15;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 55;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte overlegging producties, met producties 16 tot en met 57;
  • de akte overlegging producties van Medivent, met producties 56 tot en met 69;
  • de oproepingsbrief van 29 november 2023;
  • de zittingsagenda van 4 maart 2024;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 26 maart 2024;
  • de spreekaantekeningen van Medivent.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 21 november 2019 een overeenkomst gesloten tot de transactie van activa en passiva van Her naar Medivent. In de overeenkomst is – voor zover van belang – het volgende bepaald:

Artikel 2
De overdracht geschiedt naar de toestand per 1 mei 2019 (met terugwerkende kracht)
(…)
Artikel 4
De koop en verkoop geschiedt voor een koopsom die als volgt is opgebouwd:
a Een bedrag groot € 15.004 (vijftienduizend en vier euro) te betalen door Koper aan Verkoper binnen 14 dagen na het tekenen van deze Overeenkomst (reeds voldaan door Koper), en
b. Een bedrag groot 30% (dertig procent) van de Nettowinst per kalenderjaar, over de boekjaren 2019 tot en met 2023, aldus conform onderstaand schema:
I te betalen door Koper aan Verkoper vóór 1 maart 2020, over het eerste jaar 2019 voor
de periode mei tot en met december;
II te betalen door Koper aan Verkoper vóór 1 maart 2021, over het tweede jaar 2020;
III te betalen door Koper aan Verkoper vóór 1 maart 2022, over het derde jaar 2021;
IV te betalen door Koper aan Verkoper vóór 1 maart 2023, over het vierde jaar 2022;
V te betalen door Koper aan Verkoper vóór 1 maart 2024, over het vijfde jaar 2023.
Artikel 5
De koopprijs als vermeld in artikel 4 zal als volgt worden voldaan: per bankoverschrijving op rekening (…) ten name van HER-opleidingen B.V.
(…)
Artikel 16
Indien een Partij in strijd handelt met hetgeen in deze akte is bepaald, verbeurt deze ten behoeve van de andere Partij een direct opeisbare boete zonder dat daartoe een ingebrekestelling of sommatie is vereist ter grootte van € 50.000, ineens en € 500,- per dag dat die overtreding voortduurt, onverminderd het recht van die Partij op volledige schadevergoeding.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Her vordert – samengevat – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Medivent te veroordelen tot betaling van:
een bedrag van € 595.500,00;
een bedrag van € 500,00 per dag vanaf 1 augustus 2023 tot de dag dat Medivent volledig uitvoering heeft gegeven aan haar verplichting ex artikel 4b IV van de overeenkomst;
een bedrag van € 4.752,50 aan buitengerechtelijke kosten;
de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten.
3.2.
Her legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Medivent de boete is verschuldigd zoals bepaald in artikel 16 van de overeenkomst, wegens het niet op tijd betalen van de winstdelen die zouden moeten worden uitgekeerd in de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023 overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst.
3.3.
Medivent voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Her, met veroordeling van Her in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Onder de voorwaarde dat de vordering in conventie wordt toegewezen, vordert Medivent – samengevat – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Her te veroordelen tot betaling van:
een bedrag van € 1.750.000,00;
de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5.
Medivent legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Her de boete is verschuldigd zoals bepaald in artikel 16 van de overeenkomst, wegens het niet doorstorten van klantbetalingen aan Medivent die nog op de rekening van Her binnenkwamen.
3.6.
Her voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Medivent, met veroordeling van Her in de proceskosten.
in reconventie
3.7.
Medivent vordert – samengevat – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Her te veroordelen tot betaling van:
een bedrag van € 30.254,87, te vermeerderen met de wettelijke rente;
de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.8.
Medivent legt aan haar vorderingen ten grondslag betaling van de nog openstaande schuld van Her op de rekening-courant.
3.9.
Her voert aanvankelijk verweer tegen de vorderingen van Medivent maar refereert zich op zitting aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Her stelt zich op het standpunt dat Medivent tekort is geschoten in de nakoming van artikel 4 van de overeenkomst door het niet op tijd betalen van de winstdelen van de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023. Over de omvang van de winstdelen bestaat tussen partijen geen discussie. Op grond van artikel 16 van de overeenkomst is Medivent een boete verschuldigd van een bedrag van € 595.500,00.
4.2.
Medivent betwist dat zij in strijd heeft gehandeld met de overeenkomst. Medivent heeft het winstdeel steeds per 1 maart verrekend in de rekening-courant. Voor zover de rechtbank van oordeel is dat Medivent wel te laat heeft verrekend, dan is dit niet toe te rekenen aan Medivent.
4.3.
Voor de beantwoording van de kernvraag van het geschil in conventie, namelijk of Medivent op grond van de overeenkomst een boete verschuldigd is aan Her, moet eerst antwoord worden gegeven op de volgende vragen: mocht Medivent de winstdelen verrekenen in de rekening-courant, heeft Medivent de winstdelen tijdig betaald/verrekend en zo nee, is dit aan Medivent toe te rekenen? De rechtbank zal hieronder de vragen nader uitwerken en afsluiten met de conclusie dat Medivent geen boete is verschuldigd aan Her.
Mocht Medivent verrekenen in de rekening-courant?
4.4.
Partijen hebben in de overeenkomst van 21 november 2019 de afspraak gemaakt dat Medivent aan Her zou voldoen 30% van de nettowinst per kalenderjaar over de boekjaren 2019 tot en met 2023 (artikel 4). Dit bedrag zou worden voldaan per bankoverschrijving op de rekening van Her (artikel 5). Feitelijk is er aan deze afspraak geen uitvoering gegeven omdat de bedragen niet zijn overgeschreven op de bankrekening van Her, maar door Medivent zijn verrekend in de rekening-courant. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rekening-courantverhouding kan ontstaan krachtens wet, (stilzwijgende) overeenkomst of gewoonte (artikel 6:140 BW).
4.5.
Her stelt zich op het standpunt dat partijen niet zijn overeengekomen om een rekening-courant te hanteren en de winstdelen daarin te verrekenen. De rekening-courant is ook niet door gewoonte ontstaan, mevrouw [persoon A] (bestuurder van Her), wist niet wat een rekening-courant was en heeft daar vragen over gesteld aan Medivent. De rechtbank kan Her niet volgen in dit standpunt. Op de mondelinge behandeling is door Medivent aangevoerd dat Her reeds voor het sluiten van de overeenkomst een rekening-courant hanteerde en dat deze rekening-courant ook is vermeld in de bijlage bij de overeenkomst. De bijlage bij de overeenkomst verwijst inderdaad naar een rekening-courant. Daarbij komt dat mevrouw [persoon A] in de e-mail van 25 mei 2020 vraagt om een overzicht van de rekening-courant. Her was dus van het bestaan van een rekening-courant op de hoogte. Medivent heeft Her meerdere malen op de hoogte gesteld van het verrekenen van het winstdeel in de rekening-courant. In de e-mail van 8 mei 2020 schrijft Medivent:
“De vergoeding à 5.130,00eu wordt conform afspraak verrekend met de RC HER”. En in de e-mail van 9 juli 2021 schrijft Medivent: “
Jullie 30% van de winst (8.142,11 exact) is reeds netjes geboekt en verwerkt in de RC positie.”Her heeft nimmer bezwaar gemaakt tegen deze wijze van verrekenen van het winstdeel. Ook niet in de dagvaarding. De procedure ziet op het niet tijdig verrekenen, waardoor de boetes verschuldigd zouden zijn volgens Her, en niet op het verrekenen an sich. Ook Her zelf gaat uit van een rekening-courant en van het verrekenen van vorderingen over en weer via deze rekening-courant. In de e-mail van 15 januari 2021 schrijft mevrouw [persoon A] aan Medivent
: “Dus mijn verzoek het graag zoals we al doen te verrekenen”. De rechtbank is dan ook van oordeel dat tussen partijen een rekening-courantverhouding bestond en dat er tussen partijen overeenstemming bestond dat Medivent de winstdelen zoals bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst in die rekening-courant mocht verrekenen.
Zijn de winstdelen tijdig verrekend?
4.6.
Partijen hebben in artikel 4 van de overeenkomst de afspraak gemaakt dat Medivent de winstdelen van 30% zou voldoen steeds vóór 1 maart na het respectievelijke kalenderjaar. Het winstdeel berekend over het boekjaar 2019 moest dus voor 1 maart 2020 worden betaald of verrekend. De vraag die partijen in dit kader verdeeld houdt is op welk moment het winstdeel is verrekend.
4.7.
De vorderingen van Her op Medivent zijn steeds op 1 maart opeisbaar geworden, daarover bestaat geen discussie. Evenmin staat ter discussie dat Medivent in de jaren 2020 tot en met 2023 de jaarcijfers over het voorgaande jaar niet definitief gereed had op 1 maart. Oftewel: in maart 2020 waren de jaarcijfers over 2019 nog niet definitief en zo ook voor de opvolgende jaren. Her stelt dat Medivent daarom op 1 maart geen winstdeel (verschuldigd aan Her) heeft kunnen verrekenen met het rekening-courantsaldo. Immers kon op 1 maart de omvang van hetgeen Medivent verschuldigd was aan Her nog niet vaststaan, omdat voor het berekenen van het winstdeel de definitieve jaarcijfers van het voorgaande jaar noodzakelijk zijn, zo stelt Her. Her heeft de door Medivent verschuldigde boete berekend door als datum van verrekening de datum van deponering van de jaarrekeningen Medivent aan te houden. Op die laatstgenoemde datum waren de jaarcijfers definitief en kon het winstdeel pas berekend en verrekend worden. Medivent voert het verweer dat ondanks dat de vordering (het winstdeel) nog niet vast stond op 1 maart de vorderingen in de rekening-courant wel op 1 maart zijn verrekend. Op 1 maart was namelijk steeds wel duidelijk dat de vordering van Her tot betaling van het winstdeel niet zou leiden tot een daadwerkelijke uitbetaling, omdat de schuld van Her aan Medivent altijd significant groter was dan het uit te betalen winstdeel. Op 1 maart zijn de vorderingen tegen elkaar weggestreept en achteraf is gebleken wat het exacte bedrag van de vordering is geweest.
4.8.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op grond van artikel 6:127 gaan verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet wanneer een schuldenaar die de bevoegdheid tot verrekening heeft, aan zijn schuldeiser verklaart dat hij zijn schuld met een vordering verrekent. In uitzondering hierop bepaalt artikel 6:140 BW dat in het geval van een rekening-courantverhouding verrekening dadelijk van rechtswege plaatsvindt. Met ‘dadelijk’ wordt bedoeld dat in rekening-courant verrekening plaatsvindt zodra schuld en vordering tegenover elkaar komen te staan. Schulden kunnen hierom al met vorderingen zijn verrekend voordat zij boekhoudkundig in de rekening zijn geboekt. Dit betekent dat niet het moment van de administratieve boeking van – in dit geval – de winstdelen leidend is, maar het moment dat de schuld (in de rekening-courant) en de vordering van het winstdeel tegenover elkaar zijn komen te staan. Daarvoor is tenminste vereist dat de omvang van de vordering bekend is. Met andere woorden, op welk moment waren partijen op de hoogte van het winstdeel dat Medivent aan Her moest betalen? Omdat partijen zijn overeengekomen dat 30% van de nettowinst per kalenderjaar de omvang van het verschuldigde winstdeel bepaalt is naar het oordeel van de rechtbank nodig dat wordt gekeken naar het moment waarop de nettowinst per kalenderjaar bekend was. Omdat in de jaren 2020 tot en met 2023 de jaarcijfers over het voorgaande jaar niet gereed waren op 1 maart konden de winstdelen verschuldigd in de jaren 2020 tot en met 2023 ook pas na 1 maart worden vastgesteld. Verrekening van de winstdelen in de rekening-courant kan dan ook steeds pas na 1 maart hebben plaatsgevonden, omdat op dat moment pas de omvang van de vordering van Her op Medivent bekend was.
4.9.
Medivent voert nog aan dat Her toegang had tot het administratieve boekhoudingssysteem waarin de winst van Medivent is af te lezen. Her kon op elk moment, en dus ook op of voor 1 maart, aflezen wat op het moment van raadplegen van dit boekhoudingssysteem de winst was van Medivent en kon dus op die manier zien wat haar vordering op Medivent was. Volgens Medivent kon hierdoor steeds op 1 maart verrekend worden. Onduidelijk is of bij raadplegen van het boekhoudingsysteem op 1 maart de nettowinst van de onderneming van het voorgaande jaar überhaupt kon worden vastgesteld, nu de definitieve jaarrekening ieder jaar pas na 1 maart klaar was. Los daarvan kan naar het oordeel van de rechtbank van Her op grond van de overeenkomst niet worden verwacht dat zij zelf in het boekhoudingssysteem op zoek gaat. Op grond van de overeenkomst heeft juist Medivent de plicht om betalingen (of verrekeningen) te verrichten. Een actieve rol van Her daarbij is niet overeengekomen. Dat blijkt ook uit artikel 14 van de overeenkomst dat de mogelijkheid geeft aan Her om achteraf de juistheid en volledigheid van de afdracht over de nettowinst te laten vaststellen door een derde. De verplichting om in de eerste plaats de omvang van het winstdeel te bepalen lag bij Medivent.
4.10.
Concluderend heeft Medivent de winstdelen van de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023 te laat betaald/verrekend. Medivent heeft daarmee in strijd gehandeld met de overeenkomst (artikel 4) en is dus tekortgeschoten in de nakoming daarvan.
Is de niet tijdige betaling toe te rekenen aan Medivent?
4.11.
Medivent voert het verweer dat zij niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Medivent stelt daartoe dat het niet aan haar is te wijten dat zij haar jaarcijfers niet tijdig kon opstellen. Medivent had de jaarcijfers nodig van Her om haar jaarcijfers te laten kloppen. Ondanks meerdere verzoeken om de cijfers van Her, kreeg Medivent niet de informatie die zij nodig had. Doordat Medivent niet tijdig haar jaarcijfers kon opstellen, was steeds op 1 maart nog niet bekend wat de behaalde winst van het voorgaande jaar was en kon Medivent ook niet overgaan tot betaling/verrekening van de winstdelen. Dit wordt door Her betwist.
4.12.
Op grond van artikel 6:75 BW kan een tekortkoming de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Bij de beoordeling van de vraag of Medivent toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het niet tijdig betalen/verrekenen van het winstdeel van het jaar 2020 stelt de rechtbank het volgende voorop. Op de mondelinge behandeling heeft Medivent gesteld dat de cijfers van Her en Medivent niet met elkaar klopten. De voornaamste oorzaak daarvan lag in het feit dat Medivent betalingen voldeed aan Her voor bepaalde vorderingen die Her nog had, maar Her gebruikte dat geld voor het voldoen van andere vorderingen. Medivent maakte bijvoorbeeld de huur over van € 4.500,00 waarvan Her maar € 4.000,00 aan huur daadwerkelijk betaalde. Hierdoor klopte de boekhoudingen niet met elkaar. Deze handelswijze van Her is door mevrouw [persoon A] op de mondelinge behandeling erkend. Medivent stelt daarnaast dat reeds in augustus 2019 om opheldering over de cijfers is gevraagd. In de e-mail van 29 augustus 2019 schrijft de boekhouder van Her:
“Het wordt lastig om een 1 op 1 aansluiting direct vanuit jullie boekhouding met die van mij te maken. Er zijn behoorlijk wat mutaties en sommige zijn niet duidelijk of niet uitgesplitst. Ook heb ik het idee dat er meer moet zijn dat door jullie is betaald. Denk bijvoorbeeld aan de storting t.b.v. de huurbetaling.”Deze e-mail bevestigt dat de cijfers van Her en Medivent niet met elkaar klopten en dat dit mogelijk is gelegen in de zojuist geschetste handelswijze van Her. In de e-mail van 4 mei 2020 schrijft Medivent: “
Deze[rechtbank: financieel adviseur Medivent en accountant]
zijn kei-hard bezig om de cijfers samen te stellen, maar door alle losse/openstaande punten met o.a. [persoon B] , dubbel/niet verzekerde auto's, betalingen die toch elders gedaan zijn/terecht gekomen zijn etc, etc, etc, is hier gewoon veel en veel meer tijd in gaan zitten.”Ook hieruit blijkt de kern van het probleem: Medivent kon haar cijfers niet kloppend maken met de cijfers van Her door de handelswijze van Her. Her heeft hier verder niets tegenin gebracht. Ook is niet betwist door Her dat Her haar jaarcijfers van 2019 niet (tijdig) met Medivent deelde om de cijfers alsnog kloppend te maken. Het kloppend maken van de cijfers van Her en Medivent was nodig voor het finaliseren van de definitieve jaarcijfers van Medivent en dus ook voor het bepalen van de nettowinst van het jaar 2019 en het winstdeel van 2020. Om die reden is het dus niet aan Medivent toe te rekenen dat zij het winstdeel van het jaar 2020 niet tijdig heeft betaald/verrekend.
4.13.
Bij de beoordeling van de vraag of Medivent toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het niet tijdig betalen/verrekenen van het winstdeel van de jaren 2021, 2022 en 2023 stelt de rechtbank het volgende voorop. Uiteindelijk heeft Medivent haar jaarcijfers van 2019 eenzijdig opgesteld, zonder de jaarcijfers van Her. Medivent heeft in november 2020 de jaarcijfers over 2019 van Her ontvangen en heeft daarover enkele vragen aan de boekhouder van Her gesteld. In de e-mail van 24 november 2020 heeft de boekhouder van Her gereageerd en schrijft hij dat bepaalde cijfers van Her en Medivent inderdaad niet met elkaar kloppen en dat de fouten in de jaarrekening van 2019 van Her moeten worden gecorrigeerd in 2020. De boekhouder van Her schrijft:
“Blijkbaar zijn er meer zaken betaald door Medivent voor HER. Maar in 2020 verder verwerken. (publicatie is al gedaan) (…) Ik moest afronden met betrekkelijke informatie. Was mij niet duidelijk. Dit in 2020 verwerken.”
Voor het opstellen van een juiste jaarrekening van Medivent voor 2020 (en de opvolgende jaren) was dus nodig dat de fouten in de cijfers van 2019 van Her zouden worden hersteld. Her stelt zich op het standpunt dat dit niet nodig was omdat Medivent in 2019 haar jaarrekening eenzijdig heeft opgesteld en zij dit dus ook in 2020 en de jaren daarna kon doen. De boekhouder van Her schrijft in zijn e-mail van 22 februari 2023: “
Het jaar 2019 is immers door Medivent eenzijdig afgerond zodat de latere jaren ook zonder meer opgesteld zouden kunnen worden.”Dit sluit echter niet aan het voornoemde bericht van 24 november 2020 waarin de boekhouder van Her aangeeft dat de fouten in de jaarrekening van Her wél moeten worden gecorrigeerd. Medivent heeft daarnaast op de mondelinge behandeling – onbetwist door Her – aangevoerd dat haar accountant geen akkoord wilde geven op de jaarrekeningen van Medivent omdat de cijfers met Her (uit 2019) niet klopten.
Medivent stelt ter verdere onderbouwing van haar toerekenbaarheidsverweer dat de boekhouder van Her niets meer van zich heeft laten horen sinds zijn e-mail van 24 november 2020. Her brengt daar tegenin dat Medivent niet richting de boekhouder van Her heeft gepusht om medewerking te verlenen. Uit verschillende e-mails blijkt echter dat door Medivent wel degelijk is aangedrongen op het ontvangen van de benodigde informatie van Her. In de e-mail van 21 maart 2022 schrijft Medivent:
“Op de cijfers 2019 en 2020 hebben wij of onze accountant tot heden nog nimmer een reactie van jouw accountant of jou mogen ontvangen. Deze situatie is ongewijzigd. Het is dus, helaas, niet aan ons te wijten dat de cijfers 2021 (net als 19 en 20) niet definitief opgeleverd kunnen worden, in concept zijn ze alle gereed, enkel jouw (accountant) input mist.”En in de e-mail van 14 maart 2023 schrijft Medivent: “
Net als de eerdere jaren is onze accountant wederom, helaas, niet in staat om de jaarrekening (2022) (aan)sluitend/definitief te maken en op te leveren. (Temeer nu 2020/21 nog steeds ter beoordeling cq. aanvulling (ontvangen debiteuren) uw client/heer [persoon C] liggen).”Het lag daarmee op de weg van (de boekhouder van) Her om duidelijkheid te verschaffen in de jaarcijfers van Her nadat de boekhouder in november 2020 Medivent berichtte dat de jaarcijfers van Her over 2019 moesten worden gecorrigeerd. Niet is gebleken dat hij dat heeft gedaan. Medivent heeft haar jaarcijfers van de jaren 2020 en 2021 pas definitief kunnen maken na het ontvangen van de dagvaarding waarin de e-mail van 22 februari 2023 van de boekhouder van Her werd overgelegd waarin de boekhouder zijn akkoord geeft op de conceptjaarrekeningen 2020 en 2021 van Medivent. Ook dit is door Her niet betwist. Dit alles bezien kan het Medivent niet worden toegerekend dat zij de winstdelen van de jaren 2020 tot en met 2023 niet tijdig heeft betaald/verrekend nu het voor Medivent niet mogelijk was om haar jaarrekeningen definitief vast te stellen steeds voor 1 maart.
4.14.
Concluderend is Medivent niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door het niet op tijd betalen/verrekenen van de winstdelen van de jaren 2020 tot en met 2023. Een toerekenbare tekortkoming is, ook volgens beide partijen, vereist voor het verbeuren van de boete zoals bepaald in artikel 16 van de overeenkomst. De vorderingen in conventie worden dan ook afgewezen.
in voorwaardelijke reconventie
4.15.
De voorwaardelijke eis in reconventie is ingesteld onder de voorwaarde dat de vorderingen in conventie worden toegewezen. Nu de vorderingen in conventie worden afgewezen, wordt niet aan die voorwaarde voldaan en behoeft deze eis geen inhoudelijke bespreking.
in reconventie
4.16.
Medivent vordert in reconventie betaling van de nog openstaande schuld van Her op de rekening-courant. Het saldo van € 30.254,87 is aan Her medegedeeld en Her heeft hiertegen niet geprotesteerd.
4.17.
Her refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.18.
De rechtbank oordeelt als volgt. Reeds is vastgesteld dat tussen partijen een rekening-courantverhouding bestaat. Op grond van artikel 6:140 BW wordt het saldo van de rekening-courant vastgesteld door mededeling van het saldo (lid 2) en het uitblijven van protest door de wederpartij (lid 3). In de e-mail van 7 november 2023 schrijft Medivent:
“Het actuele openstaande saldo van de twee rekening-courantposities bedraagt per heden EUR 32.569,09 en -/- 2.314,22. In de twee bijlagen (Grootboeken 2110 en 1271) vindt u een overzicht van de geboekte posten. Dit houdt in dat Medivent een direct opeisbare vordering op HER heeft van EUR 30.254,87.”Hiermee heeft Medivent mededeling gedaan van het saldo van de rekening-courant. Niet gebleken is dat hiertegen naderhand door Her is geprotesteerd. Pas in de conclusie van antwoord in reconventie (vijf maanden later) heeft Her opmerkingen geplaatst bij het saldo. Dit is naar het oordeel van de rechtbank te laat. Het saldo van de rekening-courant is dus vastgesteld op een bedrag van € 30.254,87. De vordering in reconventie wordt toegewezen.
4.19.
Medivent vordert wettelijke rente vanaf 14 november 2023 tot aan de
dag van algehele voldoening. Her is in verzuim en tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente is geen verweer gevoerd, zodat dat deel van de vordering ook wordt toegewezen.
4.20.
De vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad is op de wet gebaseerd en Her heeft er geen verweer tegen gevoerd. De vordering zal, voor zover dat wettelijk mogelijk is, worden toegewezen.
Proceskosten
4.21.
Her zal zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voor wat betreft de berekening van het salaris van de advocaat worden in conventie 2 punten toegekend. In reconventie wordt geen extra punt toegekend omdat de eis in conventie en de eis in reconventie gezamenlijk zijn behandeld.
De kosten aan de zijde van Medivent worden begroot op:
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat € 7.004,00 (2 punten × tarief € 3.502,00)
- nakosten
€ 173,00(plus de verhoging zoals hieronder vermeld)
Totaal € 12.914,00
4.22.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
in reconventie
5.2.
veroordeelt Her om aan Medivent te betalen een bedrag van € 30.254,87, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 14 november 2023 tot de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt Her in de proceskosten van € 12.914,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Her niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Her € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.4.
veroordeelt Her in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Wijsman-van Veen en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.
3304/2990