ECLI:NL:RBROT:2024:4884

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
10964860 CV EXPL 24-6015
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van incassokosten en toewijzing van wettelijke rente in zorgverzekeringskwestie

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde zorgpremies. De eiseres, vertegenwoordigd door Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders, vorderde incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde had de verschuldigde premies inmiddels betaald, maar was het niet eens met de vordering van Zilveren Kruis. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde geen incassokosten verschuldigd is, omdat niet vaststaat dat zij de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De wettelijke rente van € 4,47 werd wel toegewezen, omdat de gedaagde in verzuim was geraakt door de late betaling van de premies. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de kant van Zilveren Kruis begroot op € 472,39 en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing houdt in dat de gedaagde moet betalen, maar dat de vordering voor incassokosten is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10964860 CV EXPL 24-6015
datum uitspraak: 31 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 14 februari 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek met een eisvermindering, met bijlagen.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de repliek, maar van die mogelijkheid heeft zij geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een zorgverzekering afgesloten. Op grond van deze overeenkomst moet [gedaagde] elke maand premie aan Zilveren Kruis betalen. Omdat [gedaagde] ondanks aanmaningen de premie voor september 2023 en november 2023 niet betaalde, heeft Zilveren Kruis een incassobureau ingeschakeld met bijkomende kosten.
2.2.
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagde] de verschuldigde premies alsnog betaald. Zilveren Kruis heeft haar eis daarom verminderd en vordert alleen nog de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente ter hoogte van € 52,87. Verder wil Zilveren Kruis dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Zilveren Kruis. Zij voert daartoe aan dat zij de premies inmiddels heeft betaald en daarom niets meer verschuldigd is aan Zilveren Kruis.
[gedaagde] hoeft geen incassokosten te betalen
2.4.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. Zilveren Kruis heeft pas recht op een vergoeding als een brief is gestuurd waarin [gedaagde] de kans heeft gekregen om binnen vijftien dagen na ontvangst van de brief alsnog zonder extra kosten te betalen (artikel 6:96 lid 6 BW). De brief heeft pas werking als deze [gedaagde] heeft bereikt (artikel 3:37 lid 3 BW).
2.5.
Het staat niet vast dat [gedaagde] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. [gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat zij die brief heeft ontvangen. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv ligt het op de weg van Zilveren Kruis om te bewijzen dat [gedaagde] de brief heeft ontvangen. Zilveren Kruis heeft hiervan geen bewijs aangeboden. Dat de brief is verstuurd naar het postadres van [gedaagde] zoals vermeld op het polisblad en niet als onbestelbaar retour is gekomen, is onvoldoende om aan te nemen dat [gedaagde] de brief daadwerkelijk heeft ontvangen. Dat [gedaagde] andere correspondentie gericht aan hetzelfde postadres wel heeft ontvangen, betekent niet dat zij daarom deze brief ook heeft ontvangen.
[gedaagde] moet wettelijke rente betalen
2.6.
De wettelijke rente van € 4,47 wordt toegewezen, omdat [gedaagde] de premies niet op tijd heeft betaald. [gedaagde] is dus in verzuim geraakt. Zij is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd over de tijd dat zij met de betaling van de premies in verzuim is geweest. Zilveren Kruis heeft gesteld dat de wettelijke rente tot 14 februari 2024 € 4,47 is en [gedaagde] heeft dat niet betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.7.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen. Op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding had [gedaagde] de premies nog niet betaald, terwijl Zilveren Kruis haar al wel had aangemaand om te betalen. Zilveren Kruis is dus niet nodeloos tot dagvaarden overgegaan. De kantonrechter begroot de proceskosten aan de kant van Zilveren Kruis op € 137,39 aan dagvaardingskosten, € 130,- aan griffierecht, € 164,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 82,-) en € 41,- aan nakosten. Dat is in totaal € 472,39. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 4,47;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Zilveren Kruis worden begroot op € 472,39;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.
53954