ECLI:NL:RBROT:2024:4860
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake toegang maatschappelijke opvang zonder identificatie
Op 29 april 2024 heeft verzoekster, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, zich gemeld bij Centraal Onthaal in Rotterdam met de wens om toegelaten te worden tot de maatschappelijke opvang. De baliemedewerker heeft verzoekster echter verzocht zich te identificeren, wat verzoekster niet kon doen omdat zij geen identificatiepapieren heeft. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 mei 2024 behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door een tolk en een begeleider, evenals de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.
De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of het wegsturen van verzoekster door de baliemedewerker als een besluit kan worden aangemerkt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter concludeert dat er geen sprake is van een besluit, omdat er geen schriftelijke beslissing is genomen en de melding aan de balie niet als een aanvraag kan worden gekwalificeerd. Hierdoor kan het bezwaar van verzoekster niet worden opgevat als een beroep vanwege het niet tijdig nemen van een besluit. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, met de verwachting dat het bezwaar niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. P. Vrolijk, voorzieningenrechter, en is uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.