In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en twee gedaagden die eigenaar zijn van een appartement binnen het complex. De VvE, vertegenwoordigd door eiseres, heeft een vordering ingesteld wegens een betalingsachterstand van VvE-bijdragen die door de gedaagden sinds 2013 niet zijn voldaan. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij een tegenvordering hebben wegens schade die is ontstaan door onjuist uitgevoerde voegwerkzaamheden aan de buitengevel van het appartementencomplex. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE toegewezen en de tegenvorderingen van de gedaagden afgewezen. De rechter oordeelt dat de gedaagden gehouden zijn de achterstand van € 20.551,58 aan VvE-bijdragen te betalen, met wettelijke rente vanaf 1 januari 2013. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagden onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun tegenvorderingen en dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het niet uitvoeren van herstelwerkzaamheden in hun woning. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.