Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte voor de feiten 1 primair, 2 en 3 tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 4 jaar;
- veroordeling van de verdachte voor feit 4 tot een hechtenis voor de duur van 2 weken
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 02/288125-21;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 96/277181-20.
4.Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3 en 4
5.Bewijswaardering feit 1
ernstige mateschenden van die verkeersregels.
te rijden,welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat verdachte toen daar
- met een kapotte autoband, slingerend heeft gereden waardoor het motorrijtuig onbestuurbaar werd en vervolgens
- heeft nagelaten om zijn motorrijtuig op een veilige plek tot stilstand te brengen, de banden en de bandenspanning van het motorrijtuig te controleren en zijn snelheid en positie op de weg onvoldoende heeft aangepast en vervolgens
- met een hogere snelheid dan de maximum toegestane snelheid van 100 km/u heeft gereden, en vervolgens
- niet tijdig en/of voldoende af te remmen en/of zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor verdachte in botsing is gekomen met een ander motorvoertuig (bestuurd door [slachtoffer]) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer] tegen de vangrail tot stilstand is gekomen, waardoor die [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten nekletsel, hersenletsel, concentratieproblemen en PTSS,
- zulks terwijl verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, en
- terwijl hij heeft gereden zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994, een rijbewijs was afgegeven voor de categorie motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
deA16 ter
6.Strafbaarheid feiten
2.
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994;
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straffen
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Vorderingen tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
4 (vier) jaar;
Verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten:
hechtenis voor de duur van 2 (twee) weken;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 7 (zeven) weken, van de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 28 januari 2022 aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf:
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 12 april 2022 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 6 (zes) maanden.
- met een leeglopende, althans kapotte autoband, (al dan niet slingerend) heeft gereden waardoor het motorrijtuig (grotendeels) onbestuurbaar werd en/of (vervolgens)
- heeft na gelaten om zijn motorrijtuig op een veilige plek tot stilstand te brengen, de banden en de bandenspanning van het motorrijtuig te controleren en/of (daarbij) zijn snelheid en positie op de weg onvoldoende heeft aangepast en/of (vervolgens)
- met een snelheid van 140 km/u, althans met een (veel) hogere snelheid dan de maximum toegestane snelheid van 100 km/u heeft gereden, en/of (vervolgens)
- niet, althans niet tijdig en/of voldoende af te remmen en/of zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor hij, verdachte, in botsing / aanrijding is gekomen met een ander motorvoertuig (bestuurd door [slachtoffer]) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer] tegen de vangrail/barrière tot stilstand is gekomen, waardoor een ander, te weten die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten nekletsel, hersenletsel, concentratieproblemen, PTSS, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
- zulks terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, en
- terwijl hij heeft gereden zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
- met een leeglopende, althans kapotte autoband, (al dan niet slingerend) te rijden waardoor het motorrijtuig (grotendeels) onbestuurbaar werd en/of (vervolgens)
- na te laten om zijn motorrijtuig op een veilige plek tot stilstand te brengen, de banden en de bandenspanning van het motorrijtuig te controleren en/of (daarbij) zijn snelheid en positie op de weg onvoldoende aan te passen en/of (vervolgens)
- met een snelheid van 140 km/u, althans met een (veel) hogere snelheid dan de maximum toegestane snelheid van 100 km/u te reden, en/of (vervolgens)
- (meermalen) rakelings met een veel te hoge snelheid langs één of meer voertuigen
- te passeren en bijna aan te rijden en/of
- niet, althans niet tijdig en/of voldoende af te remmen en/of zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor hij, verdachte, in botsing / aanrijding is gekomen met een ander motorvoertuig (bestuurd door [slachtoffer]) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer] tegen de vangrail/barrière tot stilstand is gekomen,
- terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en
- terwijl hij verdachte, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;