ECLI:NL:RBROT:2024:4819

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
AWB - 23_ 8126
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor schimmelonderzoek en verwijdering

Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een man en een vrouw uit Rotterdam, gezamenlijk eisers, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, als verweerder. De eisers hadden een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter hoogte van € 1.200,- voor kosten van schimmelonderzoek en het verwijderen van schimmel in hun woning. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelde dat de kosten voor het schimmelonderzoek niet noodzakelijk zijn. De eisers stelden dat het onderzoek nodig was voor een civiele procedure tegen hun verhuurder, maar de rechtbank vond dat de kosten tot de algemeen noodzakelijke incidenteel voorkomende kosten van bestaan behoren. Deze kosten dienen uit het reguliere inkomen te worden voldaan.

Bovendien bleek tijdens de zitting dat de eisers recent zelf de schimmel hadden verwijderd en dat er sindsdien geen nieuwe schimmelvorming was opgetreden. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete aanknopingspunten waren voor de verwachting dat een nieuw onderzoek zou aantonen dat schimmelvorming zou optreden bij voldoende ventileren en luchten. Ook werd opgemerkt dat eisers in juni 2022 een urgentieverklaring voor een andere woning hadden gekregen, maar dat zij slechts reageerden op woningen in de directe omgeving van hun huidige woning. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor het schimmelonderzoek niet noodzakelijk waren en dat het college de aanvraag terecht had afgewezen.

De uitspraak werd gedaan door rechter A.C. Rop in aanwezigheid van griffier R.P. Evegaars. Een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de partijen, en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/8126
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 mei 2024 in de zaak tussen

[de man] , eiser en [de vrouw] , eiseres, uit Rotterdam, samen eisers

(gemachtigde: mr. M. El Idrissi),
en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, het college

(gemachtigde: mr. R. Duivenvoorde).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 16 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van het college.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Ter beoordeling staat of het college terecht de aanvraag van eisers om bijzondere bijstand voor de kosten van schimmelonderzoek en het verwijderen van schimmel voor een bedrag van € 1.200,- heeft afgewezen. Eisers willen dat onderzoek laten doen in het kader van een civiele procedure tegen de verhuurder om aan te tonen dat de woning gebrekkig is. Aan de afwijzing heeft het college ten grondslag gelegd dat deze kosten behoren tot de algemeen noodzakelijke incidenteel voorkomende kosten van bestaan. Deze kosten moeten worden voldaan uit het reguliere inkomen, hetzij door middel van reservering vooraf of gespreide betaling achteraf.
2. De rechtbank is van oordeel dat de noodzaak voor de kosten niet aanwezig is.
Het verwijderen van de schimmel kan ook door eisers zelf worden gedaan en is recent ook door henzelf gedaan. Uit een onderzoek dat [naam] van [bedrijf] naar de schimmelklachten in de woning heeft gedaan, komt naar voren dat de woning gelet op de gezinsgrootte destijds onvoldoende werd geventileerd en dat daarom schimmelvorming ontstond. Eisers erkennen dat dat destijds zo was, maar stellen dat zij sindsdien de woning wel voldoende ventileren en luchten. Zij willen daarom met het schimmelonderzoek nagaan of schimmelvorming niet optreedt bij voldoende ventileren en luchten. Tijdens de zitting is echter duidelijk geworden dat eisers de schimmel in de woning pas kort geleden en voor het eerst na het onderzoek van Van der Bijl hebben verwijderd en dat er sindsdien geen nieuwe schimmelvorming is opgetreden. Gelet daarop zijn er geen concrete aanknopingspunten voor de verwachting van eisers dat zij met een nieuw onderzoek kunnen aantonen dat ook bij voldoende ventileren en luchten schimmelvorming optreedt. Daarom zijn de kosten niet noodzakelijk. Daar komt bij dat aan eisers in juni 2022 een urgentieverklaring voor een andere woning is gegeven. Ter zitting is gebleken dat eisers slechts reageren op woningen die in de directe omgeving van de huidige woning liggen, vanwege de visuele beperking van eiser. Zij hadden echter al een nieuwe woning kunnen hebben door hun zoekgebied te verruimen. Die verruiming van het zoekgebied mag ook van hen worden verwacht gelet op de gezondheidsproblemen die eisers en hun kinderen stellen te ondervinden van de schimmelvorming in de woning. Ook in dat licht zijn de kosten niet noodzakelijk.
5. Het college heeft de aanvraag terecht afgewezen. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2024 door mr. A.C. Rop, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.