Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw M. Bergwerff, werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlener).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 5 maart 2024 een verzoek ingediend om een schuldsaneringsregeling toe te passen, samen met een verzoek om het UWV te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. Verzoekster heeft zes schuldeisers, waarvan twee preferente en vier concurrente, met een totale vordering van € 28.266,76. De aangeboden regeling voorziet in een betaling van 6,05% aan de preferente en 3,03% aan de concurrente schuldeisers. Het UWV, dat een vordering van € 4.326,81 heeft, weigerde in te stemmen met de regeling, ondanks dat vijf van de zes schuldeisers akkoord gingen.
Tijdens de zitting op 15 mei 2024 was het UWV niet aanwezig om hun standpunt toe te lichten. De rechtbank heeft beoordeeld of de weigering van het UWV om in te stemmen met de regeling redelijk was, gezien het feit dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord ging en het voorstel goed gedocumenteerd was. De rechtbank concludeerde dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers zwaarder wogen dan die van het UWV. De rechtbank heeft daarom het UWV bevolen in te stemmen met de schuldregeling en de kosten van de procedure aan het UWV opgelegd, begroot op nihil. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen, en de rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.