Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.De procedure
- de akte uitlaten van Chemicar,
- de antwoordakte na tussenvonnis van Dupatech.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2024 een eindvonnis gewezen in een geschil tussen Chemicar Europe N.V. en Dupatech B.V. over de rechtsgevolgen van een afspraak met betrekking tot externe drukkosten. Chemicar, eiseres, had een drukmachine besteld bij Dupatech, maar deze werd niet tijdig en niet gebruiksklaar geleverd. In een eerder tussenvonnis van 17 januari 2024 had de rechtbank al bindende eindbeslissingen genomen over de vorderingen van Chemicar. De rechtbank oordeelde dat de afspraak tussen partijen niet bedoeld was als een 'blanco cheque' voor Chemicar om externe drukkosten door te belasten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Chemicar recht heeft op een vergoeding van € 50.000,00 van Dupatech, omdat Dupatech tekort is geschoten in haar verplichtingen. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten die Chemicar heeft moeten maken voor het extern drukken van mengbekers, als gevolg van de wanprestatie van Dupatech. Daarnaast moet Dupatech een bedrag van € 28.153,38 betalen aan Chemicar als vermindering van de koopprijs van de drukmachine. De rechtbank heeft ook de proceskosten ten laste van Dupatech vastgesteld op € 9.059,33. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en Dupatech is veroordeeld tot betaling binnen veertien dagen na aanschrijving.