ECLI:NL:RBROT:2024:4775

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
C/10/675063 / KG RK 24-279
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van het huurbeding en ontruiming van onbekende huurders in het kader van een hypotheekexecutie

In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 3 april 2024, is het verzoek van de COÖPERATIEVE RABOBANK U.A. tot het inroepen van een huurbeding tegen onbekende huurders toegewezen. De zaak betreft een hypotheek op een onroerende zaak in Rotterdam, waarvoor een huur- en ontruimingsbeding is opgenomen. De verzoekster kan niet uitsluiten dat de onroerende zaak inmiddels is verhuurd aan onbekende huurders, ondanks dat deze ten tijde van het verlijden van de hypotheekakte niet verhuurd was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan en heeft het verzoek toegewezen, waarbij de termijn voor ontruiming is vastgesteld op veertien dagen na betekening van de beschikking.

De verweerder, DE MAAS DIENSTVERLENING B.V., heeft verweer gevoerd en betoogd dat verzoekster onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de aanwezigheid van huurders. De advocaat van de verweerder, mr. M.P. Harten, stelde dat er geen aanleiding is om te vermoeden dat er huurders zijn en dat het verzoek daarom onnodig is. Tevens vreesde de verweerder dat bij toewijzing van het verzoek een ontruimings titel tegen hem zou worden verleend. De voorzieningenrechter heeft echter in zijn beoordeling aangegeven dat het verzoek niet strekt tot het verkrijgen van een ontruimingstitel tegen de verweerder, waardoor de vrees van de verweerder ongegrond is.

De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat de onbekende huurders worden veroordeeld om de onroerende zaak te ontruimen en de sleutels ter beschikking van de verzoekster te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verzoekster direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming, mits de termijn van veertien dagen in acht wordt genomen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/675063 / KG RK 24-279
Beschikking van de voorzieningenrechter van 3 april 2024
in de zaak van
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. W.L. Stolk te Rotterdam,
tegen
DE MAAS DIENSTVERLENING B.V., zijnde bewindvoerder van de heer [persoon A] ,gevestigd te Rotterdam,
verweerder,
advocaat mr. M.P. Harten te Rotterdam,
verschenen,
alsmede
DE ONBEKENDE HUURDERS,
wonende aan de [adres] te ( [postcode] ) Rotterdam,
belanghebbende,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift d.d. 5 maart 2024;
  • de mondelinge behandeling d.d. 29 maart 2024.
1.2.
Ter zitting van 29 maart 2024 zijn verschenen:
  • mr. D.J.B. Hereijgers namens verzoekster;
  • mr. M.P. Harten namens verweerder;
  • de heer [persoon A] , voornoemd;
  • mevrouw [persoon B] , voormalige bewindvoerder van verweerder;
  • mevrouw [persoon C] , nieuwe bewindvoerder van verweerder;
  • mevrouw [persoon D] , medewerker van het wijkteam gemeente Rotterdam.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoekster heeft de executie aangezegd van de aan haar bij notariële akte verstrekte hypotheek op de onroerende zaak [adres] te ( [postcode] ) Rotterdam. In de hypotheekakte is een huur- en ontruimingsbeding opgenomen. Ten tijde van het verlijden van de hypotheekakte was de onroerende zaak niet verhuurd, maar op dit moment kan verzoekster niet uitsluiten dat deze is verhuurd aan de onbekende huurders. Het verzoekschrift strekt tot het inroepen van het huurbeding tegen de onbekende huurders, wonende althans verblijvende aan de [adres] te ( [postcode] ) Rotterdam, omdat de executiewaarde van de onroerende zaak in onverhuurde staat hoger ligt dan in verhuurde staat.

3.Het verweer

3.1.
Mr. Harten verklaart dat verzoekster onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de aanwezigheid van huurders. Een huurbeding behoeft niet te worden ingeroepen als er geen aanleiding is om te vermoeden dat er huurders zijn. Die zijn er niet. Het verzoek is dan ook onnodig.
3.2.
Mr. Harten verklaart verder dat verweerder vreest dat er bij toewijzing van dit verzoek ook een ontruimingsititel tegen hem wordt verleend.

4.De beoordeling

4.1.
Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan. Het verzoek wordt dan ook toegewezen.
4.2.
De termijn als bedoeld in artikel 3:264 lid 6 BW wordt gesteld op 14 (veertien) dagen.
4.3.
Het verzoek strekt er niet toe dat er een ontruimingstitel tegen verweerder wordt verkregen. In deze beslissing wordt die titel daarom niet gegeven. In zoverre komt de in 3.2. bedoelde vrees van verweerder dan ook niet uit.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter,
5.1.
verleent toestemming aan verzoekster om het in het verzoekschrift bedoelde, in de hypotheekakte opgenomen huurbeding in te roepen tegen de onbekende huurders, wonende aan de [adres] te ( [postcode] ) Rotterdam;
5.2.
veroordeelt de onbekende huurders, om de onroerende zaak gelegen aan de [adres] te ( [postcode] ) Rotterdam met al het hunne en de hunnen te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van verzoekster te stellen;
5.3.
stelt de termijn waarbinnen geen ontruiming mag plaatsvinden op 14 (veertien) dagen na betekening van deze beschikking;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven door mr. Th.Veling, voorzieningenrechter en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2024.
3610/1980