In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 3 april 2024, is het verzoek van de COÖPERATIEVE RABOBANK U.A. tot het inroepen van een huurbeding tegen onbekende huurders toegewezen. De zaak betreft een hypotheek op een onroerende zaak in Rotterdam, waarvoor een huur- en ontruimingsbeding is opgenomen. De verzoekster kan niet uitsluiten dat de onroerende zaak inmiddels is verhuurd aan onbekende huurders, ondanks dat deze ten tijde van het verlijden van de hypotheekakte niet verhuurd was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan en heeft het verzoek toegewezen, waarbij de termijn voor ontruiming is vastgesteld op veertien dagen na betekening van de beschikking.
De verweerder, DE MAAS DIENSTVERLENING B.V., heeft verweer gevoerd en betoogd dat verzoekster onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de aanwezigheid van huurders. De advocaat van de verweerder, mr. M.P. Harten, stelde dat er geen aanleiding is om te vermoeden dat er huurders zijn en dat het verzoek daarom onnodig is. Tevens vreesde de verweerder dat bij toewijzing van het verzoek een ontruimings titel tegen hem zou worden verleend. De voorzieningenrechter heeft echter in zijn beoordeling aangegeven dat het verzoek niet strekt tot het verkrijgen van een ontruimingstitel tegen de verweerder, waardoor de vrees van de verweerder ongegrond is.
De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat de onbekende huurders worden veroordeeld om de onroerende zaak te ontruimen en de sleutels ter beschikking van de verzoekster te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verzoekster direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming, mits de termijn van veertien dagen in acht wordt genomen.