ECLI:NL:RBROT:2024:4774

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
FT EA 24/256
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende samenwerking en beëindiging schuldhulpverlening

Op 23 februari 2024 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 24 april 2024 is verzoeker gehoord. Verzoeker ontvangt een WIA-uitkering vanwege 59,6% arbeidsongeschiktheid en heeft een schuldenlast van € 28.113,26. De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot schuldsanering niet kan worden toegewezen, omdat verzoeker niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de verplichtingen uit de regeling zal nakomen. Het minnelijk traject is niet naar behoren verlopen, mede door de opstelling van verzoeker, die door psychische klachten is beïnvloed. De samenwerking met de schuldhulpverlening was slecht, en deze heeft de hulpverlening beëindigd vanwege onjuiste bejegening door verzoeker. Bovendien heeft verzoeker geen sollicitaties overgelegd voor werk dat hij kan verrichten, en hij is niet bereid om zich onder beschermingsbewind te laten plaatsen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 8 mei 2024
[verzoeker],
[adres],
[woonplaats],
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 23 februari 2024 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker is gehoord ter terechtzitting van 24 april 2024.

2.De feiten

Verzoeker ontvangt inkomsten uit een WIA uitkering wegens 59,6% arbeidsongeschiktheid. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 28.113,26

3.De beoordeling

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als, onder andere, voldoende aannemelijk is dat verzoeker de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank oordeelt dat dit in het voorliggende geval niet aannemelijk is en licht dit hierna toe.
Allereerst is gebleken dat het minnelijk traject niet naar behoren is verlopen. Vanwege de opstelling van verzoeker, mede veroorzaakt door zijn psychische klachten, bestond geen goede samenwerking tussen hem en de schuldhulpverlening. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij ieder vertrouwen in de schuldhulpverlening is verloren. Schuldhulpverlening heeft voorafgaand aan de zitting aan de rechtbank bericht dat de hulpverlening inmiddels is beëindigd wegens onjuiste bejegening door verzoeker van verschillende van haar medewerkers.
Verder heeft verzoeker ondanks het verzoek daartoe in de bijlage bij de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling van zijn verzoek, geen sollicitaties overgelegd voor het verrichten van werk op basis van (afgerond) 40% van de vereiste arbeidsduur van 36 uur per week, zijnde het gedeelte waarover verzoeker niet arbeidsongeschikt is verklaard.
Ter zitting is voorts gebleken dat verzoeker niet bereid is om zichzelf onder beschermingsbewind te laten plaatsen zodat hij hulp krijgt met het voldoen aan de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling worden afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. van Vuren, rechter, en in aanwezigheid van S.R.L.T. Peek, griffier, in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.