ECLI:NL:RBROT:2024:4773
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling en afwijzing verzoek eerdere ingangsdatum
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de gestelde eisen en dat de verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Er zijn geen voldoende gronden gebleken voor afwijzing van het verzoek, waardoor de verzoeker wordt toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft echter het verzoek van de verzoeker om een eerdere ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank overweegt dat de verzoeker niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen om inkomsten boven het vrij te laten bedrag af te dragen. Er is geen bewijs geleverd dat de verzoeker aan zijn afdrachtsverplichting heeft voldaan, en er is geen aanbod gedaan aan de schuldeisers. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen dat de verzoeker recht heeft op een eerdere ingangsdatum.
De rechtbank heeft de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 8 mei 2024 en de termijn van de regeling op achttien maanden, eindigend op 8 november 2025. Tevens is mr. M.C. Snel-van den Hout benoemd tot rechter-commissaris. De rechtbank heeft ook een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, voor zover de boedel dit toelaat, en heeft de bewindvoerder belast met het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.