ECLI:NL:RBROT:2024:4749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
FT RK 24/172 en FT RK 24/173
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toewijzing van een dwangakkoord. Verzoekster, een tandartsassistente, had op 8 maart 2024 een verzoek ingediend om een schuldeiser, Infomedics Factoring B.V., te bevelen in te stemmen met een door haar aangeboden schuldregeling. Deze regeling hield in dat verzoekster 5,33% van haar totale schuldenlast van € 9.077,51 zou betalen, wat door zes van de zeven schuldeisers werd goedgekeurd. Infomedics, die een vordering van € 932,14 had, weigerde echter in te stemmen met de regeling, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond.

Tijdens de zitting op 25 april 2024 was Infomedics niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft vervolgens de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van Infomedics. De rechtbank concludeerde dat de vordering van Infomedics slechts 9,6% van de totale schuldenlast vertegenwoordigde en dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord was gegaan met de regeling. Bovendien was het voorstel goed gedocumenteerd en getoetst door een onafhankelijke partij, Kredietbank Rotterdam.

De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster, die zich in een stabiele situatie bevond en haar schuldenproblematiek wilde oplossen, zwaarder wogen dan die van Infomedics. Daarom werd het verzoek om Infomedics te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Infomedics werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil werden begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank verklaarde dat het vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en wees het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] en [nummer 2]
uitspraakdatum: 8 mei 2024
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 8 maart 2024, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een schuldeiser, te weten:
- Infomedics Factoring B.V., in behandeling bij Bosveld Gerechtsdeurwaarders (hierna: Infomedics).
die weigert mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Ter zitting van 25 april 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
De weigerende schuldeiser is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift zeven concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 9.077,51 van verzoekster te vorderen.
Verzoekster heeft bij brief van 11 december 2023 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 5,33% aan de schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond.
De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De aangeboden regeling is gebaseerd op de afloscapaciteit die verzoekster heeft op basis van haar dienstbetrekking als tandartsassistente. Verzoekster werkt parttime en heeft een arbeidscontract tot
27 oktober 2023. Verzoekster heeft, mits de sollicitatiegesprekken goed gaan, een nieuwe baan als tandartsassistente vanaf 1 november 2023. De aangeboden regeling voorziet in uitkering van een prognosepercentage. Dat betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of nog lager zal kunnen uitvallen. Ter zitting heeft verzoekster verklaard dat zij momenteel een bijstandsuitkering ontvangt. Verzoekster ervaart mentale klachten waardoor het werken en het solliciteren naar werk wordt belemmerd. Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Zes schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Infomedics stemt hier niet mee in. Zij heeft een vordering van € 932,14 op verzoekster, welke 9,6% van de totale schuldenlast beloopt.

3.Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Infomedics te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Infomedics geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Infomedics bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Infomedics in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering van Infomedics een gering aandeel vormt in de totale schuldenlast van 9,6%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk zes van de zeven schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Kredietbank Rotterdam. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Verzoekster zet zich met veel inzet in voor haar mentale herstel en streeft ernaar om zo spoedig mogelijk haar werkzaamheden als tandartsassistente te hervatten.
Door schuldhulpverlening is ter zitting verklaard dat aan alle waarborgen, die ervoor moeten zorgen dat verzoekster het maximale ten behoeve van haar schuldeisers zal afdragen, is voldaan. Verzoekster zit in budgetbeheer. Het ontstaan van nieuwe schulden ligt niet in de rede.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoekster zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Infomedics, die geweigerd heeft in te stemmen.
Het verzoek om Infomedics te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Infomedics zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoekster zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden en dat zij niet verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Infomedics Factoring B.V. om in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Infomedics Factoring B.V. in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoekster begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Damsteegt, rechter, en in aanwezigheid van
A.B.T. Fernandes Pedra, griffier, in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.