In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2024, hebben verzoekers een vervangende machtiging aangevraagd voor het vervangen van een trap die de enige toegang vormt tot hun woning op de eerste verdieping van een pand dat is gesplitst in twee appartementsrechten. De huidige trap, die buiten langs het gebouw naar het dakterras leidt, wordt door verzoekers als gevaarlijk ervaren. Ze hebben verschillende alternatieven voorgelegd aan de verweerster, maar deze hebben allemaal geweigerd zonder redelijke grond. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de noodzaak voor vervanging voldoende is aangetoond, en dat de verweerster onterecht haar medewerking heeft geweigerd. De kantonrechter verleent de verzoekers de gevraagde machtiging om de oude trap te verwijderen en een nieuwe trap te plaatsen, en om namens de verweerster een recht van opstal te vestigen bij het waterschap voor de nieuwe trap. De kosten voor de vervangingen komen voor rekening van de verzoekers, terwijl de verweerster wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verzoekers direct kunnen overgaan tot uitvoering van de beschikking, ook als de verweerster in hoger beroep gaat.