ECLI:NL:RBROT:2024:4686

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
22 mei 2024
Zaaknummer
C/10/657425 / HA ZA 23-422
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeslissing in de gevoegde zaken Rowood B.V. tegen Timber and Buildings Supplies Holland N.V. en Rowood B.V. tegen Houthandel Looijmans B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 mei 2024 een herstelbeslissing genomen in de gevoegde zaken van Rowood B.V. tegen Timber and Buildings Supplies Holland N.V. (TABS) en Rowood B.V. tegen Houthandel Looijmans B.V. De rechtbank heeft het verzoek van Rowood om verbetering van het vonnis van 3 april 2024 behandeld, waarbij Rowood stelde dat het geheven griffierecht onjuist was vastgesteld. Rowood had verzocht om een verlaging van het griffierecht in haar zaken tegen TABS en Looijmans. De rechtbank heeft vastgesteld dat er fouten waren gemaakt in de proceskostenveroordelingen en heeft deze gecorrigeerd. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de voorgestelde verbeteringen kenbaar te maken. Rowood heeft uiteindelijk ingestemd met de verbeteringen die door TABS en Looijmans waren voorgesteld. De rechtbank heeft de proceskostenveroordelingen aangepast, waarbij het griffierecht in de zaak tegen TABS werd vastgesteld op € 5.737,00 en in de zaak tegen Looijmans op € 2.837,00. De rechtbank heeft de bedragen in de rechtsoverwegingen en het dictum van het eerdere vonnis gecorrigeerd en de verbeteringen op de minuut van het vonnis vermeld. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter J.M.J. Arts.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/657425 / HA ZA 23-422
Herstelvonnis in gevoegde zaken van 29 mei 2024
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/10/657425 / HA ZA 23-422 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROWOOD B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.M.T. van den Bosch te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
TIMBER AND BUILDINGS SUPPLIES HOLLAND N.V.,
gevestigd te Zaandam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.P. van der Klein te Amsterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/10/657427 / HA ZA 23-423 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROWOOD B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.M.T. van den Bosch te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOUTHANDEL LOOIJMANS B.V.,
gevestigd te Someren,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.P. van der Klein te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Rowood, TABS en Looijmans genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 16 april 2024 heeft Rowood de rechtbank verzocht om verbetering van het op 3 april 2024 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de proceskostenveroordelingen in het vonnis worden verbeterd op het punt van – samengevat – het griffierecht. Volgens Rowood is in haar zaken tegen TABS en Looijmans ten onrechte € 5.737,00 aan griffierecht geheven en had dit € 2.837,00 moeten zijn.
1.2.
De rechtbank heeft TABS en Looijmans in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
1.3.
Uit de brief van 22 april 2024 van TABS en Looijmans volgt – samengevat – dat zij niet met alle door Rowood verzochte verbeteringen instemmen. Volgens TABS en Looijmans dient het vonnis van 3 april 2024 alleen op de volgende punten, weergegeven voor zover relevant, verbeterd te worden:
  • i) wijziging van het griffierecht in de proceskostenveroordeling in de zaak Rowood tegen Looijmans (zaak- en rolnummer 657427/23-423) van € 5.737,00 in € 2.837,00;
  • ii) wijziging van het salaris advocaat in de proceskostenveroordeling in de zaak Rowood tegen TABS (zaak- en rolnummer 657425/23-422) op het punt van het toegepaste liquidatietarief, in die zin dat in plaats van liquidatietarief IV liquidatietarief V wordt toegepast. Volgens TABS is het hier door de rechtbank geheven griffierecht van € 5.737,00 wel juist.
Het voorgaande leidt volgens TABS en Looijmans tot een proceskostenveroordeling van Rowood jegens TABS van € 9.877,44 en van Rowood jegens Looijmans van € 5.547,44.
1.4.
De rechtbank heeft Rowood vervolgens in de gelegenheid gesteld op deze brief te reageren.
1.5.
Bij brief van 26 april 2024 is namens Rowood ingestemd met de hiervoor in 1.3 door TABS en Looijmans verzochte verbeteringen van het vonnis van 3 april 2024. Zij heeft erkend dat het door de rechtbank geheven griffierecht van € 5.737,00 in haar zaak tegen Looijmans (wel) juist is.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank stelt vast dat in het vonnis van 3 april 2024 bij de begroting van de proceskosten helaas een aantal fouten zijn geslopen. Deze fouten lenen zich voor eenvoudig herstel (ex art. 31 Rv) en de rechtbank zal het verzoek van partijen dan ook als volgt toewijzen.
Rowood / TABS
2.2.
Het verzoek van Rowood om verbetering (verlaging) van het geheven griffierecht in haar zaak tegen TABS, is gebaseerd op een kennelijke verschrijving in het vonnis van de door haar gevorderde buitengerechtelijke incassokosten onder r.o. 4.1 onder B. Daar staat een bedrag van € 4.771,96, terwijl dit € 14.771,96 had moeten zijn. Op grond van deze schrijffout heeft Rowood haar verzoek tot wijziging (verlaging) van het geheven griffierecht gebaseerd. Nu zij in haar brief van 26 april 2024 erkent dat het geheven griffierecht van (wel) € 5.737,00 juist is, ziet de rechtbank hierin aanleiding de schrijffout in r.o. 4.1 onder B te corrigeren en om daar het juiste bedrag van € 14.771,96 op te nemen. Zoals TABS en Looijmans terecht opmerken is in deze zaak evenwel ten onrechte uitgegaan van liquidatietarief IV. Dat had inderdaad tarief V moeten zijn. Dat leidt in deze zaak tot een salaris voor de advocaat van € 3.858,00. Partijen zijn het daarmee (ook) eens. Dit betekent dat de proceskostenveroordeling hier uitkomt op € 9.877,44 in plaats van het onder 5.22 opgenomen bedrag van € 8.447,44, terwijl in het dictum onder 6.2 bovendien ten onrechte € 8.4474,44 staat vermeld. Het voorgaande leidt dan ook tot aanpassing van r.o. 4.1 onder B, r.o. 5.22 en onder 6.2.
Rowood / Looijmans
2.3.
In de zaak van Rowood tegen Looijmans is (wel) ten onrechte een bedrag van € 5.737,00 aan griffierecht geheven. Dit had in die zaak € 2.837,00 moeten zijn. Dit zal dan ook worden hersteld. Partijen zijn het hiermee ook eens. Dit betekent dat de proceskostenveroordeling hier uitkomt op € 5.547,44. Dit leidt tot aanpassing van r.o. 5.22 en onder 7.2, waar ook hier ten onrechte € 8.4474,44 staat vermeld.
2.4.
Rechtsoverweging 5.22 wordt gewijzigd in de volgende rechtsoverweging:
“Als de in het ongelijk gestelde partij zal Rowood worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van TABS en Looijmans in conventie en in reconventie. De proceskosten in conventie van TABS en Looijmans worden tot aan deze uitspraak begroot op:
in zaak 23-422
dagvaardingskosten € 109,44
griffierecht € 5.737,00
salaris advocaat € 3.858,00 (twee punten in liquidatietarief V)
nakosten € 173,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 9.877,44.
in zaak 23-423
dagvaardingskosten € 109,44
griffierecht € 2.837,00
salaris advocaat € 2.428,00 (twee punten in liquidatietarief IV)
nakosten € 173,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 5.547,44.”
2.5.
In 6.2 van het dictum in zaak Rowood tegen TABS (zaak- en rolnummer 657425 / 23-422) wordt het bedrag € 8.4474,44 gewijzigd in € 9.877,44.
2.6.
In 7.2 van het dictum in zaak Rowood tegen Looijmans (zaak- en rolnummer 657427 / 23-423) wordt het bedrag € 8.4474,44 gewijzigd in € 5.547,44.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat onder 4.1 van het op 3 april 2024 tussen Rowood en TABS/Looijmans gewezen vonnis, waar staat
“€ 4.771,96”
dit bedrag wordt gewijzigd in
“€ 14.771,96”,
3.2.
bepaalt dat onder 5.22 van het op 3 april 2024 tussen Rowood en TABS/Looijmans gewezen vonnis als volgt komt te luiden:
“Als de in het ongelijk gestelde partij zal Rowood worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van TABS en Looijmans in conventie en in reconventie. De proceskosten in conventie van TABS en Looijmans worden tot aan deze uitspraak begroot op:
in zaak 23-422
dagvaardingskosten € 109,44
griffierecht € 5.737,00
salaris advocaat € 3.858,00 (twee punten in liquidatietarief V)
nakosten € 173,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 9.877,44.
in zaak 23-423
dagvaardingskosten € 109,44
griffierecht € 2.837,00
salaris advocaat € 2.428,00 (twee punten in liquidatietarief IV)
nakosten € 173,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 5.547,44”.
3.3.
bepaalt dat onder 6.2 van het op 3 april 2024 tussen Rowood en TABS/Looijmans gewezen vonnis, waar staat
“€ 8.4474,44”
dit bedrag wordt gewijzigd in
“€ 9.877,44”,
3.4.
bepaalt dat nr. 7.2 van het op 3 april 2024 tussen Rowood en TABS/Looijmans gewezen vonnis, waar staat
“€ 8.4474,44”
dit bedrag wordt gewijzigd in
“€ 5.547,44”,
3.5.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 29 mei 2024 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 3 april 2024,
3.6.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 3 april 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2024.
901/3455