Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 december 2023, met bijlagen;
- het antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Vastgoed Business School B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Vastgoed eist betaling van € 1.566,95 voor een cursus 'Brandveiligheid Gebouwbeheer' waarvoor de gedaagde zich had ingeschreven, maar niet had betaald. De gedaagde betwist de betalingsverplichting, stellende dat hij zich zonder betalingsverplichting had ingeschreven en dat hij de lessen niet heeft gevolgd. Tijdens de zitting op 12 april 2024 was de gedaagde niet aanwezig, wat de rechter in zijn beoordeling heeft meegenomen.
Vastgoed heeft haar eis tijdens de zitting verminderd met € 199,- vanwege een restitutie voor een niet doorgegaan les. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde € 1.367,95 aan hoofdsom moet betalen, omdat er een overeenkomst tot stand is gekomen en de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij van de bedenktijd gebruik heeft gemaakt. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde handelde in de uitoefening van zijn bedrijf, waardoor hij niet als consument wordt aangemerkt. Dit heeft gevolgen voor de informatieverplichtingen van Vastgoed.
De kantonrechter heeft ook de incassokosten van € 205,19 toegewezen en rente over het bedrag van € 1.367,95 vanaf 18 mei 2024. De proceskosten zijn begroot op € 982,84, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Vastgoed het vonnis direct kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De rechter heeft al het andere afgewezen.