Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [persoon A] .
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 1 mei 2024, wordt het verzoek van de vrouw om het gezamenlijk gezag over de oudste minderjarige te beëindigen en haar alleen te belasten met het ouderlijk gezag toegewezen. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. M.P. Biesbroek, heeft op 20 november 2023 een verzoekschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 april 2024, waarbij de man niet verschenen was, ondanks een behoorlijke oproeping. De vrouw heeft gesteld dat de man sinds september 2023 geen contact meer heeft en vermoedelijk in Spanje verblijft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders. De vrouw heeft aangegeven dat de man agressief gedrag vertoonde en haar in september 2023 ernstig heeft mishandeld, wat heeft geleid tot een ziekenhuisopname. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om het eenhoofdig gezag aan de vrouw toe te kennen, wat de rechtbank in het belang van de minderjarige acht.
De rechtbank concludeert dat het gezamenlijk gezag beëindigd moet worden, omdat de man geen interesse toont in het leven van de minderjarigen en er geen verbetering te verwachten is. De beslissing houdt in dat het gezag over de oudste minderjarige voortaan aan de vrouw toekomt, met aantekening in het openbare gezagsregister. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.