ECLI:NL:RBROT:2024:4442

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
15 mei 2024
Zaaknummer
C/10/661442 / HA ZA 23-571
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fout in eindvonnis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2024 een herstelvonnis uitgesproken naar aanleiding van een verzoek van eiseres [persoon A] om een kennelijke fout in het eindvonnis van 27 maart 2024 te corrigeren. Eiseres verzocht de rechtbank om het bedrag in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis te wijzigen van € 27.049,00 naar € 27.749,00, zoals eerder vermeld in rechtsoverweging 5.19 van hetzelfde vonnis. FeeConomy, de gedaagde partij, heeft in haar reactie aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van [persoon A] en erkende dat het genoemde bedrag in rechtsoverweging 6.1 een kennelijke verschrijving betrof.

De rechtbank heeft het verzoek van [persoon A] beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke rekenfout. Op basis van artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft de rechtbank besloten om de fout te herstellen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bedrag in rechtsoverweging 6.1 moet worden aangepast naar € 27.749,00, zodat het overeenkomt met het bedrag dat in rechtsoverweging 5.19 correct was vermeld.

In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat de wijziging van het bedrag in het vonnis van 27 maart 2024 moet worden vermeld op de grosse van dat vonnis. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen grosse of afschrift van het vonnis van 27 maart 2024 na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.J.M.P. Cremers op 8 mei 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/661442 / HA ZA 23-571
Vonnis van 8 mei 2024
in de zaak van
[persoon A],
wonende in Hoogvliet Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mrs. V.E. Loesberg en I.J. Bos in Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FEECONOMY B.V.,
tevens handelend onder de naam
ZZPerswerken,
gevestigd in Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.J. Koning in Amsterdam.
Partijen zullen hierna [persoon A] en FeeConomy genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 27 maart 2024 (hierna: het eindvonnis);
  • het B16-formulier van [persoon A] van 22 april 2024 met een verzoek ex artikel 31 Rv;
  • het e-mailbericht van deze rechtbank van 29 april 2024 waarin FeeConomy in de gelegenheid is gesteld zich uit te laten over het verzoek van [persoon A] ;
  • het e-mailbericht van FeeConomy van 1 mei 2024.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Het verzoek tot verbetering

2.1.
[persoon A] heeft de rechtbank verzocht om het eindvonnis te verbeteren op grond van artikel 31 Rv vanwege een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. In rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis heeft de rechtbank abusievelijk € 27.049,00 geschreven in plaats van € 27.749,00, zoals in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis staat vermeld. [persoon A] verzoekt het eindvonnis aan te passen zodat in rechtsoverweging 6.1 daarvan ook € 27.749,00 is opgenomen.
2.2.
FeeConomy heeft in haar reactie laten weten ervan uit te gaan dat het in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis genoemde bedrag het gevolg is van een kennelijke verschrijving. FeeConomy heeft geen bezwaar tegen het verzoek van [persoon A] .

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank zal rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis verbeteren, zodat daarin ook € 27.749,00 is opgenomen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
3.2.
Op grond van artikel 31 lid 1 Rv verbetert de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.
3.3.
De veroordeling in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis volgt uit hetgeen de rechtbank in rechtsoverwegingen 5.2 tot en met 5.20 van het eindvonnis heeft overwogen. Het in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis genoemde bedrag is juist berekend. Het is een kennelijke en eenvoudig te herstellen fout dat het in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis genoemde bedrag niet hetzelfde is als het in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis genoemde bedrag.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat het in rechtsoverweging 6.1 van het vonnis van 27 maart 2024 genoemde bedrag van “
€ 27.049,00” wordt gewijzigd in “
€ 27.749,00”;
4.2.
bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van 8 mei 2023 wordt vermeld op de grosse van het vonnis van 27 maart 2024;
4.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet al hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 27 maart 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.M.P. Cremers en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024.
[3718/1918]