Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- verzoekster;
- de heer mr. J. Pearson, werkzaam bij JAW Advocaten (hierna: advocaat).
Rechtbank Rotterdam
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, die onder budgetbeheer staan, een moratorium hebben aangevraagd op basis van artikel 287b van de Faillissementswet. De verzoekers, die voldoende inkomen hebben om hun huur te betalen, hebben op 12 april 2024 een verzoekschrift ingediend om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien er een vonnis tot ontruiming van hun woning was uitgesproken. De rechtbank heeft de belangen van verzoekers, die in hun huurwoning willen blijven en een minnelijk schuldhulpverleningstraject willen doorlopen, zwaarder laten wegen dan de belangen van de verhuurder, die het vonnis tot ontruiming wilde uitvoeren. De rechtbank heeft daarom het verzoek toegewezen en de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, met de mogelijkheid om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen.