Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw C. Rosalia, werkzaam bij My Financial Concern (hierna: beschermingsbewindvoerder);
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij schuldhulpverlening IJsselgemeenten (hierna: schuldhulpverlener).
Rechtbank Rotterdam
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, een verzoekschrift heeft ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). Verzoeker vroeg om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat verweerster, Stichting Havensteder, het vonnis van 1 november 2023 tot ontruiming van zijn huurwoning ten uitvoer zou leggen. Verzoeker heeft zijn huur voor de maanden januari tot en met mei 2024 betaald en heeft een netto inkomen van ongeveer € 1.822,- per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster had aangekondigd over te gaan tot ontruiming. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker, die in zijn huurwoning wil blijven en een minnelijk schuldhulpverleningstraject doorloopt, zwaarder laten wegen dan die van verweerster, die het vonnis tot ontruiming wilde uitvoeren. De rechtbank heeft daarom de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits verzoeker zijn huur tijdig blijft betalen. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.